Parijs in het interbellum
Rijkdom stevent op armoede af.
Als de leden van de Académie Française en alle vertegenwoordigers van welgesteld-en-invloedrijk Frankrijk, als zelfs de president van de republiek verschijnt om de familie bij te staan tijdens de begrafenis van de puissant rijke bankier Marcel Pericourt, is het iedere toeschouwer duidelijk dat er niet zomaar iemand wordt begraven. Pericourts enig kind Madeleine, passend in elegant zwart, trekt ieders ogen. Maar dat duurt niet lang. Want op het moment dat de kist met baldakijn waarin haar vader rustte, zich langzaam in beweging zette, ontstond er consternatie. Marcel Pericourts 7-jarige kleinzoon Paul zeilt van het balkon van de tweede etage alsof hij denkt te gaan vliegen. Hij landt op het baldakijn, valt op de kist van zijn grootvader en blijft daar voor dood liggen. Hij is niet dood, maar het scheelt niet veel.
Na een lang verblijf in het ziekenhuis komt Paul thuis. Hij zal nooit meer kunnen lopen, ook kan hij niet meer goed spreken. En daarmee begint een moeizaam leven voor Madeleine en Paul, de belangrijkste erfgenamen van de oude bankier. Madeleine wenst zich permanent met Paul bezig te houden.
Paul wil dat niet. Hij vat een grote liefde op voor opera en laat zich betoveren door de kolossale operazangeres Solange. En daarbij komen, als vliegen op de stroop, lieden met duistere bedoelingen op Madeleines kapitaal af. Gelukkig heeft zij Gustave Joubert tot steun, de man die al voor haar vader werkte. Joubert zou graag met haar trouwen, maar dat lukt hem niet. Wat hem wel lukt is Madeleine geraffineerd van haar geld te ontdoen. De vrouw weet niets van de mannenwereld van het geld, vertrouwt vaders voormalige procuratiehouder ten volle. Het komt haar duur te staan. Want rijkdom is mooi. Maar in de crisisjaren rond 1930 lijkt de waarde van geld en waardepapieren plotseling te gaan slinken.
Auteur
Pierre Lemaitre (1956) kreeg internationale faam met zijn serie thrillers over commandant Camille Verhoeven, de rechercheur die klein van lengte en groot van daden is. De auteur werkt ook als scenarioschrijver. Voor zijn roman Tot ziens daarboven verwierf hij in 2013 de Prix Concourt. Het boek werd in 2017 verfilmd. De kleuren van de brand wordt wel beschouwd als het tweede deel van dat boek, wellicht omdat het eerste pal na de Eerste Wereldoorlog speelde en dit de aanloop in zich heeft naar WOII.
Madeleine en velen met haar moeten machteloos toezien hoe de wereldwijde crisis hen niet alleen van hun geld ontdoet, maar ook hun zekerheden in het leven ontneemt. Zij zijn opeens niet meer ‘bijzonder’, maar moeten sappelen als ieder ander. En intussen stevent Frankrijk op een volgende oorlog af. Zij zijn de mensen van het feestende, wanhopige, wachtende interbellum, beschreven tot 1936.
De wereld komt in brand te staan. De auteur beschrijft vol verve het palet van de kleuren van die brand, die zich voorlopig niet laat blussen.
Dit is een meesterlijk boek. Trek er tijd voor uit want als u erin begint legt u het niet meer weg. Lemaitre heeft zich zoveel mogelijk gehouden aan historische feiten en verontschuldigt zich achterin voor de keren dat hij de ware geschiedenis omwille van zijn verhaal soms enigszins ontrouw moest zijn. Wat mij betreft een overbodige geste. Zijn mensen leven, hebben emoties, grijpen de lezer bij de strot. Zo en niet anders moet je historie beleven.
Liefde, wraak, bitterheid, spanning, alles komt aan bod.
Een adembenemend epos.
Pierre Lemaitre – De kleuren van de brand. Vertaald uit het Frans (Couleurs de l’incendie) door Liesbeth van Nes. ISBN 978-94-0161-036-0, 447 pagina’s, €22,99. Amsterdam: Xander Uitgevers 2019.