Met een rode Porsche naar Berlijn

Midlife

Om even aan het leven te ontsnappen en tegelijk een rode Porsche uit te proberen gaan twee vrienden er een weekendje op uit.

Achter het stuur van de rode Porsche zit Max Schröder. Hij is volgens zijn vriend en reisgenoot Bolle geen schizofrene seriemoordenaar met een bipolaire stoornis. Max wordt in Berlijn verliefd op Charly.

Om Charly te behagen en een goede beurt te maken schiet Max op een zonnige terras een jankende kleuter en haar moeder te hulp. Het kind is in een plakkerige hondendrol gestapt.. Het kost in het toilet van het restaurant duizend liter water, de hele inhoud van een zeeppompje en vijf rollen toiletpapier om de erbarmelijk beëxcrementeerde kinderschoen te reinigen. Wanneer Max weer aan het tafeltje bij Charly aanschuift en naar een complimentje hengelt, wijst zij naar zijn voorhoofd, zijn linkerschouder en dan in zijn rechter handpalm. ‘Kak!’ Verliefd zijn valt niet mee. Zijn vriend en reisgenoot Bolle noemt hem wel een schoolvoorbeeld van een relatiedyslecticus.

Max Schröder is zestien jaar getrouwd met Martine en ze hebben ook al zestien jaar lang een dochter Julia. Die is flink aan het puberen en laat tot ontsteltenis van haar vader piercings zetten.

Het is niet zijn enige zorg. Zijn vrouw Martine (laat dat ‘zijn’ maar weg), is er vandoor met ene Dennis. Dennis is graatmager en rijdt op een motor. Hij plukt een royaal veldboeket en laat dat dan met een taxi bij Martine bezorgen. Martine is voor deze charmante geste bezweken.

Max zit alleen in het grote huis. Julia logeert bij een vriendin en Martine is natuurlijk bij Dennis. Martine heeft zojuist gebeld. Ze zoekt een woning. Max dacht even dat ze een woning zocht voor Dennis en haar, maar dat zat toch anders. Martine zoekt een woning voor Max want zij wil met Dennis in het huis waar Max nu zit. Max weet dat hij altijd zal verliezen. Martine is namelijk een vooraanstaande advocaat familierecht.

Om zijn sores te ontvluchten heeft Max zich een knalrode Porsche aangeschaft. Wanneer zijn vriend Bolle de aanwinst komt bekijken, gaat Max trots bij een van zijn vier prachtige negentien-duims-Carreravelgen op zijn hurken zitten en wijst hij op zijn favoriete designbijzonderheid. De punt van het Porschelogo op de wieldop moet altijd naar het ventiel wijzen. ‘Een rode Porsche?’, zijn beste vriend Bolle heeft de wenkbrauwen opgetrokken.

Bolle heeft een idee. Hij is grafisch ontwerper en moet zijn uitgever in Berlijn bezoeken. Als Max het leuk vindt, kan hij met een ritje naar Berlijn de Porsche uitproberen en zijn vriend daarmee een lift bezorgen. Max heeft er oren naar.

Auteur

Christian Jaschinsky (1965) is schrijver en musicus. Hij schreef verschillende romans en korte verhalen. Dit is zijn debuut.

 

 

 

 

In een doldriest en komische verhaal laat de auteur Max en Bolle in de rode Porsche afreizen naar Berlijn. Terwijl de midlife-hormonen door hun lijf gieren en de mannen zich overgeven aan dwaze fantasieën, komen ze in een voormalig studentenhuis terecht. Een weekend lang denken ze hun jeugd en hun verliefdheid te hebben terug gevonden. Toch wordt het weer maandag.

Het onderhoudende en vrolijke verhaal met soms leuke, verrassende wendingen ademt brutale salonfähigkeit.

Christian JaschinskiMet een rode Porsche naar Berlijn. Vertaald uit het Duits (Der Tag an dem ich feststelle, dass Fische nicht klettern können) door Edith Sybesma. ISBN 978-94-927-5010-5, 220 pagina’s, € 15,95. Waddinxveen: Uitgeverij Stortebeeker 2019.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie, Humor. Bookmark de permalink.