Stapelverliefd
Getrouwde componist begint een affaire met een vijftien jaar jongere vrouwelijke dierenarts.
Het overviel componist en pianist Alexander Goudveyl opeens in een Rotterdamse boekwinkel Hij trad er op als vaste begeleider van zijn vriendin Hester bij een boekpresentatie. Na afloop hiervan dook iemand plotseling op en vroeg; ‘Weet u of de eerste plaat die u gemaakt hebt nog te krijgen is?’
Even later was Alexander in het bezit van het telefoonnummer van Sylvia Hoogervorst, dierenarts. Het bleek het begin van een fatale verliefdheid die componist Goudveyl in zijn creatieve arbeid blokkeerde en hem ertoe aanzette om zijn momenten van verwarring te kanaliseren via de favoriete opusnummers van bekende en onbekende componisten.
Alexander Goudveyl in wie de lezer gemakkelijk auteur Maarten ’t Hart zal ontdekken, is getrouwd met Joanna, een zangeres die vaak van huis is omdat zij regelmatig in het buitenland concerten geeft. Wanneer zij thuis is, leven Alexander en Joanna vrijwel langs elkaar heen en hebben ze voortdurend een eigen agenda.
Hoewel Alexander na zijn kennismaking met Sylvia bijna direct in de gaten heeft dat de griezelige afgrond van ontrouw naakt, duurt het nog even voordat hij zijn slippertje gaat consummeren. Pas na een paar afspraken en een enkele tête-à-tête duikt de componist uiteindelijk met Sylvia in haar twijfelaar.
Hij geniet van haar. Niet alleen bekoort hem de seks die hij bij Joanna sinds lang ontbeert , maar nog meer doet haar speciale geur hem verrukken. Die geur, haar geur gaf mij het gevoel alsof alle voorgaande jaren van mijn leven verspild waren geweest.
Toch valt er op zijn nieuwe geliefde wel iets af te dingen. Bij Sylvia thuis neust Alexander in haar platencollectie en stelt hij vast dat daar, behalve Satie en platen van hem en Hester, uitsluitend popmuziekplaten zijn te vinden.
Alexander gruwt van popmuziek. Als de Red Hot Chili Peppers naar Nederland komen en Sylvia daarheen gaat, laat ze aan hem een stukje horen: Het gebrul was angstaanjagend, schrikbarend, het leek afkomstig uit kelders waarin hongerende overlevenden na een atoomoorlog elkaar met kannibalistische bedoelingen te lijf gingen.
Na enkele maanden blijkt een andere bedreiging van hun verhouding veel belangrijker. Alexander is niet de eerste geliefde van Sylvia. Ze heeft er voor hem al de nodige afgewerkt waarmee vaak vriendschappelijke banden bleven bestaan. De laatste was René, een psychiater die er niet voor terugschrok haar de diagnose ‘Ontwijkende Persoonlijkheidsstoornis’ (OPS) mee te geven. Hoewel collega’s van René hem wegzetten als een diepe debiel is het natuurlijk toch iets om rekening mee te houden.
Jeroen Brouwers schreef over overspel: Het eindigt nooit feestelijk. Tot die conclusie moet Alexander Goudveyl ook komen, al komt hij er uiteindelijk, gesteund door zijn geliefde klassieke muziek, wel gelouterd uit.
Auteur
Maarten ’t Hart (1944) schreef dit boek in 1991. Literair recensente Elsbeth Etty (1951) nomineerde uit het omvangrijke oeuvre van deze populaire auteur bij diens 75ste verjaardag drie boeken voor een heruitgave. Naast deze roman waren dat De droomkoningin en Ik had een wapenbroeder.
Dit boek lijkt een goede keuze om voor de eerste keer of opnieuw te genieten van de aanstekelijke verteltrant waarmee ’t Hart een verdiende reputatie heeft opgebouwd.
Maarten ’t Hart – Onder de korenmaat. ISBN 978-90-295-4082-7, 255 pagina’s, € 15,00. Amsterdam: De Arbeiderspers, twaalfde druk 2019.