Indo-rock
Drie Indische repatrianten en een Hollandse jongen beginnen in 1958 een rockband. Zowel verleden als toekomst zit hen dwars.
In 2005 is Chris Buisman als 65-jarige terug in Soerabaja. Het is 47 jaar geleden dat hij onder lastige omstandigheden zijn geboortegrond heeft moeten verlaten. Zijn moeder, zijn oma en zijn twee jaar jongere broer Rob liet hij achter. Zij zouden hem later naar Nederland nareizen.
Chris’ vader is in 1945 vermoord tijdens de Bersiap, de bloedige terreur van bendes vrijheidsstrijders die het vooral hadden gemunt op Nederlanders en Nederlandse getrouwen met gemengd bloed. Tot de laatsten behoorde het gezin van Chris. De moord op zijn vader maakte op de kleuter een traumatische indruk. Chris is teruggekeerd naar Soerabaja om het graf van zijn vader te bezoeken. Ook zal hij proberen oude vrienden uit zijn jeugd op te sporen. Er wacht ook een jeugdliefde.
Het kost de achttienjarige Chris aanvankelijk grote moeite zich aan te passen aan de Nederlandse samenleving. Dat ligt niet alleen aan hem of aan de rest van het gezin wanneer dat een klein jaar later arriveert. De Nederlandse overheid gaat vaak spastisch om met de repatrianten en drukt hen in een geforceerd Hollands keurslijf.
Zowel Chris als zijn broer Rob zijn vaardige gitaristen. Samen met een andere Indische jongen en Johan, een witte Nederlander, richten ze een rockband op. Stephan speelt drums en Johan ontwikkelt zich tot een benijdenswaardige contrabassist. Aanvankelijk voor de lol, maar al gauw steeds professioneler, trekt de groep vooral in het zuiden van Duitsland volle zalen. Daar zitten veel Amerikaanse militairen die buitengewoon gecharmeerd zijn van rock-an’-roll.
Johan is een beetje vreemde eend in de bijt. Hij komt uit een streng gereformeerd gezin. Vooral zijn vader is zeer gekant tegen de muzikale drift van zijn zoon. Die staat volgens hem dwars op wat de Bijbel verkondigt. Bovendien vindt hij dat dansen niet bij de Hollandse cultuur hoort. Na tal van aanvaringen zet hij de negentienjarige Johan het huis uit.
Auteur
Leo Blokhuis (1961) is een Nederlandse journalist op het gebied van popmuziek. Deze roman wordt beheerst door enerzijds het trauma dat Chris heeft overgehouden van zijn vermoorde vader, anderzijds de afwijzing van Johan door zijn autoritaire, steil gereformeerde vader. Niet alleen in hun muzikale carrière, maar ook bij de keuze van hun partners en andere belangrijke beslissingen in het leven worden Chris en Johan gegijzeld door hun beide vaders. Wanneer echter het leven rijpt, worden oplossingen voor trauma’s gevonden.
Daarnaast neemt de ontwikkeling van de popmuziek tot ongeveer 1965, met name de Indo-rock, een belangrijke plaats in. Daarbij wordt niet alleen een fascinerend beeld geschetst van deze eerste vorm van Nederpop, maar ook wordt op talloze plekken in het boek aandacht gegeven aan puur muzikale details. Daarmee is dit boek niet alleen een historische roman, maar ook een uitzonderlijk boek over popmuziek. Immers, in tegenstelling tot wat gebruikelijk is, richt de auteur zich niet alleen op human interest. Alle muzikaal-technische verwijzingen zullen voor muzikanten en belangstellenden interessante toevoegingen zijn die dit boek buitengewoon compleet maken.
Leo Blokhuis – Blauwe zomer. ISBN 978-90-263-4808-2, 368 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Ambo | Anthos 2019.