Wat zouden wij gedaan hebben?
Jonge vrouw treedt op als tolk bij het tweede Auschwitz-proces.
De Duitse Eva Bruhns nodigt haar vriend Jürgen Schoormann uit om kennis te maken met haar ouders, zus en broertje. Het gezin woont boven hun restaurant Deutsches Haus in de Berger Straβe van Frankfurt am Main. Haar vader is kok en haar moeder neemt de bediening voor haar rekening. Ook Eva, die tolk Pools is, draagt af en toe haar steentje bij. Wanneer ze bijna aan het nagerecht toe zijn wordt Eva telefonisch opgeroepen om naar haar werk te komen.
In het kantoor waar ze door ene David Miller naar toe wordt gereden, zitten drie mannen. Aan de oudere man wordt een vraag gesteld. Meneer Gabor, zou u ons heel precies kunnen vertellen wat er op 23 september 1941 is gebeurd? Eva begrijpt dat het om een strafzaak gaat, maar die zou toch verjaard moeten zijn? Het is immers 1963!
Haar eerste vertaling gaat niet goed. Met behulp van haar dikke woordenboek komt ze erachter dat de man het niet heeft over gasten in een herberg die in het licht worden gezet, maar over gevangenen in een barak die gestikt zijn door het gas.
Hoewel de mannen niet echt tevreden zijn over haar wordt ze toch gevraagd de vertaling op zich te nemen. Haar vader zwijgt als ze vertelt dat het om een proces gaat tegen SS-officieren, die in het kamp Auschwitz hebben gewerkt. Ondanks het feit dat haar ouders ertegen zijn neemt ze de klus aan. Ook Jürgen ziet het niet zitten. Ik wil niet dat mijn vrouw werkt. Onze familie is bekend in de stad, er zou over gepraat gaan worden. Als later blijkt dat Jürgen van mening is dat ze moet doen wat hij zegt verbreekt ze de verloving.
Auteur
Annette Hess (1967) studeerde schilderkunst en binnenhuisarchitectuur, en later scenarioschrijven. Ze werkte als journaliste en sinds 1998 is ze scenarioschrijver. Ze is bekend van de televisieseries Weissensee, Ku’damm 56 en Ku’damm 59. Voor haar werk is ze veelvuldig bekroond. Dit is haar eerste roman.
De getuigen vertellen over de gruwelijkheden die door de aangeklaagden tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gepleegd. Van alles waar deze van beschuldigd worden nemen ze afstand. Vooral Dat weet ik niet meer en Ik ben daar op die datum helemaal niet geweest wordt heel vaak in de rechtszaal gehoord. Ook de Duitse kranten laten zich niet onbetuigd: 70% VAN DE DUITSERS WIL HET PROCES NIET!
Wanneer ze als tolk met de rechtbankvoorzitter en twee bijzitters, de hoofdaanklager, vijf andere officieren van justitie, zes leden van de verdediging, David Miller en twee journalisten meegaat naar het vernietigingskamp in Polen komen er herinneringen aan de tijd dat ze klein meisje was naar boven. Is ze zelf in Auschwitz geweest? Is haar familie ook schuldig? Of hadden ze geen keus?
Diverse thema’s worden in deze roman behandeld: de berechting van de aangeklaagden, de keuzevrijheid van de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog, de schuld van de naoorlogse generatie en de cultuur van de jaren zestig. Dit alles verweven in een werk dat van begin tot einde boeit. Dat niet vergeten mag worden staat buiten kijf. Maar de vraag blijft: Wat zouden wij in die situatie gedaan hebben?
Nu het vandaag 75 jaar geleden is dat Auschwitz werd bevrijd staat dit proces weer volop in de belangstelling. Twintig oorlogsmisdadigers werden in Frankfurt berecht. Doodstraffen werden niet uitgesproken. Zes nazi’s kregen levenslang.
Annette Hess – De tolk. Vertaald uit het Duits (Deutsches Haus) door Herman Vinckers. ISBN 978-90-254-5403-6, 349 pagina’s, € 22,99. Amsterdam / Antwerpen: Atlas Contact 2019.