‘Het hoeft maar een klein papiertje te zijn’
Mini-biografieën van onbekende doden.
Begin 2002 kwam de toenmalige Groninger stadsdichter Bart FM Droog op het idee om eenzame doden met een gedicht te eren. Eenzame doden, overledenen die worden ‘gevonden’, wier leven ‘relatie-loos’ is, kortom: doden waarbij de kans zeer gering is dat iemand hun uitvaart zal bijwonen. In vele steden en ook in Amsterdam vond dit idee navolging. In Amsterdam werd er een Poule des Doods samengesteld. Jaarlijks waren er ongeveer vijftien van die eenzame doden, het was ondoenlijk één dichter te belasten met het maken van zo veel gedichten.
Auteur
Schrijver en dichter F. Starik nam de coördinatie van de Poule des Doods op zich. Hij verzamelde hiervoor een kring van dichters die bereid waren een gedicht te schrijven voor, en aanwezig te zijn bij de uitvaart van zo’n eenzame dode. Starik zelf was daarin de actiefste. Hij schreef per uitvaart een verslag, noodzakelijk om van de gemeente subsidie te verkrijgen. Uit die pot kregen de doden-dichters betaald.
Starik schreef drie boeken over deze plechtigheden: De eenzame uitvaart (2005), Een steek diep (2011) en onlangs, kort na zijn eigen overlijden dit derde deel Dichter van dienst. Want zo werden ze genoemd, de dichters die voor een bepaalde uitvaart werden opgeroepen om een gedicht te schrijven, muziek uit te zoeken en de plechtigheid bij te wonen ‘Dichters van dienst’ voor die dag.
Het viel niet altijd mee een toepasselijk gedicht te schrijven of muziek uit te zoeken die de dode zou hebben behaagd. Pas sinds een paar jaar werd het de dichter van dienst toegestaan het huis van de overledene te bezoeken. Daar konden ze zien van welke muziek de dode had gehouden, of ze konden van een buurman horen wat voor man/vrouw de overledene was geweest, welke hobby’s die had, of hij eenzaam was. Aan de hand van die gegevens dichtte de dichter. Al noteert Starik in dit boek bij ‘uitvaart 133’ dat hij werd gebeld door de ambtenaar van de ‘Sociale dienst, Team Rampen, Uitvaarten en Pension’ (twee medewerkers die de Poule van dichters een warm hart toedroegen) met de woorden: ‘Heeft u een pen bij de hand? En een papiertje? Het hoeft maar een klein papiertje te zijn. Er valt maar weinig te vertellen.’ Het ging om een naamloze man. Wat moet een dichter dan?
Starik (pseudoniem van Frank von der Mohlen, 1958 –2018) was schrijver, dichter, performer, beeldend kunstenaar en coördinator van de Poule des Doods. Dat laatste werk deed hij zestien jaar. Hij schreef veel boeken. Indrukwekkend was het boek Klaar, een jaar na zijn dood verschenen, over zijn dementerende moeder en zijn eigen confrontatie met de dood nadat hij een hartinfarct kreeg.
In dit boek staan de verslagen van ‘eenzame uitvaarten’, keurig genummerd zoals de gemeente ze ook onder nummer kreeg. Daarbij op welke begraafplaats de overledene werd begraven of gecremeerd, op welke datum en welk uur dat was en de naam van de Dichter van Dienst. Starik had een groot aantal van deze doden-dichters om zich heen. Wat namen: Wim Brands, Eva Gerlach, Krijn Pieter Hasselink, Jannah Loontjes. Er nemen achttien dichters deel. Sinds Starik startte met zijn dichters-des-doods heeft er regelmatig wisseling van de wacht plaatsgevonden. Vaak doordat de betreffende dichter overleed. Starik ‘Van de eerste lichting leven alleen Eva Gerlach, Neeltje Maria Min en ik nog. Het is vast geen gezond beroep.’ Kort daarna kreeg hij zijn hartinfarct dat leidde tot zijn vroege dood.
Dit derde deel van de trilogie is al even ontroerend als de eerste twee. Lees ze alle drie en mijmer daarna over uw eigen uitvaart. Met gedichten van deze dichters wordt het een feest voor alle vrienden die u niet in de steek zullen laten.
Een heel bijzonder boek.
F. Starik – Dichter van dienst over De eenzame uitvaart. ISBN 978-90-4682-598-3, 317 pagina’s, € 20,99. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2019.