Pioniers op een onbewoond eiland
Het gezin Peacock uit Nieuw- Zeeland vestigt zich op een onbewoond vulkanisch eiland. Met behulp van een aantal Maori’s proberen ze dit eiland bewoonbaar te maken.
In 1878 wordt het gezin Peacock, vader en moeder, twee zoons en drie dochters, door een schip afgezet op een onbewoond eiland in Oceanië. Ze moeten alles opbouwen en ontginnen. Na twee jaar komen er vijf Kanaka’s, Maori’s om voor Peacock te werken. Het zijn zeer beschaafde uiterst christelijke mannen. Hun leider Solomona is een soort dominee. Zijn broer Kalala gaat de meisjes leren lezen. Alles verandert als de oudste zoon van het gezin verdwenen is. Is hij verongelukt? Heeft hij het eiland verlaten of is hij door een Maori vermoord?
Auteur
Lydia Syson was radioproducer voor de BBC voordat ze fulltime auteur werd. Ze schreef drie historische young adult-romans. Daarnaast schreef ze een biografie van de beruchte achttiende-eeuwse ‘Elektrische Dokter’ James Graham. Voor dit boek, haar eerste roman voor volwassenen, putte ze uit de familiegeschiedenis van haar partner, die geboren is in Nieuw-Zeeland.
Het verhaal begint als het gezin al twee jaar op Monday Island woont. Lizzie roostert een pijlstaartvogel. Ze is gewend aan het primitieve leven. Aan de horizon verschijnt een schip met vijf Kanaka’s. Als het schip vlak bij de kust is springt één van hen, Kalala, in de zee en zwemt naar het strand. De rest komt per sloep. Het verhaal kent twee perspectieven. Lizzie vertelt in de hij/zij-vorm en in de andere hoofdstukken is Kalala de verteller in de ik-vorm. Er zijn hoofdstukken die over het verleden gaan, ze zijn getiteld Eerder. In de eerste helft onderbreken ze vaak de verhaallijnen, wat vertragend en verwarrend werkt.
Joseph Peacock, de vader, is een gecompliceerde figuur. Hij is heel gedreven en werkt dag en nacht. Hij is zwaar teleurgesteld in zijn oudste zoon Albert. Deze is zwak en onhandig en kan niet meekomen met zijn stoere vader. Het liefst zou hij het eiland verlaten. Peacock is een doorzetter die vele tegenslagen overwint. Hij is wel heerszuchtig en hij grijpt steeds meer naar de drankfles. Het best kan hij opschieten met zijn oudste dochter Lizzie.
Moeder Peacock speelt een wat teruggetrokken rol. Indrukwekkend is het hoofdstuk waarin ze aan het baren is. Het is heel gedetailleerd beschreven, met veel aandacht voor de primitieve omstandigheden waaronder ze leven.
De schrijfster heeft er voor gekozen de Maori’s te beschrijven als heel brave en beschaafde jongens. Ze hebben in tegenstelling tot de kinderen van Peacock leren lezen. Het zijn dus bepaald geen ‘wilden’, want ze gedragen zich heel beheerst. Solomona pepert ze in dat ze afstand moeten houden ten opzichte van de meisjes. In hun aanwezigheid moeten ze altijd hun shirt aanhouden. Hij is voortdurend bezig met de Bijbel en met gebed. Peacock en Kalala raken er door geïrriteerd . Ondanks de controle van Solomona en vader Peacock ontstaat er toch een band tussen Lizzie en Kalala. De schrijfster heeft de Maori’s misschien wel als te braaf voorgesteld, wat minder geloofwaardig lijkt.
Deze aangrijpende roman is heel beeldend geschreven. De godsdienstige zaken zijn wat te zoetsappig, maar het boek is beslist realistisch. Na een wending in het verhaal wordt het spannend en is het einde onder meer verrassend.
Lydia Syson – Meneer Peacocks paradijs. Vertaald uit het Engels (Mr. Peacock’s Possessions) door Connie van de Velde. ISBN 978-90-239-5801-7, 384 pagina’s, € 21,99. Utrecht: Uitgeverij Mozaïek 2020.