Altijd het mikpunt van pesterij
Een klassieke autobiografische coming-of-age roman van een opgroeiende jongen die voortdurend gepest wordt en in zijn puberteit de seks leert kennen.
We volgen de hoofdpersoon Jan van zijn zevende tot zijn zeventiende. Jan is nogal onhandig in het sociale verkeer en bij sommige jongens wekt hij veel irritatie. Hij wordt uitgedaagd door meestal oudere en sterkere jongens in groepsverband. Dan wordt hij in elkaar geslagen en zelfs gemarteld. Soms wordt hij ook bewonderd, vooral door de meisjes. Hij danst heel goed en ook in het playbacken is hij een meester. Jan heeft een grote belangstelling voor meisjes. Dat is meestal niet wederzijds. Van verliefdheid is geen sprake, hij wil alleen maar seks. Er worden veel feestjes beschreven waarvoor hij bijna nooit wordt uitgenodigd, maar hij gaat er toch heen. Tijdens die feesten gaat het vooral seks, maar ook om alcohol en drugs. Zijn schoolresultaten zijn redelijk en het gelukt hem zijn havodiploma te halen. Na zijn schooltijd heeft hij een baantje bij een winkel van elektrotechnische apparatuur. Dit ging hem goed af. Tenslotte treedt hij in dienst bij de marechaussee.
Auteur
De schrijver Jan Hendrik (1985) is een avontuurlijk persoon. Hij profileert zichzelf als auteur, marketeer, regisseur en spreker. In de 35 jaar van zijn leven heeft hij zoveel meegemaakt dat hij daar een boek over wilde schrijven. Vanaf 2014 schreef hij gedurende vier jaar aan dit boek. Met als gevolg een zeer dikke roman waar geen enkele uitgever voor te vinden was. Wel werd hij geprezen om zijn verhaaltalent. Hij besloot zijn avontuurlijke leven in enkele delen te vertellen. Pispaal is het eerste deel. Seks, Drug & Techno wordt deel twee.
Dit boek wordt aangegeven als ‘schelmenroman’. De heilige van Martin Michael Driessen CHECK voldoet ten volle aan de eisen van het genre, Dit geldt zeker niet voor Pispaal. Het gaat hier over een pubertje die wat stuntjes uithaalt, geen historische context, geen zwerversbestaan en weinig humor.
De grote vraag is of het lezerspubliek op zo’n boek zit te wachten: de zoveelste coming-of-age roman en het zoveelste boek over gepest worden en dan ook nog over incest. Wel kan gezegd worden dat het een heel eigentijds boek is. De sterkste scenes gaan over drugsgebruik. Vrij jonge jongens experimenteren met joints en LSD. Hoofdpersoon Jan weet zo als gewoonlijk geen maat te houden. Deze scenes zijn echt geschreven van binnen uit, door iemand die dit zelf heeft ervaren.
Tegenover het goede vertellen staat de gebrekkige compositie. De roman is erg fragmentarisch en gaat van de hak op de tak. Van een XTC experiment met als grootse stunt fietsen op het ijs zitten we ineens bij een catechisatie waar hij geboeid is door het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Vaak wil je als lezer na een avontuur weten hoe het is afgelopen en hoe het verder ging. Er is weinig continuïteit. Heel veel losse eindjes. Een voorbeeld is de karatecarrière van Jan. Om weerbaarder te worden gaat hij op karate en blijkt daar talent voor te hebben. Nu zou je verwachten dat hij dit op straat in praktijk gaat brengen en zich voortaan veel beter zou kunnen verweren. Niets daarover, een gemiste kans.
Vaak gaat het over de seksuele ontwikkeling van Jan. Al vanaf heel jonge leeftijd heeft hij een obsessie voor seks. Na het doktertje spelen volgde de masturbatie, alleen bij de meisjes had hij weinig succes. Ze ontweken hem. Als het soms wel gelukte om contact te krijgen was hij heel onhandig en verlegen. Dit is trouwens een sterk punt in het boek. Hij maakt zich kwetsbaar door openlijk over zijn onhandigheid te schrijven. Wel ziet hij in meisjes puur lustobjecten. Het is wel opvallend hoe jong zijn leeftijdgenoten al actief zijn met seks. Hij vrijt met meisjes van dertien. Meisjes van vijftien gebruiken al de pil.
Een sterk verhaal gaat over een tochtje naar de Groningse hoeren. Zijn karatevrienden vonden het nodig dat hij ontmaagd zou worden. Met de auto gaan ze naar Groningen. In een straat zitten prachtige meisjes, omringd door rood tl-licht, die hem smachtend aankijken. Hij kiest een blondje en krijgt van zijn vrienden 25 euro. Toch weigert hij als het er op aan komt. Hij wordt toch liever ontknaapt door een gewoon meisje.
Een kwestie die op de flaptekst in de aandacht wordt gebracht is die van het incestverleden van zijn vader. Na een vechtpartij van Jan en zijn vader wordt vader door moeder min of meer gedwongen op te biechten dat hij vroeger misbruikt werd door zijn eigen vader. Dit zou de oorzaak zijn van de slechte relatie van Jan met zijn vader. Het is een wonderlijk verhaal. Opa zou zich vergrepen hebben aan zijn kinderen en zijn koeien. Jan is heel verbaasd. Hij vindt zijn grootouders ontzettend aardige mensen. Elke zondag gaan ze op bezoek. Opa was door de week boer en ’s zondags dominee. In twee alinea’s wordt hier een enorme problematiek even aangestipt. Een ongeloofwaardig verhaal, vooral omdat grootvader nog steeds bezocht werd. Alle contacten bleven gewoon in stand.
Deze eerste roman van Jan Hendrik is vlot geschreven en leest als een trein. Deze schrijver is een rasverteller, maar voor dit boek koos hij wel erg modieuze thema’s, in dat opzicht is de roman niet origineel. Vele fragmenten zijn heel beeldend en boeiend verteld, maar ze worden jammer genoeg niet uitgewerkt. Voor zijn volgende boek moet de schrijver te rade gaan bij iemand die goed kan redigeren. Dat zou zijn werk zeker ten goede komen.
Een veelbelovend debuut.
Jan Hendrik – Pispaal. ISBN 978-94-925-5172-6, 185 pagina’s, € 17,50. Uitgeverij Ambilicious 2019.