Mooi Andalusië
Pols- en vingeroefeningen vanuit de schrijvershut.
Halverwege een heuvelflank in de bergen van het Spaanse Malaga staat de schrijfhut van de auteur. Hij woont er sinds 2014. Toen hij verhuisde dacht hij in Andalusië volop rust te kunnen vinden om ongestoord te schrijven. Maar niet iedere dag bleek een schrijversdag, soms kwam hij gewoon niet op gang. Om het schrijven niet te verleren begon hij een logboek bij te houden als ‘pols- en vingeroefening voor zijn schrijvershand’.
Hij was altijd al geboeid door de natuur. Nu hij die in woorden ging inkleuren vergrootte dat zijn interesse. Vogels, planten, vlinders, insecten, rondom het huis bleek de wereld druk bevolkt te zijn. De schrijver kwam ogen tekort en schreef zich bijkans de vingers blauw om de gedragingen te noteren van al wat bewoog en zijn buren was, met wie hij nooit eerder kennismaakte. Hij leerde vogels herkennen aan hun zang en aan hun waarschuwende kreten, hij volgde de paring, de baltsende dans, de leg en broedtijd van vogels. En concludeerde na enige tijd dat zij hem ook leerden waarderen.
Auteur
Stefan Brijs (1969) schreef onder meer Arend en De engelenmaker. In 2019 verscheen zijn laatste roman Zonder liefde. In 2017 kwam Andalusisch logboek uit. Het werd zo enthousiast ontvangen dat het vervolg nu is verschenen.
De schrijver schildert met prachtige, lyrische, kleurrijke. pen de schoonheid van de natuur, maar verliest zich niet alleen in kreten van bewondering. Als hij op een ochtend naar buiten kijkt – om maar een voorbeeld te noemen – ziet hij een donkere plek op de heuvel tegenover. Als hij zijn kijker pakt en tuurt ziet hij graafmachines en bulldozers staan. Tot zijn grote schrik ziet hij dat de hele noordkant van de heuvel is afgeschraapt. En hij realiseert zich dat ook hier – want hij ziet het steeds vaker gebeuren – een avocado- of mangokwekerij zal verrijzen. Geld gaat boven natuur. De vogels die er wonen zullen verdwijnen en worden ingeruild tegen euro’s. Heel kleine troost: er komen puttertjes wonen. Want de gemeente heeft geen geld om de bermen te onderhouden en de putters nemen hun intrek in de distels die zullen verschijnen.
De auteur zingt de lof van flamingo’s, van de groenling, de torenvalk en de duizenden boerenzwaluwen waarvan er – in dit boek – elf worden geboren op zijn terras en voor wie hij als een goede gastheer hun woning heeft verstevigd. Tot halverwege de zomer was het terras een kindergarten vol gekweel en gekrijs schrijft de huisbaas tevreden.
Het is natuurlijk niet puur lyriek, die adembenemende natuur. We lezen ook tot in detail de gedragingen van de roodkopklauwier die een complete lynchpartij aanricht. Eerst spiest hij een sprinkhaan op de stekels van een agave, als zijn honger daarna nog niet is gestild grijpt hij een jonge muis. Beeldend beschreven, vlijmscherp gepunt.
En zo gaat het maar door. Lente, zomer, herfst en winter. Plus een Nagekomen bericht uit Extremadura. Brijs vertelt ergens dat zijn gewoonte om dieren menselijke trekken en emoties toe te kennen een naam heeft: antropomorfisme. Wat mij betreft is dit de manier om over natuur te schrijven.
Een verrukkelijk boek, prachtig geschreven, werkelijk onweerstaanbaar.
Stefan Brijs – Berichten uit de vallei. Natuurlogboek. ISBN 978-90-4504-059-2, 189 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Atlas Contact 2020.