‘Waar is mama? Het is te stil in huis.’
Auteur kruipt in het hoofd van een puber.
‘Mama is dood.’ Als de 15-jarige Lies op een morgen wakker wordt is dat haar eerste gedachte. Er hangt een akelige stilte in huis, de gewone geluiden van de ochtendradio ontbreken, het geluid van voetstappen, van servies, van hoesten desnoods… niets. Het huis is stil alsof er niemand aanwezig is. Maar dat kan niet. Mama moet er zijn. Als Lies naar de slaapkamer loopt van Jet, haar moeder, blijkt dat ze gelijk heeft. Jet is weliswaar niet dood, maar ze is ook niet in huis. Haar bed is onbeslapen, zelfs haar mobieltje ligt er. En Lies zelf heeft geen WhatsAppje van mama gehad met een verklaring waar ze uithangt. Haar vader en zijn nieuwe vriendin Laura – Lies en haar broertje Luuk wonen week op, week af bij hun ouders sinds die gescheiden zijn – maken zich aanvankelijk niet druk. Jet was wat labiel door de scheiding, die heeft even tijd nodig voor zichzelf en dan komt ze wel weer boven water. Lies gelooft daar niet in. Zoiets zou mama haar nooit aandoen. Als er niemand in actie komt zal zij Jet desnoods zelf gaan zoeken. Want Laura mag haar dan wel haar eigen ‘bonuskind’ noemen, ze heeft maar één moeder en dat is Jet en die zou haar nooit in de steek laten.
Na 24 uur van stilte wordt de politie ingeschakeld. Jet is inderdaad geen straatje om. Ze heeft haar kinderen na de scheiding beloofd geen andere man meer te nemen. Maar omdat ze zich eenzaam voelt, boos en verlaten, heeft ze zich ter compensatie begeven op het pad van de online dating. Wie weet treft ze het, komt ze daar wel een leuke man tegen. Maar het online pad is duister. Er lopen misschien wel leuke mannen rond, maar ook seksbeluste zeer ongure types. En psychologe Jet treft het niet. Lies weet niets van het daten van haar moeder af. Maar aangezien ze vrij gemakkelijk mama’s laptop inkomt – Jet gebruikt altijd en overal hetzelfde wachtwoord – is het niet al te moeilijk achter haar date-avonturen te komen. Als ze Jets voetsporen volgt verzeilt zij ook in de ellende.
Auteur
Saskia Noort (1967) is de best verkopende auteur van Nederland. De teller staat ruim boven de 3 miljoen. Ze schrijft thrillers en is daarbij columniste, alweer sinds een aantal jaren voor Linda. Haar werk wordt in 15 talen vertaald en bewerkt voor televisie, film en theater. Dit is haar achtste thriller.
Noort beschouwt dit boek – zo zei ze onlangs – als: Mijn beste boek tot nu toe. Dat vind ik wel vaker trouwens. Ze realiseert zich dat er minder gelezen wordt en vertelde nerveus te zijn bij het uitbrengen van dit boek: Kom ik wel op die Bestsellerlijst?
Voor dit verhaal kroop de schrijfster in het hoofd van de vijftienjarige Lies. Daarbij kon ze een beroep doen op herinneringen aan hoe ze zelf als puber was. Hoe zou zij hebben gereageerd als ze als Lies haar moeder zou volgen wanneer die dingen deed waarvan ze niets wilde weten? Toch vroeg Noort ook neefjes en nichtjes haar manuscript door te nemen om haar geschreven tienertaal ook hun taal te laten zijn.
Dat ‘denken vanuit een puber’ geeft deze thriller een heel speciale sfeer. Het is en blijft een echte Noort, zozeer uit het leven gegrepen dat iedereen denkt: dat kan mij ook overkomen.
Dat is de kracht van haar werk. Alles wat gewoon is kan, zonder dat je het aan voelt komen, in een nachtmerrie ontaarden.
Saskia Noort – Bonuskind. ISBN 978-90-4435-104-0, 270 pagina’s, €21,99. Amsterdam: The House of Books 2020.