Drank, zomer, zee en een wondermooi meisje
De melancholie van volwassen worden.
Leo Gazzara heeft zijn burgerlijke familie in Milaan voorgoed gedag gezegd. Hij moet wel, anders zal zijn leven even onbeduidend gaan verlopen als dat van zijn oudere zussen die op jonge leeftijd waren getrouwd met kantoorbedienden. Een schrikbeeld voor hem. Hij trekt naar Rome en kan zich tijdelijk vestigen in woonruimte van bekenden.
Maar Rome zit niet op Leo te wachten. Aangezien hij zijn brood moet verdienen schrijft hij van tijd tot tijd artikelen voor Corriere dello Sport, evenmin een flitsend bestaan. Tussendoor zoekt en vindt hij troost in de alcohol, en af en toe brengt hij een nachtje door bij een losse vriendin. Grootste vreugde daarvan is dat het altijd oppassende meisjes zijn, die ’s morgens vroeg naar hun werk gaan, zodat Leo lange tijd in hun bad met badzout kan liggen weken.
Maar wie hij ook ontmoet, het contact is altijd vluchtig. Iedereen zorgt dat niemand de kans krijgt om andermans nek te gaan hangen, banden aan te halen, verplichtingen te krijgen. Op een avond bij welgestelde vrienden ontmoet Leo Arianna, beeldschoon om te zien, instabiel en snel van slag en dan weer diep ongelukkig. Ze glimlachte naar hem. (…) Een glimlach als een mokerslag waaruit onomstotelijk één ding bleek. Dat jij haar voor geen meter interesseerde. Toch wordt Leo in één klap verliefd en Arianna vindt dat wel amusant en gaat in op zijn avances. Soms zien ze elkaar dagen niet, dan weer laten ze elkaar niet los. Een verontrustende situatie waarbij Leo zich niet goed voelt. Maar als hij haar ziet schijnt de zon. Rome is verrukkelijk, iedereen trekt naar terrassen, naar de zee, verwelkomt anderen, dít is het Rome waar Leo wilde wonen. En op die momenten wil hij dat de zomer nooit voorbij gaat. Maar Arianna is niet voor eeuwig, Leo moet het ervaren. Hij kan terugzien op een zomer waarin hij volwassen is geworden. Hij trekt opnieuw naar de zee.
Auteur
Gianfranco Calligarich (1947) debuteerde in 1973 met deze roman. Daarna werkte hij jarenlang in de televisie- en filmwereld. In 2002 keerde hij terug naar de literatuur en publiceerde vier romans en een verhalenbundel.
Calligarich schreef zijn debuut toen hij 26 jaar oud was. Zijn melancholieke en mijmerende verhaal over de zwervende, naar geluk zoekende bijna-dertiger Leo had ongetwijfeld autobiografische trekjes. Het verhaal kreeg geen stormachtige ontvangst, maar werd beschouwd als een cultroman, een roman voor de ingewijden uit de vrije cultuur waarin ook Leo en wellicht Gianfranco figureerden.
In 2016 werd het boek herontdekt en opnieuw uitgegeven. Het lezerspubliek omarmde het boek. Daarmee kreeg de schrijver ruim veertig jaar nadat zijn eersteling verscheen alsnog de roem die hem als 26-jarige niet ten deel viel.
Zelf vertelt hij via Arianna over ‘lezen’: De indruk die boeken maken verschilt al naar gelang de gemoedstoestand waarin we lezen. Een boek dat bij de eerste lezing platvloers leek, kan bij de tweede keer inslaan als een bom, alleen omdat je intussen iets akeligs hebt meegemaakt, of op reis bent geweest, of verliefd bent geworden. Kortom: iets hebt beleefd.
Een lang citaat, maar ik wil het u niet onthouden omdat het zo treffend weergeeft wat boeken voor mensen zijn. Vreugde en verdriet, emotie of afkeer. Bewondering of ongenoegen.
Dit boek is beurtelings absurd, ontroerend en poëtisch. Mooie zinnen, fraaie beschrijvingen, opmerkelijke vondsten en grote taalrijkdom.
Ik kan niet anders dan dit ‘oude’ boek als opmerkelijk ‘jong’ aanbevelen.
Gianfranco Calligarich – De laatste zomer in de stad. Vertaald uit het Italiaans (L’ultima estate in città) door Els van der Pluijm. ISBN 978-90-2845-019-6, 175 pagina’s, €20,00. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2020.