Het dubbelleven van de Chinese Nederlanders van nu
Ontroerend document over Pete en zijn sibbelingen.
De moeder van Pete Wu noemt haar zoon wel eens liefkozend ‘banaan’, hij is geel van buiten en wit van binnen. Ofwel hij oogt als een Chinees, maar hij is een Nederlander. En daarbij – en dat is wel het allerlaatste wat zijn ouders van hun bananenzoon verwachten – hij is homoseksueel. Dat is een klap in hun gezicht. Pete worstelt met zijn gevoelens als ‘dubbel-lander’, opgevoed door traditionele Chinese ouders die – hoe kan het anders – hun brood in de horeca verdienen. Daarin onderscheiden ze zich niet, want veel Chinezen verdienen in Nederland hun brood in een restaurant. Al die ouders werken keihard, ze delen één streven: hun kinderen moeten het beter krijgen dan zij en de dromen van hun ouders waarmaken.
De ouders dromen ook allemaal van een huwelijk binnen de Chinese gemeenschap. Pete moet een Chinees meisje trouwen en voor Chinese kleinkinderen zorgen. Als Pete, na heel lang aarzelen, in 2016 eindelijk uit de kast komt – via een app aan zijn moeder – zijn de teleurstelling en het verdriet groot. Petes vader geeft hem kort en goed een jaar om hetero te worden. Petes moeder bewandelt andere wegen. Ze neemt haar zoon mee naar een bruiloft van een nicht in Whenzou, haar thuisstad in China. Daar stelt ze Pete slinks voor aan allerlei meisjes, in de vergeefse hoop dat zoonlief alsnog overstag gaat.
Pete besluit op onderzoek uit te gaan. Hij is niet voor niets een gerespecteerd journalist. Zijn onderzoeksvraag is: Hebben alle Chinese Nederlanders te kampen met dit dubbelgevoel in hun leven. Is het voor iedereen zo moeilijk om ‘banaan’ te zijn? Hij zoekt contact met zijn sibbelingen, het mooie oudhollandse woord dat Pete consequent gebruikt als hij zijn broers en zusters generatiegenoten aanduidt.
Auteur
Pete Wu (1985) is journalist voor de Volkskrant, VICE en Brandpunt+. Hij debuteerde in 2018 met een verhaal in de eerste Sampler van Das Mag. Hij maakte al een veelgeprezen documentaire over de Bananengeneratie.
En zo reist Wu een flink aantal ‘mede-bananen’ af. Onder hen ook een psycholoog, gespecialiseerd in de hulpverlening aan Chinezen die worstelen met hun tweelanden-inborst, maar – typisch Aziatisch – moeite hebben zich daarover te uiten. Wu kijkt op internet en komt tot de conclusie dat Chinezen wat porno betreft nog meer in het harde vooroordelencircuit zitten dan in levende lijve. Hij hoort de bekende flauwe grappen, concludeert: ‘Bedankt Gordon voor je ’Wat ga je zingen? Nummel 39 met lijst?’ en de leuke carnavalshits die Chinezen belachelijk maken. En steeds opnieuw krijgt hij die vraag: ‘Waar kom je nu écht vandaan?’ ‘Uit Middelburg? Nee dat bedoel ik niet.’ Hij praat over eenzaamheid, over botsingen tussen generaties, over daten en pesten, over discriminatie, vooroordelen en behoefte aan groepsgevoel. En overal duiken die vader en moeder op: de reuzen in het gezin, de mensen die álles willen, die álles verwachten van hun zoon of dochter. Dat is een zware belasting voor een kind.
Dit boek is een ontroerende documentaire, een bij vlagen emotionele beschrijving van een gespleten leven dat niet alleen de auteur, maar ook diens sibbelingen leiden. Eeuwig zoekend naar goedkeuring, naar lof, naar voor-vol-worden-aangezien door al die medelanders die hen als een Chinees bekijken. Want ze zíjn geen Chinees. Ze zijn dubbel en daarmee ook dubbel zoveel waard. Een boek voor ‘bananen’, maar evenzeer voor andere dubbel-landers.
Een prachtig boek, fraai geschreven, vol empathie.
Pete Wu – De bananengeneratie. Over het dubbelleven van Chinese Nederlanders van nu. ISBN 978-94-9316-803-9, 286 pagina’s, €22,50. Amsterdam: Dag Mag 2020.