Een land en veel meer om verliefd op te worden
Ooit wilde Fiona Hanning fotograaf worden. Op haar achttiende ging ze met haar beste vriendin Evie Blundell naar een kunstkamp in Londen. Op zich al geweldig, maar het avontuur werd volmaakt toen ze daar les kreeg van Gabriel Burnett, een beroemde fotograaf. Burnett was niet alleen beroemd, maar ook buitengewoon aardig en aantrekkelijk. Fiona viel als een blok voor hem. En zij leek hém ook niet helemaal onberoerd te laten… althans, dat dácht ze. Tot hij haar hart brak.
Ze verliet de school en werd autodidact. Met haar foto’s en haar verhalen vult ze nu een veelbekeken blog. Ze doet mee aan een wedstrijd en wint de hoofdprijs: een stage van twee weken bij de wereldberoemde fotograaf Yutaka Araki in Tokio. Fiona kan haar geluk niet op. Maar als ze in Tokio arriveert is het niet Araki die haar van het vliegveld haalt, maar Gabriel Burnett. Hij vervangt de meester, die wegens familieomstandigheden verstek moet laten gaan. Fiona’s hart staat stil. Gelukkig lijkt Gabriel haar niet te herkennen. Hij gaat met haar tempura eten, levert haar af bij haar logeeradres en haast zich naar huis.
Fiona verblijft bij een gastgezin dat een kleine theewinkel heeft. Gastvrouw Setsuko, haar moeder Haruko en (klein)dochter tiener Mayu doen hun uiterste best Fiona in te wijden in het Japanse leven. Ze leren haar hoe theeceremonies gaan, kleden haar in een fraaie kimono, nemen haar mee naar de parade waar duizenden Japanners zich het hele jaar op verheugen, de sakura, de dag dat de kersenbloesem bloeit. Intussen toont Gabriel zich van een minder gastvrije kant. Fiona voelt zich knap opgelaten. Ze is duidelijk een ‘opgelegd karwei’, hij vindt zijn mentorschap verspilling van zijn tijd. Tot Fiona hem haar foto’s laat zien van de kersenbloesemdag. Dán ontdekt hij plotseling dat ze meer is dan een ‘plaatjes-maker’, hij kijkt opeens anders naar haar en in zijn hoofd begint iets te dagen. Iets uit een ver verleden, toen deze jonge vrouw een schoolmeisje was op een kunstkamp. De narrige, arrogante Gabriel verandert langzaam maar zeker.
Auteur
Julie Caplain wilde van jongs af aan schrijfster worden. Voor het zover was kwam ze in de mondaine wereld van de PR terecht waarbij ze vooral werkte voor luxemerken. In die functie organiseerde ze persreizen en nam journalisten mee naar grote steden over de hele wereld. Het bleek een prachtige voedingsbodem voor haar latere carrière. Al haar romans spelen in een (verre) grote stad. Ze debuteerde met The Little Café in Kopenhagen. Caplain schreef ook romantische comedies onder de schuilnaam Jules Wake.
Het is duidelijk dat de stad Tokio voor de schrijfster weinig geheimen heeft. Prachtig is haar beschrijving van de vrolijke tiener Mayu (felblauwe pruik, witte kniekousen, kort geruit rokje, sneakers met dikke zolen en felgeel gevoerd jasje) die Fiona meeneemt naar Butterfly House Tokio: Een verrassing. Te Gek. Je zult het fantastisch vinden. Beter dan die saaie oude kersenbloesem! Daarna volgt zo’n meeslepend verhaal over een hypnotiserende voorstelling, dat uw recensent het niet kon laten Butterfly House Tokio te googelen. Om daarna al even gefascineerd met Fiona en Mayu mee te kijken.
Dat maakt dit boek tot een meer-dan-doorsnee roman. Eigenlijk is het gewoon een fris, jong, aardig en goed geschreven liefdesverhaal, maar de situering in Tokio maakt het tot iets bijzonders. Ik neem aan dat Caplain hetzelfde doet in haar andere ‘steden-romans’. Mooi bedacht.
Een ontspannend, hartveroverend verhaal met een heerlijke Japanse kers op de taart.
Julie Caplain – De kleine theewinkel in Tokio. Vertaald uit het Engels (The Little Teashop in Tokyo) door Jolanda te Lindert. ISBN 978-94-0270-645-1, 350 pagina’s, €17,50. Amsterdam: HarperCollins 2020.