Duivels complot
Om de brandstapel te ontvluchten slaan van hekserij verdachten op de vlucht. Waar vind je in Europa een veilige plek?
Van 1618 tot 1648 woedde in Europa de hevigste, maar gelukkig ook de laatste internationale godsdienstoorlog. Het conflict tussen rooms-katholieke en protestantse vorstendommen speelde zich vooral af in het Heilige Roomse Rijk, grofweg de Duitstalige gebieden van Europa. De oorlog eiste zoveel slachtoffers dat de componist Heinrich Schütz (1585-1672) stopte met het componeren van muziekstukken voor koor omdat er eenvoudigweg onvoldoende zangers beschikbaar waren om ze uit te voeren. De bevolking werd soms letterlijk gedecimeerd. Schütz beperkte zich tot composities voor kleine bezetting.
Of het nog niet genoeg was, beleefden in deze periode de heksenvervolgingen hoogtijdagen. In de katholieke steden en regio’s waren geestelijken druk doende het in hun ogen vreselijkste kwaad te bestrijden. Dat kwaad waren heksen en vaak hun familie. Zij hadden een pact met de Duivel gesloten teneinde onder de christenen dood en verderf te zaaien. De aanklachten konden legio zijn. Gewijde hosties werden vertrapt, waterbronnen vergiftigd, ontucht gepleegd, kinderen geslacht, kinderbloed gedronken, onweer over het gewas uitgeroepen of vee ziek gemaakt.
Nam men eerst alleen oude vrouwen op de korrel, het duurde niet lang of mannen, vrouwen en kinderen werden levend verbrand. Verbranden was nodig omdat men meende dat hekserij besmettelijk was. Alleen vuur kon het ketterkwaad verdelgen.
Verdachten werden onderworpen aan ernstige martelingen opdat zij de namen zouden noemen van andere heksen. Zo kon de heksenvervolging zich als een olievlek uitbreiden en vielen er juist in de periode van de Dertigjarige Oorlog honderden onschuldigen. Van vrijspraak was tijdens de heksenprocessen nimmer sprake. Wie volledig meewerkte mocht hopen op wurging of onthoofding alvorens te worden verbrand.
Auteur
Jacqueline Zirkzee (1960) studeerde economische en sociale geschiedenis in Leiden. Zij debuteerde in 2001 met Mykene, een historische roman over de Trojaanse Oorlog. Daarna schreef ze onder meer De eerste priesteres. Haar nieuwste roman Het Heksenhuis voert naar een turbulente tijd van 400 jaar geleden waarin we kennis maken met vele historische figuren en enkele voor het verhaal benodigde fictieve personages. Buitengewoon overtuigend en bij gelegenheid huiveringwekkend wordt de angstcultuur rond de Duitse heksenjachten beschreven. Hoewel in onze tijd onbegrijpelijke complottheorieën ook aan de orde van de dag zijn is het verbijsterend te lezen wat de consequenties zijn wanneer complotdenkers de macht in handen krijgen. Vooral wanneer onder zware tortuur ontlokte bekentenissen voor waarachtig worden gehouden staat het verstand stil.
Wil men het vege lijf redden alvorens geheel naakt in een koude kerker te worden opgesloten om uiteen te worden gereten en verbrand, dan was vluchten de enige mogelijkheid. Dit was niet zonder gevaar, omdat men bij een tocht door de Duitse gebieden overal geconfronteerd kon worden met oorlogshandelingen. Niet alleen Duitse soldaten, maar ook Franse en Zweedse troepen opereerden in het Duitse Rijk om hun belangen veilig te stellen.
In Het Heksenhuis onderneemt een groepje mannen, vrouwen en een kind de tocht op zoek naar veilig gebied. De reis zal eindigen in Holland waar men in Oudewater op de beroemde weegschaal kan bewijzen geen heks te zijn en in het bedrijvige Leiden een plek vindt om een religie naar eigen keuze te beoefenen.
Deze historische roman heeft een rijke inhoud omdat de lezer zich goed gedocumenteerd op de hoogte kan stellen van zowel de ergste heksenvervolging als de verschrikkelijkste godsdienstoorlog die Europa heeft gekend.
Daarbij geven de persoonlijke lotgevallen van de personages een kleurrijk en ontegenzeglijk spannende sfeer aan het verhaal.
Behalve als onderhoudende roman heeft dit boek beslist ook educatieve waarde.
Jacqueline Zirkzee – Het Heksenhuis. ISBN 978-90-831-1451-4, 370 pagina’s, € 20,99. Maassluis: Uitgeverij De Brouwerij 2020.