Ken je me nog?

Willem zorgt voor Tineke, Tineke glijdt weg

‘De kracht die mij aan haar bindt, is onze verbondenheid.’

Vrij snel nadat Willem en Tineke Brouwer met pensioen gaan vertoont Tineke de eerste symptomen van dementie. Zoals zij allebei weten is dat een diep invaliderende ziekte die na jaren van steeds zwaarder lijden onherroepelijk leidt tot algehele afhankelijkheid en de dood. Het is voor Willem en Tineke een afschuwelijk vooruitzicht. Maar Willem stelt zijn vrouw gerust: ‘Hij zal altijd voor haar blijven zorgen.’ Deze zorg, die steeds meer van hem vergt, gaat Willems leven beheersen. Tineke smeekt hem eens ‘Gooi mij niet weg’, ze is doodsbang dat ze tóch naar een verpleegtehuis moet. Maar hij bezweert haar dat ze samen blijven, in hun eigen huis. Willem schrijft een boek over hun leven samen. De bange woorden van Tineke vormen de titel daarvan. Hun leven in liefde, waarin dementie de ongenode Dritte im Bunde werd, het kernpunt.

Langzaam maar zeker glijdt Tineke verder af. Nadat Willems boek gepresenteerd is gaat hun beider leven verder. Zijn diepe liefde geeft hem kracht, terwijl zijn vrouw steeds krachtelozer  wordt. Dit tweede boek gaat over het eind van Tineke’s leven, zij verkeert in de laatste fase van dementie en gaat op de dood af. Kent zij mij nog, vraagt Willem zich af. Kent zij haar zoons nog? Vindt zij het erg of juist fijn om door mij en door vreemden verzorgd te worden? Geneert ze zich omdat ze incontinent is geworden? Geniet ze van het zonlicht dat de kamer in schijnt? Moet ik haar wel elke dag aankleden en naar beneden dragen? Zit ze graag in de ligstoel of zou ze liever gewoon in bed blijven liggen? Tineke begrijpt hem niet meer. Ze kan ook niet meer praten. Hij geeft haar in dit boek toch een stem, kleine stukjes cursieve tekst van verinnerlijkt reageren. Maar wél bedacht door Willem, als houvast, antwoord op vragen die hij zichzelf vaak stelt.

Auteur

Willem Brouwer (1941) en Tineke Brouwer (1942-2020) studeerden beiden geneeskunde aan de Rijksuniversiteit van Groningen, waar ze elkaar leerden kennen. Willem specialiseerde zich in obstetrie en gynaecologie aan het OLVG in Amsterdam, Tineke in anesthesiologie aan de VU, ook in Amsterdam. Ze gingen allebei werken aan een ziekenhuis in Leeuwarden: hij van 1976 tot 2007, zij van 1976 tot 2002. Brouwer werd na zijn pensionering tot 1-4-2019 kwaliteitsfunctionaris van het ziekenhuis. In 2018 verscheen zijn boek Gooi me niet weg. Een liefdevol verhaal over partnerzorg bij dementie.

Dit boek bestrijkt het eindstadium van Tineke’s ziekte tot en met de dag waarop ze overlijdt, 30 mei 2020, de dag waarop 51 jaar eerder haar zoon Reinoud werd geboren. Brouwer vermeldt dat kort, zoals hij door het hele verhaal heen herinneringen aan hun gezamenlijke leven ophaalt. Want Tineke Brouwer is voor hem op de eerste plaats de vrouw met wie hij een leven deelt en naar wier einde hij zo goed als hij kon de weg voor haar heeft geplaveid. Op de kaft prijkt een foto van de mooie jonge, 29-jarige Tineke, de vrouw zoals hij haar altijd is blijven zien, ook toen ze hulpeloos werd.

Het op en neer gaan in de tijd – door het ophalen van herinneringen – biedt lezers die te maken hebben met dementie misschien een handvat voor hun eigen benadering tegenover een patiënt. Want de ziekte sloopt, maar het voorbije leven was waardevol, een steun om op terug te kijken.

Een liefdevol en heel indrukwekkend boek. Mooi geschreven, geen tranentrekker maar heel goed ingehouden van toon.

Ik zou meer van Willen Brouwer willen lezen. Misschien over ‘zijn leven nadat’? Over mensen in zijn situatie?

Willem Brouwer – Ken je me nog? ISBN 978-90-8311-450-7, 191 pagina’s, €20,00. Maassluis: Uitgeverij De Brouwerij 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Ziekte. Bookmark de permalink.