Succes onder de loep
Het maken van een Nederlandse speelfilm is niet zonder risico’s. Analyse van een kaskraker.
‘Als ik u vraag, heeft u een beeld bij de Tweede Wereldoorlog? Dan zegt u massaal Ja, Rutger Hauwer op een motor!’ , aldus Diederik van Vleuten aan het begin van zijn programma Buiten schot.
De film Soldaat van Oranje ging in première op 23 september 1977. De vijf belangrijkste mannen achter dit filmsucces, dat anderhalf miljoen bioscoopbezoekers zou trekken, waren auteur Erik Hazelhoff Roelzema, producent Rob Houwer, scenarioschrijver Gerard Soeteman, regisseur Paul Verhoeven en acteur Rutger Hauwer. Als zesde mag ook componist en arrangeur Rogier van Otterloo genoemd worden.
In 2005 werden de contracten getekend voor een musicalproductie met het boek van Hazelhoff Roelfzema als uitgangspunt. De musical had 21ste-eeuwse proporties en liep negen jaar totdat corona een einde maakte aan de voorstellingen. De teller van het aantal bezoekers stond toen op drie miljoen.
Auteur
Erik Hazelhoff Roelfzema (1917-2007) publiceerde in 1970 de roman Het hol van de ratelslang. Een jaar later verscheen het boek onder de titel Soldaat van Oranje. Gezien de enorme populariteit van zowel de film als de musical, zou men bijna zeggen: ‘De rest is geschiedenis’.
Dat het tegendeel het geval is, leest men in Op zoek naar Soldaat van Oranje van filmjournalist en scenarioschrijver Bart Juttmann (1981). Het produceren van een naar internationale maatstaven grote speelfilm als ook het op de planken zetten van een spectaculaire musical voor bijna 1200 bezoekers per voorstelling, is een heikele onderneming.
Misschien moet de kern van het succes worden gevonden in de persoonlijkheid van Hazelhoff Roelfzema. Hij was opgegroeid in Nederlands Indië, had avontuurlijke ervaringen in Noord en Zuid Amerika en schrok niet terug voor gevaarlijke uitdagingen. Hij werd gevormd door Hollandse nuchterheid, conservatieve opvattingen en een vleugje oosterse mystiek. Daarmee heb je echter nog geen film van 2 ½ uur die in Tuschinski in première gaat in aanwezigheid van de hele koninklijke familie.
Bijna even spannend als een clandestiene overtocht over de Noordzee in oorlogstijd, is er de financiering, het scenario, het samenstellen van de crew, de casting, het draaien van de film, de montage, de nasynchronisatie en de muziek.
Behalve deze zaken, was de promotie van de film van groot belang. Zo bleek cruciaal dat smaakmakers als Willem Duys en Henk van der Meijden op televisie en in de Telegraaf positieve publiciteit gaven.
Ook prins Bernhard gaf zijn steun en werd beschermheer van de film. Het kwam wel vervelend uit dat hij kort daarna verzeild raakte in de Lockheed-affaire. Uiteraard werd overwogen de prins zijn cinematografische functie af te nemen, maar daar schrok men toch voor terug. Trouwens, iedere publiciteit is welkom. Ook negatieve berichtgeving.
Hoewel iets minder spectaculair, moesten bij de musical ook hobbels worden genomen. Bijvoorbeeld bij de filmmuziek van Rogier van Otterloo die niet zomaar voor de musical gebruikt mocht worden.
Dit boek verrast niet alleen door het gedetailleerde verhaal van zowel film als musical, als ook door de informatieve biografieën van alle betrokkenen. Juttmann toont zich een uitstekend journalist. Hij blijkt in staat een onderhoudende schrijfstijl te combineren met het overzichtelijk in kaart brengen van soms wispelturig bronnenmateriaal. De lezer krijgt met dit boek over Nederlandse theaterkunst veel waar voor zijn geld.
Bart Juttmann – Op zoek naar Soldaat van Oranje. ISBN 978-90-640-3895-2, 280 pagina’s, € 19,95. Amsterdam: Uitgeverij International Theatre & Filmbooks 2020.