Corona scheidt tweelingbroers
Als Alexander/Alex/Lex op 16 maart premier Rutte tijdens zijn eerste Corona-persconferentie hoort zeggen dat ons land voor de ‘ernstigste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog’ staat, is hij onder de indruk. Hij heeft er net een golfvakantie in Oostenrijk op zitten. De directie van het hotel heeft zijn vriendengroep verteld dat de pistes gingen sluiten en dat de maaltijden op de kamer genoten moesten worden. Vanwege besmettingsgevaar. Ze besluiten naar huis te gaan. Als Rutte vijf dagen later de noodklok luidt, weet hij dat het ook in Nederland ernst is. Er moeten maatregelen genomen worden anders vallen ook hier straks bij bosjes de doden, net als in Woehan en net als inmiddels ook in het toch wel erg nabije Italië. Hij besluit de toestand te gaan bespreken met zijn tweelingbroer Nidas.
Nidas hoont Alex’ zorgen weg. Rutte is kennelijk allerlei ernstige crises vergeten: de Vietnamoorlog, de vrijheidsstrijd in Indonesië, Korea om maar wat te noemen. Die man zegt maar wat. Hij overdrijft. En hij heeft het over de bescherming van zwakken en ouderen alsof hij de afgelopen jaren niet enorm bezuinigd heeft op de gezondheidszorg. Dáárom zijn er te weinig IC-bedden. Dat heeft niets met die griep te maken. Anderhalve meter afstand? Waanzin. Elders houden ze één meter aan. Iedereen doet maar wat. En Nidas is dan ook niet van plan zich door Alex, Rutte en het Coronavirus op stang te laten jagen.
Alex wijst zijn broer op de teksten van Ilja Leonard Pfeiffer, die vanuit Genua voor de NRC een Coronadagboek bijhield, onrustbarende verhalen uit een stad waar het virus talloze slachtoffers maakte. ‘Paniekzaaierij,’ vindt Nidas. Elk ongerust argument van Alex wordt door hem weersproken.
Auteur
Willem Frederik Erné (1953) is schrijver, vertaler en musicus. Hij werkte jaren als multi-instrumentalist bij Seth Gaaikema en Henk Elsink. Hij debuteerde in 2017 met De arrogantie van het doorgeefluik, daarna volgde in 2019 Voor de liefde en de zee.
Als de tijd voortschrijdt en de ziekte verder om zich heen grijpt drijven ook de tweelingbroers verder uit elkaar. De een volgt de regels, de ander gelooft in complottheorie en wijst elke overheidsmaatregel af. Als hun oudere zus Jeanne niet meer bij hun bejaarde moeder in het verpleegtehuis op bezoek mag reageert Alex ontdaan. Nidas vindt het waanzin, al was hij geen trouw bezoeker. Hij noemt Corona dan ook consequent ‘griep’. De sterftecijfers op het Journaal zijn ‘pure sensatieberichten’.
Erné beschrijft niet alleen de Nederlandse geschiedenis rondom Corona. Hij is zelf schrijver en musicus en maakt van die twee ervaringswerelden gebruikt door de tweelingbroers Alex en Nidas ieder één van zijn beroepen aan te meten. Zo kan hij hen ook verschillend laten denken en spreken over het Coronabeleid. Steeds staan Alex en Nidas pal tegenover elkaar. Zij symboliseren de patstelling in ons land: de feiten- en wetenschapsvolger versus de complotdenker. De landelijke politiek en de kabinetscrisis spelen ook een rol in dit verhaal.
Nu het boek uitkomt, is de coronacrisis nog niet ten einde, al is het einde met de algemene vaccinatie hopelijk wel in zicht.
Moedig van Erné om – buitengewoon boeiend en empathisch geschreven – nu al een voorschot te nemen op alle virusboeken die ongetwijfeld gaan volgen. Deze histoire très contemporaine is het lezen meer dan waard.
Willem Frederik Erné – Oogst van de angst. ISBN 978-90-8276-534-2. 334 pagina’s, €19,99. Hengelo: Uitgeverij De Wielen2 2021.