Openhartige verhalen van vrouwen die hun partner hebben verloren
Ieder rouwproces is uniek, maar er zijn ook overeenkomsten.
De man van Eugénie pleegde zelfmoord; die van Jolien koos voor euthanasie. Philipinne verloor haar partner door een skiongeluk en Sophie was aan het werk toen haar man thuis overleed aan hartfalen.
Net als negen andere vrouwen die vertellen over het verlies en de tijd daarna hebben ze één ding gemeen: weduwen is ook een onverbiddelijk werkwoord dat ze in hun eentje moeten leren vervoegen.
Eugénie bijvoorbeeld noemt de zelfdoding van haar man, die vreesde dat hij aan het dementeren was, een daad van liefde en moed. Ze verhuisde, volgde traumatherapie en heeft haar leven weer aardig op de rit. Maar echt gehuild heeft ze sinds zijn dood in 2014 nog steeds niet. Niemand kan het grote verdriet wegnemen. Desondanks helpt het wel als mensen er zijn en luisteren.
Maar lang niet iedereen weet hoe hij het beste kan omgaan met weduwen. Ook Lisette Schuitemaker niet, die zich sinds de jaren ’90 verdiept in het vergroten en transformeren van bewustzijn. Ik ben geen weduwe, maar een aantal van mijn vriendinnen wel. Soms praten we over wat er met hun lief gebeurde en hoe het nu met hen gaat, maar soms ook niet. Menigmaal voel ik me onbeholpen in het contact, onzeker, verlegen zelfs in het zicht van zulk alomvattend verdriet.
Auteur
Lisette Schuitemaker (1954) studeerde Oude Talen aan de Universiteit Leiden en haalde later een BSc in Brennan Healing Science in de Verenigde Staten. Voordat ze ging schrijven over persoonlijke ontwikkeling had ze een communicatiebureau en een praktijk als life coach. Haar boeken Gelukkig zonder kinderen en Het oudste dochter effect zijn in vijf talen uitgebracht.
Schuitemaker vond het fijn om een jaar met weduwen door te brengen. Want weduwen zijn puur. En de vrouwen die meewerkten aan het boek vonden dat idem dito. Ze hoefde maar een vraag te stellen en ze legden hun relaas op tafel. Kanker, een hersenbloeding, embolie, ongeluk of hartstilstand; hoe persoonlijk hun verhalen ook zijn, er is ook een patroon.
Ze wilden niet dat het gebeurde, maar toch gebeurde het. En ze bleven positief, deden wat ze konden om de draad weer op te pakken en hoopten, soms tegen beter in, op een goede afloop.
Zo is Pauline al weer jaren gelukkig getrouwd. Hoewel ze zich had voorgenomen nooit meer iemand zo dichtbij te laten komen. Haar vriendin sprong voor de trein, vlak nadat haar moeder stierf. Marianne was nog maar 23 jaar toen ze haar man een maand na hun huwelijk verloor. Ook haar tweede echtgenoot overlijdt na tien jaar, aan hartfalen. Hun dochter en haar partner woonden een paar jaar bij haar in. Maar pas nu geniet van ze van haar vrijheid.
Schuitemaker heeft de vrouwen prachtig geportretteerd. Zonder sensatie, zonder enige valse emotie. Minstens zo indrukwekkend als de ontboezemingen van de vrouwen is de ervaring van de auteur zelf. Zij bood hun niet alleen een luisterend oor, ze heeft er zelf ook veel van geleerd. En dat is de absolute meerwaarde van dit boek. Herkenbaar voor een weduwe, maar misschien nog waardevoller voor iedereen die iemand in zijn directe omgeving kent die haar of zijn lief heeft verloren.
Zo doet ‘Wat kan ik voor je doen?’ het nog altijd beter dan ‘Je kunt me altijd bellen’. En ‘Kom een keertje eten’ is te vrijblijvend. Wat te denken van ‘Heb je zin om vrijdag een hapje mee te eten?’. En sla een verjaardag niet over. Of de sterfdag. Leren leven met een verlies duurt immers lang. En daarom mogen we niet vergeten. De overledene niet, maar zeker de weduwe niet!
Lisette Schuitemaker – Weduwen, hoe werkt dat? Veerkrachtige verhalen van vrouwen die hun lief verloren. ISBN 978-90-003-6540-1, 264 pagina, € 20,99. Amsterdam: Unieboek | Het Spectrum 2020.