Katendrecht tijdens de oorlog
Een Surinaams gezin emigreert naar Nederland. Ze vestigen zich in de Rotterdamse wijk Katendrecht en maken daar de Tweede Wereldoorlog mee.
Het Surinaamse gezin Burgerhart moet emigreren naar Nederland. Ze reizen per boot naar Rotterdam. Het gezin vindt daar rust. Het wordt oorlog en de ouders verspreiden illegale krantjes. Ze worden gearresteerd en dochter Rosa moet voor haar broertje zorgen. Ze gaat wonen boven het jazzcafé Belvédère, waar ze ook werkt. Het is er betrekkelijk veilig want Katendrecht was een buurt met veel prostituees en daarom verboden voor Duitse soldaten.
Op een dag wordt door enkele mannen uit het verzet een onbekende man uit de rivier gehaald. Ze laten hem onderduiken in het Belvédère. Hij wordt aan Rosa toevertrouwd. De man die ze Carl noemen is zijn geheugen kwijt. Heel geleidelijk komt het terug en er ontwikkelt zich een romance tussen Rosa en Carl. Het verleden van Carl wordt ook duidelijk en dat geeft de nodige spanning.
Auteur
Tanya Commandeur (1969) studeerde Romaanse Talen en Culturen. Ze werkt als freelance redacteur en vertaler voor diverse tijdschriften. In 2005 verscheen haar eerste boek Wallada’s Gasten. Daarna volgden nog twee historische romans: De man die alles achterliet en Uit liefde, meneer Tuschinski.
De roman speelt zich af op twee plaatsen: Rotterdam en Paramaribo. In een flashback wordt het leven beschreven van het gezin Burgerhart in Paramaribo. Het zoontje Lucky is geestelijk gehandicapt. Moeder denkt hem via winti weer normaal te maken. Ze nodigt een bonuvrouw uit om via bepaalde rituelen de jongen te genezen. Dat gelukt haar niet en haar conclusie is dat Lucky vervloekt is en bezeten is door een bakru, een kwaadaardige bosgeest. Het gerucht dat Lucky ongeluk veroorzaakt verspreidt zich snel in Paramaribo. Lucky moet van school af en niemand mag nog met hem spelen. Het gezin raakt in een isolement en daarom besluiten ze naar Nederland te emigreren.
De schrijfster heeft kennelijk research gedaan naar de omstandigheden op Katendrecht in de oorlog en in het bijzonder het café Belvédère. In de roman wordt dit café beschreven zoals het in de werkelijkheid was. Het was beroemd om de muziek die er werd gespeeld. De Duitsers hadden een hekel aan jazz, die ‘negermuziek’ was veel te Amerikaans. Van de betrekkelijke vrijheid in Katendrecht werd geprofiteerd en er werd muziek gespeeld van hoog niveau met bekende jazzmusici zoals Kid Dynamite, Teddy Cotton en Boy Edgar. De schrijfster is er goed in geslaagd de sfeer in het café te beschrijven. Het meeste wordt verteld vanuit het perspectief van Rosa.
Dat Rosa een Surinaamse vrouw is wordt benadrukt omdat de tekst doorspekt is met uitdrukkingen in het Sranan (Surinaams). Gelukkig staat er achter in het boek een woordenlijst. De schrijfster is er in geslaagd een roman te schrijven die leest als een trein en een onbekend stukje geschiedenis vertelt. Het enige dat jammer is dat het verhaal van de drenkeling niet goed wordt afgerond.
Tanya Commandeur – Rosa’s oorlog. ISBN 978-90-263-5375-8, 384 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Ambo | Anthos 2020.