Een ode aan het reisboek
Reizen in je leunstoel, in bed in bad of op de wc. De wondere wereld van het reisboek.
Reizen. We hebben ernaar gesnakt de afgelopen coronatijd. Opeens waren veroordeeld tot thuisblijven, de afgelopen coronatijd. En onbeperkt reizen is er nog steeds niet bij. Maar als zelf reizen onmogelijk is dan kun je altijd nog lekker wegdromen met een reisboek. Dat kon natuurlijk altijd al voor wie geen zin had zelf de ijselijke kou of verzengende hitte te trotseren, wie er niet aan moest denken lek te worden gestoken muggen of insecten, ogen of geslachtsdelen van alle mogelijke dieren op moeten eten, ‘vieze’ lekkernijen aangeboden door de trotse plaatselijke bevolking of fungeren als melkkoe voor slimme autochtonen.
Al eeuwenlang hebben (ontdekkings-)reizigers, kolonialen en andere globetrotters hun ervaringen in de vreemde opgeschreven en gepubliceerd. Gerrit Jan Zwier grasduinde erin, rubriceerde ze enigszins en voorzag ze van een vaak ironisch commentaar.
Auteur
Gerrit Jan Zwier (1947) studeerde onder meer antropologie in Groningen. Deze inmiddels opgeheven studierichting besteedde veel aandacht aan de zogenaamde arctische culturen. Zwier reisde veel en graag, met name naar ‘koude’ landen.
Na een inleidend hoofdstuk Noord-Zuid over onder meer ervaringen met extreme kou en ditto hitte behandelt Zwier ontdekkingsreizen, wetenschappelijke reizen, kritische reizen, erotische reizen, romantische reizen en museale reizen. Bekende reizigers passeren de revue, Ik doe een greep: Paul Julien (zijn werk heeft de charme van een ouderwets avonturenboek), F. Springer, Robert Louis Stevenson, Margaret Mead, V.S. Naipaul (die Trinidad een ‘schelmenmaatschappij’noemt), Ryszard Kapuscinski, Cees Noteboom en Leo Frobemius. Maar ook uit het werk van veel mij vooralsnog onbekende schrijvers is veel interessants te melden.
De vooroordelen, vooral op religieus gebied, zijn niet van de lucht. De Portugese ontdekkingsreiziger Fernão Mendez Pinto over reïncarnatie: Beestachtige onzin…Het is eerder om te huilen. Overigens krijgen zending en missie nogal eens een veeg uit de pan. Volgens de Duitse bioloog Irenäus Eibl-Eiblesfeldt wordt hun houding jegens de inlandse bevolking op Nieuw-Guinea gekenmerkt door dezelfde bevoogding en bedilzicht als in koloniale tijden.
En passant vernemen we ook het nodige over de karakters van de aangehaalde auteurs. Zo was Henry Morton Stanley een ambitieuze dwingeland. Een biograaf noemt hem een zwetser, een gevoelloze, spijkerharde man die over lijken ging.
Frappant is te lezen dat de bevlogen Britse natuurvorser Alfred Russell Wallace het Nederlandse koloniale bewind in Indonesië als een vorm van vaderlijk despotisme. Hij prijst het cultuurstelsel.
Men loopt niet altijd over van enthousiasme. Zo noemt een zekere James Fenton het Amazonegebied de aars van de wereld. En je loopt ook risico’s, zoals de bekende gorillakenner Dian Fossey, die in Rwanda door stropers werd vermoord.
Hans Werner trouwde een Chinese vrouw en leerde ten zeerste rekening te houden met haar familie. Hij had het niet zo op de Chinezen. Nergens ter wereld wordt men zo flodderig behandeld als in Chinese eethuizen.
Uw recensent zou nog pagina’s door kunnen gaan met prachtige citaten uit dit zeer lezenswaardige boek. Juist in deze coronatijd, waarin reizen niet of slechts beperkt mogelijk is, is het prachtig te lezen over de ontberingen van anderen in de eigen luie stoel met dit boek of de e-reader op schoot. U hoeft lekker niet.
Gerrit Jan Zwier – Reis naar het spiegelpaleis. Een ode aan het reisboek. ISBN 978-90-450-4377-7, 228 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Atlas Contact 2021.