Biesheuvels mooiste verhalen
Een groep lezers en liefhebbers van het werk van J.M.A. Biesheuvel koos 45 van zijn beste verhalen
Maarten Biesheuvel overleed 30 juli 2020. Uitgever Van Oorschot eerde hem met een prachtige dundruk. Zijn verhalen van zijn vaak autobiografisch en zeer gevarieerd. Ze gaan onder andere over zijn ervaringen als matroos. Hij is heel openhartig over zijn angsten, depressies en zijn verblijven in psychatrische inrichtingen. Ook over zijn directe omgeving gaan zijn verhalen: zijn huis, zijn werkkamer en zijn vrouw Eva. Zijn gereformeerde jeugd was eveneens een inspiratiebron.
Auteur
J.M.A. (Maarten) Biesheuvel (1939-2020) studeerde rechten in Leiden. Zijn bijvak was Russisch. Deze studie bracht hem in contact met Karel van het Reve. Hij volgde ook nog een studie Bibliotheekwetenschap. Zijn levenlang schreef hij verhalen. In 1972 debuteerde hij met de bundel In de bovenkooi. Enkele malen werd hij wegens zijn manische depressiviteit opgenoemen in een psychiatrisch ziekenhuis. Desondanks wist hij een zeer omvangrijk oeuvre op te bouwen. Hij ontving zowel de F. Bordewijkprijs en de prestigieuze P.C. Hooftprijs. Sinds 2015 bestaat de J.M.A. Biesheuvelprijs voor de beste korteverhalenbundel.
In deze verzamelbundel komen alle onderwerpen wel aan de orde. Enkele van de meest opmerkelijkste verhalen gaan over zijn belevenissen als ketelbinkie, matroos. Hij verlangde hartstochtelijk naar de zee, maar als slim gymnasiummannetje met een bril was hij bij de ruwe zeebonken een voortdurend doelwit om te pesten. Met hem werden levensgevaarlijke streken uitgehaald. We zien dat in verhalen als Inwijding en Tankercleaning. Zo wordt hij bang gemaakt met verhalen over een vorige ketelbink die verdronken is. In de machinekamer wordt hij in een bak olie gegooid en daarna op harde en sadistische wijze schoongeboend. Ook werd hij in een sluis overboord gegooid en daarna enkele keren van de touwladder gegooid. Ik begon de ladder te beklimmen en zag vele meters boven mij de lachende gezichten van de mannen die wekenlang mijn enige metgezellen op het water zouden zijn.
In zijn verhalen kunnen we vaak ervaren dat Maarten een eenzaam persoon was die verlangde naar vriendschap, zelfs van de zeelui. Hij verlangde ook terug naar de geborgenheid van zijn jeugd. Met zijn vader had hij een uitstekende relatie. Daarvan getuigen enkele verhalen. Vlak na de oorlog gaat zijn vader met hem naar zee, want tijdens de oorlog was dat niet mogelijk. Op een fiets met massief rubberen banden en met regen en harde wind reed zijn vader van Schiedam naar Hoek van Holland. De zee maakte een overweldigende indruk. Het verhaal Schip in dok gaat over een zondag in het gezin. Maarten was volmaakt gelukkig; de kerk, de koffie thuis, de heerlijke maaltijd en de wandelingen. Met zijn vader, die op een scheepswerf werkte, gaat hij naar de werf waar het schip de Nieuw Amsterdam lag. Zijn vader geeft een rondleiding. Maarten genoot en droomde dat hij later zeeman zou worden.
Biesheuvel is in zijn autobiografische verhalen heel openhartig, zelfs over zijn verblijf in wat hijzelf het gekkenhuis noemde. Het verhaal De heer Mellenberg gaat daarover. Hij maakt kennis met een andere patiënt. Mag ik me even voorstellen? vroeg ik bedeesd. Ik ben God, Jezus en de Messias. De manier waarop Biesheuvel hierover schrijft is heel opmerkelijk. Zijn toon is steeds laconiek en ironisch. Zijn ‘avonturen’ met de heer Mellenberg zijn hilarisch. Hun gesprekken zijn heel erudiet. Het mooie is de manier waarop Mellenberg het personeel voor de gek houdt. Hij heeft ook absurde theorieën. Waarschijnlijk laat Biesheuvel zijn rijke verbeelding gaan.
Het huwelijk met Vera is voorbeeldig. Ze is heel tolerant. Dat blijkt bijvoorbeeld in het verhaal Reis door mijn kamer. Er hangen veel afbeeldingen van zijn idool Marilyn Monroe. Hij bewonderde haar en wijdt enkele bladzijden aan haar. Vera vond het prima. Hij wilde dat ze zich Monroe-achtig kleedde, maar dat ging toch te ver. Het verhaal geeft veel informatie over Maarten. Bladzijden lang wordt alles van het interieur beschreven, soms heel gedetailleerd. Het lijkt of thuisblijven voldoende is voor hem, maar in het verhaal Merel heeft hij een woedeaanval. Hij smijt zijn schrijfmachine op de grond. Zijn vrouw raadt hem aan te gaan reizen. Dat doet hij dan ook uitbundig. Op een nacht hoort hij een nachtegaal, maar hij wordt wakker in zijn eigen kamer en Eva zegt dat het een merel is. Alles gedroomd?
De verbeelding en de absurde humor gaan soms ver. Wat te denken van het verhaal Met één been in het graf. Aan boord van een vissersschip verliest Mallevoet een been. Hij wil dat het been ingezouten wordt zodat het bewaard kan worden. Later wordt het been begraven in het familiegraf. Nog iets met een graf. Als de moeder van Maarten precies vier jaar dood is , mag hij haar opbellen. Hij belt de begraafplaats en krijgt de beheerder aan de telefoon die hem doorverbindt. Hij vraagt haar hoe het is om dood te zijn. Je ligt maar, het is donker, je wisselt klopsignalen met andere doden uit.
Het is moeilijk een boek als deze bloemlezing te bespreken. Een paar karakteristieke verhalen zijn uitgekozen, maar ze zijn bijna allemaal de moeite waard. De prachtig uitgegeven dundruk is een uniek bezit.
J.M.A. Biesheuvel – Schip in dok. ISBN 978-90-2852-1100-1, 315 pagina’s, € 26,50. Amsterdam: Van Oorschot 2021.