‘Ben jij die Belg?’
Belgische journalist woont een jaar lang tussen de Urkers.
In 2009 bezocht de Belgische journalist Matthias Declercq Urk om verslag te doen van een moordzaak. Het gelukte hem toen niet om met de plaatselijke bevolking in contact te komen. Tien jaar later wil hij het overdoen en gebruikt daarvoor de antropologische methode participerende observatie. Declercq gaat een jaar wonen bij een orthodox gereformeerd gezin, een gouden greep.
De bevolking is heel argwanend, maar vaak wordt hij ook warm ontvangen. Hij gaat mee vissen, bezoekt alle kerken, spreekt met dominees, met jongeren, drinkt mee in kroegen en illegale bars. Hij wordt door steeds meer Urkers ontvangen voor een gesprek. Meestal werd hij aangesproken met de woorden ‘Ben jij die Belg?’
Auteur
Matthias M.R. Declercq (1985) studeerde Politieke en Sociale Wetenschappen. Hij is op het ogenblik freelance journalist. Zijn stukken verschijnen in de krant De Morgen en in het wielertijdschrift Bahamontes. In 2016 debuteerde hij met De val en werd daarmee tweede bij de Debuutprijs 2017. Van De ontdekking van Urk is een zesdelige documentaire gemaakt. Het boek werd bekroond met De Loep 2020 in de categorie Signalerende Onderzoeksjournalistiek.
Het wordt de schrijver al gauw duidelijk: de visserij bepaalt het leven in Urk. De mensen daar houden van het vissersleven en het erbij behorende geloofsleven.
De vissers verlaten zondagnacht Urk en rijden dan naar de haven waar hun schip ligt. Tot vrijdag vissen ze op de Noordzee. Het weekend brengen ze door in hun woonplaats. De schrijver gaat een volle week mee met een vissersboot. Hij vond het wonderlijk dat die ruwe kerels aan boord ook tijd inruimen voor gebed en de Bijbel. Ze zijn zich ook ten volle bewust van de gevaren. De dood vaart mee, zegt een visser tegen hem.
Het indrukwekkende vissersmonument aan de Urker haven beeldt een vrouw uit in traditionele klederdracht. Ze kijkt naar het water waarin haar geliefde is vergaan. Om het beeld heen hangen tientallen marmeren platen met namen, leeftijden en kotternummers van de gestorven zeelui. De kerk moet troost bieden. Om wie gestorven is wordt gebeden in de kerk en de Bijbel werkt als medicijn.
Als Declercq naar Urk gaat benadert hij het voormalige eiland per boot. De contouren van Urk bestaan uit de vuurtoren en vele, vele kerktorens. De skyline van Urk is een zaagblad van kerktorens. Verreweg de meeste Urkers zijn gelovig en bezoeken op zondag in de regel tweemaal de kerk. Het gaat meestal om orthodox protestantse kerken. Met 94 procent heeft het dorp naar verhouding de meeste kerkleden en kerkgangers van het land. Op zondag verlaat iedereen zijn hol en loopt kriskras door elkaar naar een van de meer dan 25 kerken.
Een groot aantal kerken, maar ook veel verschillende. Vaak splitsen groepen zich af en begonnen een eigen kerk. Dan zijn er ook de thuislezers, die lezen thuis een preek. Declercq maakte een grondige studie van de kerken. Hij bezocht ze allemaal en sprak ook met alle dominees. Hij bemerkte dat er weinig eensgezindheid was over de Heere. Het is een archipel van overtuigingen waar ieder zich beroept op het eigen, grote gelijk.
Een groot probleem vormen de jongeren. Dat is het nog steeds en was het ook al tijdens het onderzoek. Er wordt in het weekend veel gedronken en drugs gebruikt. Ook vinden er veel vechtpartijen plaats.
Allochtonen zijn niet geliefd. Een Marokkaans gezin werd belaagd. De jongeren vielen het huis binnen en sloegen er op los. Er klonken ook kreten als vieze kutkankermarokkaan. Een ander voorbeeld gaat over het binnenvallen van een Turkse shoarmazaak. In beide zaken gaat het om rellen waar grote groepen jongeren bij betrokken waren. De Telegraaf publiceerde hierover een verhaal onder de titel Urk mag niet in moslimhanden komen. Dat laatste zal niet gebeuren want de schrijver meldt: dit dorp is wit als slagroom. Terwijl in Nederland 75 procent van de bevolking van Nederlandse afkomst is, is dat 96 procent in Urk. Het is wonderlijk hoe de ouders en dominees staan tegenover het wangedrag van de jeugd. Ze denken dat het wel over gaat als ze volwassen zijn en zich bekeerd hebben.
In het hoofdstuk Brave new world bespreekt Declercq de keerzijde van de brave, vrome Urkers. Hij bezoekt een gezin waar hij heel uitgebreid en gedetailleerd te horen krijgt hoe er op grote schaal aan visfraude werd gedaan. Het gaat dan om illegale handel buiten de visafslag om. De vissers mogen een bepaald quotum niet overschrijden. Daar houdt men zich niet altijd aan, ook als het gaat om ondermaatse vis. Het weer overboord gooien van vis vinden de vissers eigenlijk onacceptabel.
Veel geld wordt verdiend met drugstransport. Vissers in financiële moeilijkheden werden soms benaderd door de Amsterdamse mocromaffia. Het gaat dan om vervoer van drugs. In de Noordzee worden drugs overgeladen of ze worden vervoerd in een van de vele Urker vrachtwagens.
De auteur heeft zich soms negatief uitgelaten over Urk, maar daar staat veel positiefs tegenover. Toen hij enigszins ingeburgerd was maakte hij kennis met de gastvrijheid. Zo is hij meerdere keren uitgenodigd om vis te eten en was hij getuige van burenhulp. Toen hij op bezoek was bij de oude visser Reijer, die op bed lag vanwege een gebroken voet, brachten de buren soep, biefstuk en brood. Het werd hem duidelijk dat de collectieve burgerzin heel groot is.
Een mooi en compleet beeld van Urk en zijn bevolking.
Matthias M.R. Declercq – De ontdekking van Urk. ISBN 978-90-223-3765-3, 326 pagina’s, € 21,50. Amsterdam: Uitgeverij Podium, tiende druk 2021.