April 1945, inferno in een Duitse stad
‘De doden lagen als zijderupsen in cocons op het grasveld’
Op zondag 8 april staan de inwoners van het kleine stadje Halberstadt nog geheel onwetend op. ’s Avonds is hun stad verwoest, zijn er tientallen doden gevallen en zal het leven zoals het was nooit meer hetzelfde zijn. Halberstadt is gebombardeerd door de geallieerden. Zoals veel bombardementen die maand is het een volstrekt zinloos bombardement. Duitsland had de oorlog al verloren. Dat hoefde niet onderstreept te worden met apocalyptisch vernielingswerk.
Nadat de stad ontwaakt is gebeuren er allerlei gewone dingen. Alexander Kluge, een jongen van 13 jaar, staat op. In de bioscoop maakt mevrouw Schrader de zaal klaar voor de eerste voorstelling van 10 uur. Grafhovenier Bischoff rijdt vier platte kisten naar de begraafplaats en neemt het er nog even van. Maar als hij vliegtuigen ziet naderen weet hij hoe laat het is. Hij zal overuren gaan maken. Op het geluid van de vliegtuigen loopt ook de schuilkelder vol. In de uitkijktoren zien de twee waarneemsters, mevrouw Arnold en mevrouw Zacke, dat hun stad wordt gebombardeerd, niet lang daarna is ook de toren aan de beurt en verandert in een zuil van vlammen. Vluchten kan niet meer. Beneden in het dorp drommen alle gasten van een huwelijksfeest samen in de schuilkelder. Twaalf minuten nadat het alarm klinkt, zijn ze allemaal bedolven.
Dat is het. Zo was het. In later jaren, zal Alexander Kluge, de beelden van die 8e april meermaals in onvergetelijke woorden vangen. Hij tekent de doden, gevangen in hun eeuwige roerloosheid, in een paar sobere woorden. Maar vooral laat hij zien hoe de inwoners van Halberstadt die het bombardement overleefd hebben, zich oprichten, verbijsterd, bang, verdwaasd. Hij laat ze zoeken naar elkaar, naar familie, naar waardevolle spullen, geeft ze een schop in de hand om puin te ruimen. Voor de inwoners van Halberstadt is leven overleven geworden. En hoe ze dat doen, is een tweede. Dat is het thema van dit indrukwekkende boek.
Auteur
Alexander Kluge (1932) werd geboren in Halberstadt, het decor van dit boek dat semi-autobiografisch is en een semi-documentaire. Kluge werd beroemd als auteur van documentaire fictie. Zijn oeuvre bevat tot nu toe 34 boekpublicaties, 36 films en talloze televisieproducties. Hij studeerde rechten, geschiedenis en kerkmuziek in Frankfurt en was assistent van Theodor W. Adorno en filmregisseur Fritz Lang.
Kluges verslag van de luchtaanval op Halberstadt op 8 april 1945 vanuit het perspectief van verschillende hoofdpersonen betekende in 1977 zijn internationale doorbraak. Kluge verweeft in zijn werk menselijke gevoelens met filosofie, antropologie, geschiedenis en neurowetenschappen. Hij werd in 2003 bekroond met de hoogste literaire onderscheiding in het Duitse taalgebied, de Georg-Büchner-Preis.
Dit boek is een verzameling. Kluge heeft veel geschreven over het bombardement waarvan hij als kind getuige was. De oorlog heeft zijn leven en zijn werk getekend. De lezer vindt in dit boek dan ook de documentaire roman over de luchtaanval, maar ook fragmenten uit 30. April 1945 en Wer ein Wort des Trostes spricht, ist ein Verräter. Het boek is voorzien van oorlogsfoto’s, afkomstig uit het Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz Berlin.
Indrukwekkend is het nawoord van de beroemde schilder en beeldhouwer Anselm Kiefer, een persoonlijke vriend van Kluge. Kiefes werk wordt getekend door oorlog, vernietiging, verval en destructie. Hij zegt in zijn ontwikkeling altijd geïnspireerd te zijn door Alexander Kluge die zich bezighoudt met ‘brokstukken realiteit’. Kiefe eindigt zijn nawoord met de woorden: Laten we de hemel overlaten aan de engelen en de mussen.
Daar valt, na het lezen van dit indrukwekkende boek, niets aan toe te voegen.
Alexander Kluge – Lente met witte vlaggen April 1945 en fragmenten uit andere boeken. Vertaald uit het Duits (Der Luftangriff auf Halberstadt am 8. April 1945 und andere Erzählungen) door Anne Folkertsma en Marianne van Reenen. ISBN 978-90-5936-960-3. 254 pagina’s. Amsterdam: Uitgeverij Cossee 2021.