De hand van Sally Mustang

Cirkel rond leven en dood

Toen de vrachtwagen Abel greep veranderde ieders leven.  

Het leven was goed voor Rijk, Louise, Janna en Abel. Hij was kunstenaar, beeldhouwde, tekende en schilderde handen. Zij maakte kleding voor theater. Samen kregen ze Janna en Abel. Geluk als in een kwartet. Tot die dag in juli 1978. Toen liep het leven ieder uit de hand. Vrachtwagenchauffeur Stan, die even verderop aan de dijk woonde, kon de spelende Abel niet ontwijken en reed hem dood. Het leven stond stil, voor iedereen. Rijk en Louise kregen beiden dezelfde keiharde klap en gingen daar op hun eigen manier mee om. Ze konden er niet samen over rouwen. Ze trokken zich terug van elkaar. De wanhopige Janna die zelf tenslotte ook haar geliefde broertje kwijt was, zag dat haar ouders veranderden. ‘Een nieuw kind,’ adviseerde de huisarts ‘dat is goed voor de verwerking.’ Rijk had de man liefst kapot geslagen om die harteloze opmerking. Maar later, blij dat Louise weer toenadering tot hem  zocht, kwam het er toch, dat kind. Het vervangkind Kjeld. Geen remedie, maar wel troost en een heel ander kind dan Abel, althans zo ervoer Louise het. Rijk voelde zich verslagen, trok zich voorgoed in zijn atelier terug.

Verderop op de dijk rouwde ook Stan. De vrachtwagenchauffeur, wiens vrouw tijdens de bevalling van hun eerste kind in coma was geraakt, ging nooit meer achter het stuur zitten. Het kind, Lucas, was tot overmaat van ramp verstandelijk zwaar gehandicapt. Stans moeder zorgde voor hem. Stan kromp in elkaar van ellende, schreef Louise verdrietige en verontschuldigende brieven. Toen zijn moeder overleed, stopte hij daarmee. Louise had steun aan de brieven gehad, ging met de kleine Kjeld bij hem op bezoek. Ze vonden in hun wederzijdse rouw begrip bij elkaar. Zij zocht wat Rijk niet kon geven. Omdat Stan geen oppas meer had voor Lucas, nam Louise die taak op zich, tot grote woede van Rijk. Kjeld groeide op tot een avonturier, een eigenzinnig kind.

Auteur

Eva Posthuma de Boer (1971) is schrijfster en columnist, eerst voor het Parool, later voor de Volkskrant. Ze werkte na haar studie aan de HKU als theaterproducent voor verschillende opdrachtgevers. Daarnaast initieerde ze eigen theatergroepen, onder meer in de Amsterdamse Club Panama en ontwikkelde voor Parade de literaire quiz Pulp & Fictie. In 2004 schreef ze met Sanne Wallis de Vries het brieven- en interviewboek Rinus aan de rekstok. Ze debuteerde in 2007 met de roman Eindeloze dagen. Dit boek is haar zesde roman.

In een interview vertelde Posthuma de Boer dat het onderwerp van dit boek niet autobiografisch is, maar dat het wel gebaseerd is op een voorval uit haar nabije omgeving. Ze sprak een vriend die haar dit verhaal vertelde: hij was aangesproken door de vrachtwagenchauffeur die zijn broertje had aangereden, de desbetreffende vriend was zelf het ‘vervangkind’ uit deze roman.

Posthuma de Boer componeerde dit gegeven als een improvisatie op de treurmuziek bij de ontmoeting van de mens met de dood. Zij deed dit op een indrukwekkende manier, toont empathie, kruipt in de huid van alle personages. Daarmee schreef zij een heel bijzonder boek dat tot nadenken stemt.

Eva Posthuma de Boer – De hand van Mustang Sally. ISBN 9-789-026-3573-05, 287 pagina’s, €22,99, Amsterdam: Ambo | Anthos 2022.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Diversen. Bookmark de permalink.