Kom op, tap weer eens een mop

En gelachen dat we hebben…

Komt een man bij de dokter…

Moppen… Ze werden me al op de lagere school verteld. En op de middelbare school deden verschillende leraren een duit in het zakje. Ik herinner me er nog ééntje van de docent geschiedenis over een opa die niet wist dat zijn kleinkind het woord ‘plassen’ niet kende, maar in plaats daarvan ‘zingen’ moest zeggen van zijn ‘nette’ moeder. ‘Opa, ik moet zingen’. ‘Doe het dan maar zachtjes in mijn oor’.

Mijn vader en vooral mijn broer tapten graag een mop en deden dat met schwung. Een hoogtepunt in mijn studententijd was een bezoek met zijn drieën aan Max Tailleur in de Utrechtse stadsschouwburg. We kwamen niet meer bij. Na mijn afstuderen belde ik nog jarenlang Max’ geinlijn voor de mop van de dag. Dat was soms schuddebuiken.

Later nam ik zitting in de oudercommissie van de school van onze kinderen. Een medelid was vertegenwoordiger, een ambulant beroep. Hij kende altijd de beste moppen en wist ze met smaak te vertellen. De lezer begrijpt dat het recenseren van een moppenboekje kaasje voor mij is…

Dit boekje, uitgegeven door een lachtrainer, bevat overigens niet alleen moppen, het geeft daarnaast de nodige achtergrondinformatie. Welke onderwerpen lenen zich voor moppen en welke niet? Wat kon vroeger wel en nu niet?

Auteur

Theo Jongedijk is journalist. Hij noemt zichzelf nieuwsjager, voormalig krantenman, auteur van non-fictie en Volvo-Amazon-fanaat. Volgens zijn uitgever schrijft hij vooral over misstanden, ellende en dood. Om de boel en het gemoed te verlichten ontstond de behoefte een moppenboekje te schrijvenVoor hem is alles wat er niet deugt een vreugd.

Alle mogelijke soorten moppen komen aan bod. Over het geloof, milieu en politiek, sport (Waar zitten de supporters van Herenveen? In het Friesvak), oorlog, dood, Belgen (door Hollanders) en Hollanders (door Belgen: Waarom hebben Ollanders grote neusgaten? Omdat lucht gratis is, Duitsers, taboes, heilige huisjes, domme blondjes (tegenwoordig minder populair en Surinamers (dat mogen alleen Surinamers zelf doen. Adjiet Bakas: De enige tijd dat Surinamers hebben gewerkt was tijdens de slavernij. Daar rusten ze nu nog van uit).

Sommige moppen zijn natuurlijk helemaal niet woke, maar Jongedijk is het eens met wie de woke-aanhangers zuurpruimen vindt. Hij noemt in dit boekje ook nog verschillende humoristen, zoals Fons Jansen, de reeds eerder vermelde Max Tailleur, Wim Kan, Toon Hermans en Youp van ’t Hek. Ik vermoed dat hij zich schatplichtig aan hen voelt.

De opname van enkele geslaagde cartoons zou het boekje geen kwaad doen. Op de achterflap neemt de schrijver ook dit boekje zelf op de hak. Dat siert hem: Lezen en lachen doet je alle crises vergeten. Nu snel naar de kassa. Anders is de prijs alweer gestegen.

Humor is een kwestie van smaak. Er zullen zeker lachebekjes zijn die Jongedijks gevoel voor humor delen. Zij zullen veel plezier aan dit boekje hebben.

Theo Jongedijk – Kom op, tap weer eens een mop. ISBN 978-90-8300943-8, 47 pagina’s, € 14,95. Almere: Uitgeverij OneDay 2022.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Humor. Bookmark de permalink.