Alleen voor gelovigen?
Een opmerkelijke recensie.
Is de Bijbel alleen voor gelovigen? De schrijver wilde onderzoeken of je als ongelovige de Bijbel kunt lezen als een gewoon boek. Heeft de Bijbel literaire kwaliteiten? Gelovigen lezen de Bijbel ‘aaneen’ als één enorm samenhangend boek. De auteur bespreekt enkele Bijbelboeken afzonderlijk, lang niet allemaal (slechts 26 van de 66). Hij koos vooral belangrijke en mooie Bijbelboeken. Hoewel de luchtige titel doet vermoeden dat het geen zwaar studieboek is, is het toch een heel serieus boek met nu en dan theologische achtergrondinformatie.
Auteur
Nicolaas Matsier (1945) is het pseudoniem van Tjit Reimsma). Hij studeerde klassieke talen en filosofie. Hij zat in de redactie de Revisor en Raster. Als schrijver debuteerde hij met een verhalenbundel: Oud-Zuid. Zijn eerste roman was De eeuwige stad. Gesloten huis werd genomineerd voor alle grote prijzen. Het oeuvre van Matsier is zeer gevarieerd. Naast verhalen, romans, kinderboeken en essays schreef hij een libretto en een gedichtenbundel. Voor vele kranten schreef hij kritieken, columns en beschouwingen over literatuur, beeldende kunst en architectuur. Matsier is gereformeerd opgevoed, maar sinds zijn vijftiende ongelovig.
In zijn bespreking van de Bijbelboeken vergelijkt de schrijver regelmatig de verschillende vertalingen. Bij de bespreking van Genesis citeert hij uit bijna alle vertalingen, zoals de Statenvertaling van 1637 en de verschillende vertalingen van het Nederland-Vlaamse Bijbelgenootschap tussen 1951 en 2021. Maar ook de Rooms-Katholieke Willibrordvertaling, de Groot Nieuws Bijbel en de Naardense Bijbel uit 2014. Hij gebruikt verder een zeventiende-eeuwse Statenbijbel met koperen sloten die in zijn bezit is. Matsier citeert uit verschillende vertalingen en houdt zich daarbij aan de spelling van die desbetreffende vertaling. Een duidelijke voorkeur heeft hij niet.
Matsier probeert aan te tonen dat veel Bijbelgedeelten literair zijn en behoren tot de wereldliteratuur. De prachtige poëzie van het Hooglied ziet hij als liefdeslyriek met een fantastische rijkdom aan vergelijkingen en metaforen.Ook in het Bijbelboek Job ontdekte hij veel literaire schoonheid. Het boek munt uit in de dialogen. Eerst de dialoog tussen God en satan en later de dialogen van Job met zijn vrienden. Wat een scherpte, wat een Taal! Ook het antwoord van God met al de kritische vragen wordt door de auteur grandioos genoemd. God toont zich een zeer groot dichter.
De schrijver doet met dit boek veel meer dan alleen maar navertellen. Hij legt uit en geeft zijn commentaar. Hij onderzocht bijvoorbeeld wat historische bronnen over bepaalde Bijbelse figuren vermelden, dat geeft meestal een ontluisterend beeld. In de Bijbel wordt Pilatus geschetst als een slimme, zachtaardige, bijna aarzelende magistraat, maar in werkelijkheid was hij een grote schoft die volkomen corrupt was. Een ander voorbeeld is Salomo. Zijn eerste regeringsdaden bestonden uit het afrekenen met vier oude vijanden. Een van hen is Joab die werd vermoord in de ‘tent des Heren’. Pas later komt de wijsheid van deze koning naar voren.
Veel onderzoek van Matsier gaat over details die niet direct relevant zijn. Zo bestudeerde hij de reizen van Paulus. Hij kwam tot de conclusie dat de apostel achtduizend kilometer over land en negenduizend over zee had afgelegd en dat hij 444 dagen heeft gelopen. Een ander voorbeeld van minder relevantie informatie vinden we bij het verhaal van Jezus en de overspelige vrouw. Volgens de wet moest zij gestenigd worden. Jezus sprak toen de beroemde woorden: Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen. In smmige vertalingen staat dat Jezus zich bukte en letters schreef op de grond. De Bijbel in Gewone Taal en een gedicht van Gerrit Achterberg vermelden dat Jezus in het zand schreef. Matsier gebruikt drie bladzijden om uit te leggen dat schrijven in het zand onjuist is. Zonde van de moeite.
Heeft de schrijver genoeg achting voor dit voor velen ‘heilige’ boek? Hij toont zeker respect. Zo gaat hij discussies uit de weg over wonderen en de opstanding van Jezus. Hij zegt erover dat hij er geen commentaar over geeft, maar slechts citeert wat de Bijbel er over zegt. Aan de andere kant hanteert hij vaak een wat badinerende, ironische toon die voor sommige lezers misschien wel als kwetsend over kan komen. Als Matsier bij het boek Job over God spreekt, dan zegt hij daarover dat God in zijn antwoord aan Job wel erg aan het opscheppen is en erg op zijn strepen gaat staan. God intimideert en is een beetje kinderachtig.
Voor veel Bijbelgedeeltes heeft de auteur complimenten, dat geldt bijvoorbeeld voor de verhalen uit Genesis. De Jozef-verhalen noemt hij qua compositie een literair hoogtepunt. Het boek Ruth wordt door hem een meesterwerk genoemd. Nuttig en vermakelijk vindt hij het boek Spreuken. Hij citeert de volgende zin: Hoe lang nog, luiaard zul je blijven slapen, wanneer kom je uit je bed? Grote waardering heeft hij voor het evangelie van Johannes. Het ‘pontificale’ begin vindt hij overrompelend. Schitterend noemt hij 1 Corinthiërs 13, een loflied op de liefde. Het is de mooiste poëzie in het Nieuwe Testament.
Het laatste hoofdstuk draagt de titel Jazeker een klassieker. De schrijver vindt dus dat de Bijbel een belangrijk boek is dat behoort tot de wereldliteratuur. Gebleken is dat de Bijbel ook voor niet-gelovigen zeker de moeite waard is. Geldt dit ook voor gelovigen? Ook voor hen valt er nog veel te leren over de Bijbel, want de uitleg van Matsier bevat veel verrassingen.
Het boek is prachtig geïllustreerd met werken uit het Rijksmuseum.
Nicolaas Matsier – Mooi boek die bijbel! ISBN 978-90-6868-855-9, 512 pagina’s, € 29,95. Bussum: Uitgeverij Thoth 2022.