Eliminatie van nuttelozen
Futuristische kijk op de ouderenzorg in Nederland.
Na nucleaire aanslagen op Europa zijn in 2050 de medische voorzieningen in Nederland geminimaliseerd en zijn pensioenen en uitkeringen gestopt. Niet werkende personen worden als paria’s beschouwd, boven de 70 jaar is medische zorg voor velen uitgesloten en dien je uit het leven te stappen. De invloedrijke politieke partij ‘Dapperen Ouderen en Jongeren’ stimuleert op dwingende manier het vroegtijdig uitstappen van nuttelozen – niet werkenden, zodat voorzieningen voor jongeren en aan de economie bijdragende personen gegarandeerd blijft. Uit verzet of overmacht trekken ouderen en ongewensten zich terug in van voorzieningen gespeende dorpen waar ze proberen te overleven door ‘ouderenkunst’ te verkopen en zich te laten betalen als proefkonijn voor nieuwe chemische stoffen.
Radiologe Eva Prins beseft dat de politieke koers mensen de dood injaagt. Als haar man John ernstig ziek wordt beseft ze nog sterker dat een tegengeluid noodzakelijk is. Samen met een aantal collega’s en vrienden sluit ze zich aan bij de partij voor ‘Vrijheid van Leven en Sterven’. Abel Hama, een chirurg wordt de partijleider en gezamenlijk gaan ze de strijd aan.
Auteur
Pia van Egmond werd geboren en groeide op in Den Haag. Ze studeerde een aantal jaren medicijnen in Leiden, trouwde, kreeg kinderen en voltooide haar studie in Utrecht. Zij specialiseerde zich aansluitend in de radiotherapie en kreeg een aanstelling als medisch specialist. Ze promoveerde na haar pensioen en vatte vervolgens het plan op een roman te schrijven om op die wijze aandacht te vragen voor een zowel medisch als maatschappelijk probleem dat zij uitermate ongewenst vond: leeftijdsdiscriminatie. Tijd om te gaan is haar eerste roman. (Helaas konden wij geen auteursfoto achterhalen.)
In 2050 reist men in E-Mobs; voertuigen die invoegen op rails, daardoor opladen en de passagier naar hun eindbestemming rijden. De energietoevoer komt van Thoriumcentrales. Het zijn de enige futuristische details, buiten het extreem rechtse politieke klimaat. Vanuit Eva Prins volgen we op een beschouwelijke wijze de gevolgen van de vroegtijdige uitstapregel die zij als een aantasting van de vrijheid ziet.
Het verhaal is intrigerend, maar het verzand vanaf het begin in een overdaad aan dialoog en beschrijvingen waarin een overschot aan bijwoorden wordt gebruikt. De langdradigheid stagneert de leeservaring. De beschreven plot op de achterflap is briljant, in de uitwerking zitten jammergenoeg veel tegenstrijdigheden en losse draadjes.
Een paar voorbeelden van deze tegenstrijdigheden:
Wanneer het lunchtijd was, haalde ze meestal een sandwich uit een automaat in de hal. Als ze echt honger had vroeg ze bij het secretariaat of iemand een broodje uit de kantine voor haar meebracht.
Naar mijn mening is een sandwich gelijkwaardig aan een broodje. Nou zou men kunnen denken: is dit van belang voor een recensie? Mijn antwoord is ja, omdat dit soort tegenstrijdigheden door het hele boek zijn verweven. Zo is er sprake dat je op je zeventigste nergens meer voor dient. Financieel draag je niet bij aan de kosten van de maatschappij. Veel ouderen trekken zich daarom terug in dorpen waar ze muziek en kunst maken.
Ondanks de slopende armoede die na de grote nucleaire aanslagen het dagelijks leven in Europa was gaan beheersen, bloeide de kunst als nooit tevoren.
Later in het verhaal staat dat ‘ouderenkunst’ volledig waardeloos is. In de dorpen waar ouderen zich terugtrekken vormen zich orkesten van senioren die een instrument bespelen en er is vraag naar geschilderde portretten. Als kunst bloeit als nooit te voren – door de vele exorbitante uitvaartfeesten – zouden deze ouderen dus zeer nuttig zijn en veel geld verdienen.
Er wordt veel aandacht besteed aan een reis die Eva en haar man maken, hetgeen niets bijdraagt aan het subliem bedachte plot. Ook ligt de nadruk te veel op het vakgebied van de schrijfster.
Op de achterflap wordt melding gemaakt van een tegengeluid: de oprichting of het samenvoegen met de ‘Partij voor vrijheid van Leven en Sterven’ die pas plaatsvindt tegen het einde van het verhaal. Vervolgens gaan we in vliegende vaart naar de finale waarin de partij voor ‘Vrijheid van Leven en Sterven’ – zonder slag of stoot – de partij van ‘Dappere Ouderen en Jongeren’ overwint, waarna iedereen weer overgaat tot de orde van de dag. Welke nieuwe orde?
Het afgeraffelde einde maakt het verhaal ongeloofwaardig; de losse draadjes zijn teleurstellend.
De insteek van het verhaal is briljant, de uitwerking laat helaas veel te wensen over.
Pia van Egmond – Tijd om te gaan. ISBN 978-94-93214-77-4, 365 pagina’s, € 23,50. Haarlem: In de Knipscheer 2022.