Confrontatie met een gemist verleden
Baby-tweeling wreed gescheiden.
In 1988, kort nadat de als baby geadopteerde Aafke haar 21ste verjaardag heeft gevierd, kondigen haar ouders Fons en Ineke aan dat ze met haar willen praten. Een bijna plechtige aankondiging, dat is Aafke niet gewend in het warme, liefdevolle gezin waarin ze – met haar oudere eveneens geadopteerde zusje Brechtje – is opgegroeid. Maar het verhaal dat haar ouders vertellen zet haar wereld op z’n kop: ze heeft een tweelingzusje. Haar ouders konden indertijd niet twéé kinderen adopteren, maar de nonnen van de Vroedvrouwenschool in Heerlen waar ze was geboren, hadden hen verzekerd dat dit geen probleem was. Voor het babyzusje zou snel genoeg een ander liefdevol gezin gevonden worden. Het meisje kwam terecht bij Koos en Fien. In beide gevallen ging de adoptie slinks, via de achterdeur van het tehuis, alsof er toch iets niet helemaal klopte.
De tweelingzusjes heetten Annet en Saskia, hun nieuwe ouders veranderden de namen in Aafke Annet en Annemarieke.
Bij Aafke thuis was er altijd open gesproken over de adoptie. Maar níet over het feit dat ze een tweelingzus had. Fons en Ineke hadden plechtig moeten beloven dat ze dat hun dochter pas zouden vertellen als ze 21 was. Koos en Fien was niet eens verteld dat ze een ‘halve tweeling’ hadden. De mededeling slaat bij Aafke in als een bom. Ze heeft haar zusje Brechtje op wie ze stapelgek is, dat er nóg een zusje is – en dan een met wie ze de plaats in de baarmoeder heeft gedeeld – is een klap en een wonder tegelijk. Ze besluit op zoek te gaan naar het zusje. Ze vindt haar vrij snel, kunnen het goed vinden samen. Het zusje heeft het minder goed getroffen met haar adoptiefouders. De liefde die Aafke ten deel viel is haar niet vergund geweest bij de stuggere Koos en Fien. Annemarieke is jong getrouwd met haar jeugdliefde Niek, ze heeft zich van jongs af aan ‘gespleten’ gevoeld, noemt zichzelf Anne Marieke, alsof ze twee meisjes, twee zusjes met twee verschillende karakters is. Aafke en Anne Marieke besluiten samen op zoek te gaan naar de moeder die hen heeft afgestaan, naar de vader die hen verwekt heeft. Vader was ‘een Griek’, meer horen ze aanvankelijk niet. Het is een wel erg summiere omschrijving, maar ze laten zich niet weerhouden. Hun moeder Claudia moet meer kunnen vertellen, maar die is niet scheutig met haar mededelingen.
Auteur
Cobi van Baars (1967) woont in Cuyk. Na afronding van het Peelland College in Deurne studeerde ze Nederlands in Nijmegen. Ze studeerde cum laude af op de relatie tussen literatuur en beeldende kunst. Van Baars is naast schrijver ook schilder.
Ze debuteerde in 2017 met Schipper & Zn. Daarop volgden in 2019 Over het krakende ei enin 2020 Branduren. Al haar boeken werden uitstekend ontvangen. Met dit nieuwe boek kwam Van Baars terecht op de shortlist voor de Libris Literatuur Prijs 2024.
Het boek is gebaseerd op een waargebeurd verhaal.
In de jaren zestig was het, zeker in het katholieke zuiden, nog een grote schande om ongehuwd zwanger te raken. Diverse kloosterordes hadden tehuizen onder hun beheer waar de vrouwen hun kind konden baren, het afstaan en dan terug konden naar hun ouderlijk huis om daar te doen of zij nooit zwanger waren geweest. Die moederhuizen zijn decennia later in een bijzonder kwaad daglicht komen te staan, de nonnen waren bepaald geen liefdevolle verzorgers maar buitten de jonge meisjes flink uit.
De Vroedvrouwenschool in Heerlen waar de tweeling werd geboren had kennelijk ook de functie van kraamkliniek, waar leerling-vroedvrouwen praktijkervaring konden opdoen. ‘Meneer pastoor’ bemiddelde, in het geval van Annemarieke, bij de slinkse adoptie.
Van Baars vertelt het verhaal van de tweeling met veel empathie, sympathie en psychologisch inzicht. Een indringend verhaal. Het is schrijnend om je te realiseren wat de immense rol van het toeval is geweest: bij welk ouders kom je terecht, wat als de meisjes niet gescheiden waren, wie was verantwoordelijk voor niet alleen de gebeurtenissen in het leven van de tweeling, maar ook voor de eenzame Claudia en niet te vergeten voor het feit dat vader in Griekenland nergens van wist omdat zijn zus de post onderschepte.
De onbedoelden is een aangrijpend, prachtig geschreven verhaal over een wreed gescheiden tweeling, wier leven werd bepaald door toeval en de katholieke fatsoensrakkerij van de jaren zestig. Een verhaal wat u niet mag missen.
Cobi van Baars – De onbedoelden. ISBN 9-789-025-4747-13, 222 pagina’s, €22,99. Amsterdam: Atlas Contact 2024.