De vondeling van Veenhuizen

Wantoestanden in de kinderkolonies

Slechte verzorging, zware arbeid en een streng regime.

De vondeling van Veenhuizen is een historische roman over de jaren 1820-1829 met als onderwerp de wantoestanden in de kinderkolonies van de Maatschappij van Weldadigheid in  Veenhuizen. De auteur vertelt over twee wezen, Karel en Lize, broer en zus, waarvan de moeder overleed en de vader werd opgenomen in het krankzinnigengesticht. Ze werden per beurtschip overgebracht naar de kinderkolonie van Veenhuizen. De omstandigheden in dat gesticht zijn verschrikkelijk: slechte verzorging, zware arbeid en een streng regime. Het verhaal wordt verteld vanuit Karel en diens vriendin Neeltje en, vanuit een ander perspectief, door de directeur van de Maatschappij, Wouter Visser. De laatste kijkt vooral naar de financiën en niet naar de erbarmelijke omstandigheden van de wezen. Het is een knappe vondst om vanuit deze verschillende perspectieven over de kinderkolonie te vertellen. Het contrast is schrijnend.

Auteur

Patricia Snel (1967) woonde jarenlang in Singapore en op de Kaaimaaneilanden. Ze woont nu in Amsterdam en werkt als schrijfcoach en redacteur. Ze schreef verscheidene thrillers, waaronder De expat, De intrigant en De violiste. De vondeling van Veenhuizen is haar eerste roman. De research hiervoor verrichtte zij in de voormalige kinderkolonie.

Hoofdfiguur Karel is een bijzondere jongen. Hij is intelligent en moedig. Een spannend verhaal is zijn ontsnapping en tocht naar Amsterdam. Schokkend is de confrontatie met zijn zwaar gestoorde vader in het krankzinnigengesticht. Karel heeft een taai karakter. Zonder veel klagen doorstaat hij het zware leven in de kolonie en zelfs de zware straffen. Zo werd hij voor zijn ontsnapping acht dagen in een donkere cel aan een ketting opgesloten, ondanks het feit dat hij vrijwillig terugkeerde. Ontroerend is zijn omgang met Neeltje. Ze is analfabete en Karel leert haar lezen en schrijven.

Een interessant personage is Neeltje. Zij is ooit als vondeling in het burgerweeshuis in Amsterdam beland. Van daaruit werd ze naar Veenhuizen gestuurd. Ze was een brutaal Amsterdams meisje. Haar scheldwoorden zoals kutwijf, godsklere, pleurislijer lijken overigens meer van deze tijd dan uit 1824. Door de vriendschap met Karel en Lize verandert ze heel sterk. Zij werkt bij een boer en wordt verkracht door de zoon. Deze afschuwelijke gebeurtenis wordt gedetailleerd verteld, ook de nasleep.

Ze dient een klacht in en daar wordt werk van gemaakt. Mensonterend is het verloop van de rechtszaak en de uitspraak van de rechter. Het leugenverhaal van de verkrachter, de boerenzoon wordt wel geloofd en het verhaal van Lize niet. Hij komt namelijk uit een hogere klasse.

Schokkend zijn de verhalen over de harteloze bestuursleden. De heren zitten steeds aan de cognac of dure wijn. Zij willen uitbreiden. Er moeten drie tehuizen komen. Die moeten vooral gevuld worden vanuit de bestaande weeshuizen, maar die werken niet mee. Oprichter generaal-majoor Johannes van den Bosch benadert zelfs prins Frederik. Die brengt een bezoek aan de tehuizen, maar dan is alles tijdelijk aangepast. Pas als er een dysenterie-epidemie uitbreekt met veel sterfgevallen, maken de bestuursleden zich ongerust, maar meer over de reputatie van de Maatschappij dan over het lot van de wezen.

Patricia Snel zag het als haar heilige plicht om deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis van Nederland bekendheid te geven. Ze heeft indrukwekkend veel research verricht. Veel fictie berust dan ook op ware feiten. Ze maakte er wel een lezenswaardig verhaal van en ze is er in geslaagd het verborgen verleden en de ongehoorde verhalen van de wezen openbaar te maken. Haar laatste woorden uit het nawoord: Ik gun deze 8600 kinderen het licht.

Een onthullende historistische roman.

Patricia SnelDe vondeling van Veenhuizen. ISBN 978-94-016-2189-2, 336 pagina’s,  € 22,99. Haarlem: Xander Uitgevers 2024.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Geschiedenis. Bookmark de permalink.