Het wonderlijke leven van Marie Tussaud
Ternauwernood ontsnapt aan de guillotine.
Madame Tussaud is een begrip. Het is een reeks van zo’n 25 wassenbeeldenmusea, die gevestigd zijn in een groot aantal wereldsteden. De allereerste vestiging ontstond in 1835 in Londen, sinds 1970 is er ook een in Amsterdam gevestigd. De wassenbeelden portretteren bekende nationale en internationale persoonlijkheden. Die roem kan vergankelijk zijn, sommigen werden op een gegeven moment afgeserveerd naar de kelder of, nog erger omgesmolten.
De initiatiefneemster van dit alles was Marie Tussaud, geboren Grosholtz (1761-1850), die in Parijs wassen beelden leerden maken van een zekere Curtius. Ze maakte tijdens de Franse Revolutie dodenmaskers van beroemde slachtoffers. Ze vertrok in 1802 naar Londen en reisde met haar collectie wassen beelden door Groot-Brittannië en Ierland. Nadat haar museum was geopend schreef ze in 1838 haar memoires.
De auteur ging uit van de bekende feiten, maar vulde zelf de ontbrekende details in uit de Parijse periode van Marie’s leven.
Auteur
Jacobine van den Hoek (1973) is columnist en schrijver van historische fictie. Ze volgde een workshop bij Simone van der Vlugt en debuteerde met Zondebok. Daarna schreef ze De Roos van Napoleon over Josephine de Beauharnais, dat in het Pools werd vertaald.
Het verhaal begint wanneer de kleine Marie Grosholtz in haar eentje haar oom Philippe Curtius achterna reist, die naar Parijs is vertrokken. Van hem wil ze leren hoe je wassen beelden maakt. De reis is niet ongevaarlijk, maar ze krijgt hulp van de jonge lantaarnist Paul Philidor, die voorstellingen geeft met zijn toverlantaarn. Samen reizen ze verder.
In Parijs aangekomen leert Marie inderdaad het vak van haar oom en ze belandt zelfs aan het hof, waar ze historische figuren tegenkomt als Madame du Barry, de voormalige machtige minnares van de overleden koning Lodewijk XV en Marie Antoinette. Als de Franse Revolutie uitbreekt kan zijzelf ternauwernood aan de guillotine ontsnappen, maar wordt ze gedwongen dodenmaskers te maken van de slachtoffers van het schrikbewind. Uiteindelijk trouwt ze niet met haar geliefde Philidor, maar met François Tussaud. Om aan haar ongelukkige huwelijk en aan het Frankrijk van de Terreur te ontsnappen vlucht ze uiteindelijk naar Londen. Hiermee eindigt de roman.
In het boek wisselen hoofdstukken over het levensverhaal van Marie Tussaud en over haar verblijf in Versailles voor en tijdens de Franse Revolutie elkaar af.
Van den Hoek heeft personen van vlees en bloed neer te zetten in een verhaal dat leest als een trein. Uiteraard kent zij niet hoe deze personages zich hebben gedragen en wat zij dachten, maar het komt allesmaal beslist geloofwaardig over.
Een mooie invulling van de historische feiten.
Jacobine van den Hoek – Madame. Het wonderlijke leven van Madame Tussaud. ISBN 978-94-027-1285-8, 350 pagina’s, € 22,99. Amsterdam: HarperCollins 2024.
Deze recensie werd eerder gepubliceerd op https://bazarow.com/