Aan huis bij de ‘rich and famous’
Als het huisdier van een miljonair diarree heeft, praat ook hij alleen over poep.
Amy Attas was veertien jaar oud toen ze een boek las dat een dierenarts had geschreven over de ervaringen in zijn praktijk. ‘Op dat moment ging er een wekker af,’ schrijft ze. Ze realiseerde zich dat ze haar dierenliefde-van-jongs-af-aan moest gaan omzetten naar de werkelijkheid, ze zou dierenarts worden. Als eerste stap zocht ze een zomerbaantje in een dierenkliniek. Na twintig afwijzingen kwam ze terecht bij een dierenarts die haar hartstocht herkende en haar vroeg om langs te komen. Tijdens die eerste middag viel Amy prompt flauw toen ze zag dat een kat een injectie kreeg en er donkerrood bloed opwelde. Haar trots kreeg een knauw, maar haar plannen hielden stand. Ze volgde na haar school de universitaire opleiding tot dierenarts, werkte een aantal jaren als stagiair en kreeg daarna een baan als dierenarts bij een grote veterinaire kliniek. Dr. B., de baas, zorgde dat hij alle huisdieren kreeg van beroemde en rijke eigenaars, de huisdieren van het ‘gewone’ volk waren voor de collega’s. Geen aardige instelling, maar het maakte Attas niet uit. Ze deed een schat aan ervaring op. Tot ze op een dag in aanvaring kwam met dr. B., die de indruk kreeg dat Amy rijke klanten van hem afpakte. Onzin natuurlijk, ze was gewoon aardiger. Maar het leidde tot een breuk en Attas werd ontslagen. Ze had inmiddels cliënten genoeg, en die wilden allemaal dat hun huisdier bij haar onder behandeling bleef. Daardoor kwam ze op het lumineuze idee om een mobiele praktijk te starten: Manhattan City Pets. Ze zou een assistent aannemen en zieke huisdieren voortaan thuis bezoeken: het zou hun nerveuze bazen een bezoek aan een kliniek besparen en het zieke dier zou zich veel gemakkelijker laten onderzoeken en behandelen in de eigen vertrouwde omgeving.
Dat is inmiddels 32 jaar geleden. Dr. Amy Attas bezoekt al die jaren al zieke honden en katten, doet jaarlijkse controles, ent de dieren in én komt op die manier in allerlei soorten huizen van allerlei soorten mensen, rijk en arm, aardig en onaardig, doodgewoon en uiterst merkwaardig. Die mensen hebben één ding gemeen: ze houden van hun huisdier en zijn vreselijk ongerust als dat dier iets mankeert. Attas maakt zulke bijzondere dingen mee dat haar echtgenoot Steve al snel zei: ‘Die dingen moet je opschrijven’. Dat deed ze. Dit boek is de weerslag ervan.
Moet ik er dingen uitpikken? Lastig. Bijvoorbeeld dat Amy zelf een voorliefde heeft voor mopshonden, en de blinde mopshond Bumper in huis heeft? Hoe het komt dat Bumper blind is? De soort is erg in trek en commerciële fokkers zijn onverantwoord gaan fokken met blindheid tot gevolg. Of: Amy krijgt op een gegeven moment de hond te behandelen van een beroemde ijshockeyspeler, de man is helemaal van slag door de ziekte van zijn hond. Amy geeft het dier een injectie en de hond knapt snel op. ’s Avonds moet de ijshockeyer spelen en scoort een punt, dankzij Amy Attas, dat is haar stellige overtuiging.
Nog zoiets: een kat heeft géén negen levens en komt vaak wel na een val op zijn pootjes terecht maar lang niet altijd ongeschonden. Amy vertelt van het ‘wolkenkrabberssyndroom’ een studie van dierenartsen naar de letsels van katten die van grote hoogte uit een flat gevallen waren.
Auteur
Dr. Amy Attas zal de zestig voorbij zijn, want ze zit al veertig jaar in haar geliefde vak. Ze studeerde diergeneeskunde aan de University of Pennsylvania. Ze werkte als stagiair-dierenarts een aantal jaren bij het Animal Medical Centre. Daarna kreeg ze haar eerste baan als dierenarts bij het Park East Animal Hospital. Toen ze werd ontslagen ging de paraveterinair George Simonoff die daar de nachtdiensten draaide, met Amy Mattas mee om in haar ambulante praktijk als assistent te gaan werken. Manhattan City Pets werd opgericht in 1992. Amy’s man Steve, voormalig operazanger, steunt haar, redigeert haar teksten en is haar grote liefde. Ze ontmoetten elkaar door, natuurlijk, een hond.
Er staan honderden verhalen in dit boek. Allemaal het navertellen waard. Sommige zijn hartverscheurend, andere mallotig of hilarisch: Amy zag bij haar rijke klanten zó veel kunst aan de muren dat die samen gemakkelijk een museum zou kunnen vullen. Toen een losvliegende parkiet bij een klant een echte Van Gogh vol poepte en Amy stamelde: ‘Prankster heeft op Van Gogh gepoept!’ lachte de eigenaar, riep zijn huishoudster erbij en vroeg haar de vlek even te reinigen met een vaatdoek en afwasmiddel. ‘Dat is zo weer schoon. Dat doet hij wel vaker,’ was zijn geruststellende antwoord. Het is maar een voorbeeld.
Wie van mensen en honden en katten houdt, zal zich kostelijk amuseren met dit verrukkelijke boek. Goed en lekker leesbaar geschreven, van het ene naar het andere hoogtepunt. Veel New York, veel celebrities, veel rich and famous samen, verenigd door een dierenliefde die grenzen overschrijdt.
Amy Attas – Dierenarts in New York. Vertaald uit het Engels (Pets and the City) door Els Franci-Ekeler. ISBN 978-90-443-6907-6, 317 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: The House of Books 2024.