Het passeren van onmeetbare ruimten

Een verkenning van de leefruimte

Hoe hebben we onze leefruimte ingericht?

Bouwkundige Hester van Gent schreef een aantal essays over het begrip ruimte. Ze besprak dit begrip zo breed mogelijk. Het gaat over alle denkbare ruimtes, zowel binnen als buiten, zowel in de stad als van landschappen. Ze filosofeert over allerlei zaken die samenhangen met ruimte, zoals grenzen, bewegwijzering, architectuur, voordeuren, straatmeubilair, bomen en nog vele andere begrippen. Ook betrekt ze kunst en literatuur bij het begrip ruimte. Zo zijn er ook gedichten opgenomen en fraaie illustraties van kunst.

Auteur

foto Eric de Vries

Hester van Gent (1971) studeerde Stedenbouw aan de Technische Universiteit Delft. Ze publiceert essays en verhalen. Daarnaast werkt ze als zelfstandig stedenbouwkundige en onderzoeker en is ze auteur en redacteur in het veld van stedenbouw en (landschaps)architectuur.

In het hoofdstuk Boomstede wordt uitgelegd wat de boom voor de mens betekent. Voor plattelandsbewoners is de boom iets vanzelfsprekends. Bomen staan daar gewoon. Als overblijfsel van de natuur, als onderdeel van een geriefbosje of als schuilplaats van vee. Voor bomen in de stad zijn veel redenen. Er zijn milieutechnische redenen en ook architectonische   redenen, want een laan zonder boom is geen laan en een park zonder boom is een kaal grasveld en een vijver zonder treurwilg een armzalige plas water. De Zweedse speelfilmserie over Kalle laat zien dat een boom ook een vluchtplek kan zijn.

In de kunst worden vaak landschappen afgebeeld. Welke invloed kan een landschap hebben op een mens? De schrijfster liet zich inspireren door het prachtige schilderij van Casper David Friedrich Der Wanderer über dem Nebelmeer. We zien een man op de rug die vanaf een rots naar het landschap kijkt. Hij is duidelijk overweldigd door het uitzicht. Hij kijkt vol in het gezicht van de natuur. Hij ziet geen enkele toenadering tot de mens. De aanblik van een gesloten landschap dat geen acht slaat op de mens, werpt de wandelaar terug op zichzelf.

In het hoofdstuk Fazanteneiland filosofeert de schrijfster over het begrip ‘grens’. Grenslijnen berusten op afspraken en verdragen. Op kaarten zijn het lijnen. In de werkelijkheid berusten ze op de natuur, bijvoorbeeld een rivier of een gebergte. Grenzen veranderen in de loop van de geschiedenis. Dat zijn kantelmomenten. Boeiend is het verslag van de beraadslagingen over de grens tussen Spanje en Frankrijk. Filips IV en Lodewijk XIV besloten waar de grens lag in de Pyreneeën. 

Brussel is anders dan andere grote steden. De meeste steden liggen aan een rivier: Parijs aan de Seine, Londen aan de Thames. Stadsrivieren zijn ontblote levensaders, ze brengen ruimte en verkoeling. Brussel heeft geen rivier. Wel is er in Brussel veel oppervlakte water, zoals vijvers. Ze besprenkelen de stad als gemorste waterdruppels. Er volgt een lyrische beschrijving van enkele parken met vijvers, bijvoorbeeld het Ambiorixplein. Er wordt hierbij ook een verbinding gemaakt met de kunst. In de roman De hoed van tante Jeannot, taferelen uit de kinderjaren in Brussel beschrijft de schrijver Eric de Kuyper dat hij in zijn jeugd veel tijd doorbracht op het Ambiorixplein.

Sommige steden hebben dominerende bouwwerken. Parijs heeft zijn Eiffeltoren, New York het Vrijheidsbeeld, het Opera House in Sidney en het Atomium in Brussel. De schrijfster noemt het iconen. Ze houdt er niet van. Deze bouwsels vormen hèt symbool van de stad. Je ziet ze in miniatuur terug in de souvenirwinkels. Hester van Gent had nooit de behoefte deze bouwsels op ware grootte te bezichtigen, ze kende ze immers al. Toch gaat ze een keer naar de Eiffeltoren en beschrijft haar indrukken. Op het Champ-de-Mars ziet ze het ijzeren bouwwerk opdoemen en ervaart ze het als een omgekeerde Griekse Y in drie dimensies. De afstand is nog ruim, ze kan het gevaarte gemakkelijk aan de punt optillen. Eenmaal op de toren kijkt ze uit over de stad. De omgeving doet onwerkelijk aan, ze is teruggebracht tot een zoekplaat.

Er zijn nog vele voorbeelden te noemen van haar ontboezemingen over de ruimte. Soms zijn ze heel verrassend zoals het stuk over de afbeelding van het golfterrein van Trump met het daarbij behorende resort of het verhaal van de puzzelende Laurel en Hardy. Ze zijn te zien op een grappige foto. De illustraties vormen een verhelderende aanvulling op de tekst. Die tekst is heel bijzonder. Het is bepaald geen saai zakelijk boek. De lyrische beschrijvingen maken het boek bijna literair.

Interessante en veelzijdige essays.

Hester van GentHet passeren van onmeetbare ruimten. ISBN 978-94-93368-11-8, 157 pagina’s, € 22. Haarlem: In de Knipscheer 2024.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.