Waanzin en sneeuw

Een avond achter gesloten deuren

Het verslag van een psychiatrisch verpleegkundige.

De verpleegkundige Jesse doet verslag van een avonddienst op een gesloten High Care Afdeling waar suïcidale, manische of psychotische mensen vaak tegen hun wil worden opgenomen. Het is een compleet en eerlijk verslag van de overdracht tot het einde van de dienst. Het is bewonderenswaardig om te zien met hoeveel geduld wordt omgegaan met de agressie en de wanen van de patiënten. Soms lijkt de situatie hopeloos. In de inleiding noemt de schrijver het vechten tegen windmolens.

Auteur

Willem Keizer (1982) studeerde filosofie en rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Vervolgens volgde hij een opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige. Hij werkt nu bij de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam.

Het verslag van deze avonddienst is compleet. Het begint met Jesse’s fietstocht naar de kliniek. In zijn gedachten gaat het over zijn vertrokken vriendin en de redenen dat hij heeft om in de psychiatrie te werken. Jesse kan niet tegen wat het normale leven van je vraagt. De gesprekken met zijn vriendin over kantoor en haar vriendinnengroep boeiden hem niet. Hij voelt zich thuis bij mensen die het leven niet begrijpen of niet passen in de bizarre mallen van onze maatschappij.

Als Jesse de kliniek binnengaat en op weggaat naar de overdracht wordt hij onderweg voortdurend aangeklampt door patiënten. Keizer besteedt uitvoerig aandacht aan de overdracht. Stuk voor stuk worden de twintig bewoners besproken. Direct blijkt al dat de problematiek erg verschillend is en dat het verplegend personeel snel moet kunnen handelen. Ze worden geconfronteerd met dagelijkse dilemma’s, er moeten continue keuzes gemaakt worden. Van een rustige routine is geen sprake. Aan het eind van de bijeenkomst worden de patiënten verdeeld, vijf per verpleegkundige. In de praktijk moeten ze veel meer patiënten bijstaan.

Het boek geeft een eerlijk verslag van de gebeurtenissen, fouten worden niet verdoezeld. Uitvoerig wordt gesproken over een injectie die misging. Door een alarm werd Lieke afgeleid en vergat ze te aspireren. Ze weet dus niet of ze het depot in een bloedvat heeft gespoten. Jammer dat het hinderlijke vakjargon nooit wordt uitgelegd. De fout wordt zorgvuldig behandeld. Er komt een arts bij en de patiënt wordt nog drie uur geobserveerd.

In deze kliniek voor acute psychiatrie komen we het woord dwang vaak tegen. Zo kan er sprake zijn van een gedwongen opname en van dwangmedicatie. Op de besproken avond is er sprake van een gedwongen opname met een crisismaatregel. Op de brancard ligt een vervaarlijk voor zich uitkijkende vrouw met wild krullend rood haar in een veel te dure zwarte Canadian Goose winterjas. Ze is vastgebonden. De vrouw verzet zich hevig, gelukkig alleen verbaal. Stap voor stap met veel geruststellende woorden wordt ze ‘bevrijd’ en door drie verpleegkundigen begeleid  naar haar kamer.

Als een patiënt erg onrustig is wordt soms dwangmedicatie of ingrijpmedicatie toegepast. Bij John gaat het om dwangmatig tafeltennissen in z’n eentje. Hij holt iedere keer achter het balletje aan. Het toedienen van de medicijnen wordt met een groepje gedaan. De patiënt moet meestal door meer mensen worden vastgehouden.

Bij Robbie gaat het om een voetbalwedstrijd op de televisie. Als Ajax twee doelpunten maakt gaat, begint hij uitzinnig te dansen op de bank. Als Ajax later twee rode karten krijgt, reageert hij als volgt: Die kankerscheids geeft twee rode kaarten achter elkaar. Die kankerlijer is niet goed bij zijn hoofd. We worden genaaid. Robbie krijgt een woedeaanval. Alarm. Met zijn vieren brengen ze hem naar de isoleercel en krijgt hij medicatie.

Een verschijnsel waar het verplegend personeel veel mee te maken krijgt zijn wanen. De patiënt leeft in een eigen wereld. Teun komt bij de maaltijden altijd twee borden halen. Op zijn kamer eet hij samen met zijn vrouw Clara. Teun hoort steeds haar stem. Wat eten we? Eerst bidden. Wat was dat geschreeuw op de gang? Eerst eten dan gaan we naar huis. Na het eten brengt Teun de lege borden netjes naar de keuken.

Karel wil naar huis. Ik zit in de gemeenteraad van Amsterdam. Ik hoor hier niet. Ik wil nu naar huis. Ik wil dat je godverdomme die deur voor me opendoet. Weet je eigenlijk wel wie ik ben?

Carla komt met haar koffer en wil naar haar vader op de zesde etage. Ze blijft maar aandringen. Op den duur gaat Jesse naar de lift en gaan ze zogenaamd naar de zesde etage. Het is bewonderenswaardig om de gesprekken te lezen. Het gaat om met veel geduld meepraten of afleiden. Ze gaan niet discussiëren.

Jesse’s avonddienst verloopt bepaald niet rustig. Er is steeds iets aan de hand. Een paar moeilijke opnames en tot drie keer toe alarm, waarbij een vijftal verpleegkundigen naar de crisissituatie rent. Het is een verhelderend verslag van wat er achter de gesloten deuren gebeurt. Wat geweldig dat er mensen zijn die dit werk willen doen. Het is wel jammer dat er veel medische termen worden gebruikt. Een verklarende woordenlijst zou handig zijn.

Een indrukwekkend verslag.

Willem Keizer – Waanzin en sneeuw. Een avond achter gesloten deuren. ISBN 978-90-834-1844-5, 282 pagina’s, € 21,90. Maassluis: Uitgeverij de Brouwerij 2025.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Psychiatrie. Bookmark de permalink.