De buurjongen

Roman over liefde en vriendschap

Het leven en lijden van een man met groene vingers.

Naast de kwekerij van de familie Sievez woont Henk Wielheesen. Henk is een zachtaardige, wat simpele jongen met een grote liefde voor planten en groen, zijn problemen met spreken maken hem tot een teruggetrokken kind. Hij is bevriend met Ruben Sievez. Als hij op 11-jarige leeftijd zijn moeder door een verkeersongeluk verliest is hij diepongelukkig. Hij mist ‘mama’, zoekt op zolder tussen haar kleren naar haar lieve geur en neemt haar sieradenkistje in beslag. Daarnaast zoekt hij troost bij zijn haan.

Na korte tijd brengt vader Wielheesen een nieuwe vrouw thuis, Toos Radstake, een bitse tante die Henks kamer opeist en de jongen, ondanks flemende woorden, liefst het huis uit zou zetten. Maar dan wil ze wel eerst mama’s sieradendoosje hebben dat Henk samen met Ruben op de kwekerij heeft verstopt. Uiteindelijk sterft ze in de zoektocht naar het kleinood een gruwelijke dood. Rubens ouders ontfermen zich over Henk en vader Sievez laat de jongen helpen in de kassen. Zo brengen ze hem in veiligheid voor de wrede wereld. Ruben en Henk worden van vrienden ‘broers’ en dat zullen ze levenslang blijven. Als de jongens naar verschillende scholen gaan, neemt vader Sievez – door Henk ‘Sieje’ genoemd – hem onder zijn hoede en van hem leert de jongen het vak van kweker. Ruben studeert Frans, wordt docent en later rector van een middelbare school.

Als de beide ‘broers’ tegen de 40 lopen komt Henk bij het dorpsrestaurant de dienster Anna tegen. Met haar trouwt hij. Als zij na enige tijd zwanger is, is hij de koning te rijk. Hij had zijn huwelijk met Anna niet kerkelijk willen laten inzegenen omdat Sieje – een milde ‘variatie’ op de zeer gelovige, sektarisch gebonden prediker uit andere romans van Siebelink  – hem heeft gezegd De waarheid bevindt zich buiten de muren van de kerk. Maar zijn dochter Guusje, zo bedenkt hij als Anna ligt te bevallen, wil hij toch laten dopen. Want Guusje, amper geboren, is voortaan zijn liefste en alles.

Auteur

Jan Siebelink (1938) heeft een indrukwekkend oeuvre op zijn naam staan. Hij debuteerde in 1975 met de verhalenbundel Nachtschade. Knielen op een bed violen (2005) ging inmiddels 800.000 keer over de toonbank. De schrijver er de AKO Literatuurprijs voor en het werd verfilmd.

Obsessie

Henk Wielheesen ontwikkelt een geobsedeerde liefde voor zijn dochter ’s Nachts kijkt hij of ze rustig slaapt, hij staat altijd klaar om met haar te spelen, is altijd bang dat zijn meisje iets zal overkomen… Hij verwaarloost voor Guusje zelfs het werk op de kwekerij waarover hij sinds Siejes terugtreden de eindverantwoording heeft. Anna ziet het met zorg aan. De verwrongen liefde van Henk drukt een stempel op hun leven. Als de vader op een dag met Guusje naar de markt in Arnhem gaat raakt hij in een zware storm zijn kind kwijt. Hij loopt radeloos door de stad, als hij bij de Rijn aankomt overweegt hij zelfs zelfmoord te plegen. Het is Ruben die hem net op tijd ontdekt en van die daad weerhoudt. Maar na die dag neemt de krankzinnigheid steeds meer bezit van Henk.

Hij trekt zich terug van de kwekerij. Wordt mensenschuw. Slechts zijn vechthaan kan hem troosten. Guusje trekt zich terug uit het gezin.

Bij het klimmen der jaren verandert Henk Wielheesen door de klappen van het leven van een verstandelijk simpel kind in een man met gespleten, manische trekken. Op zich een boeiend gegeven, ware het niet dat ook deze roman hierdoor gespleten aandoet.

Het eerste gedeelte – tot ruim voorbij twee-derde – is boeiend, het tweede deel is chaotisch: alsof de schrijver op een holletje alle ideeën bijeen heeft gedreven en vervolgens bij elkaar heeft gezet alsof hij in tijdnood zat.

Jammer. Een meer bezonken eind had het boek mooier gemaakt. Maar voor de ware Siebelink-fans weer een herkenbaar stuk uit zijn leven.

Jan SiebelinkDe buurjongen. ISBN 978-90-2346-830-1. 293 pagina’s, €19,99. Amsterdam: De Bezige Bij: 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie. Bookmark de permalink.