Shakespeare Forever!

Shakespeare is voor iedereen

Dit boek geeft veel informatie over Shakespeare en toont tevens aan dat zijn toneelstukken en sonnetten niet moeilijk en saai zijn en ook in onze tijd nog actueel.

Over Shakespeare is feitelijk heel weinig bekend, maar er is wel veel over hem geschreven. De ondertitel van het boek luidt: Leven en mythe. werk en erfenis.

 

 

 

Auteur

A.J. (Ton) Hoenselaars (1956) is hoogleraar vroegmoderne Engelse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Utrecht. Hij publiceerde over de renaissanceliteratuur, het vertalen van literatuur en over William Shakespeare. Ook internationaal is hij een belangrijk Shakespeare-deskundige: voorzitter van de Shakespeare Society of the Low Countries, President of the European Shakespeare Research Association. Hij beweert dat hij al meer dan dertig jaar met Shakespeare is opgetrokken en dat hij zich met diens werk nooit een seconde heeft verveeld. Hij probeert wat dichter bij de ‘ware’ Shakespeare te komen. Daarnaast bespreekt hij op zeer grondige wijze het werk van de meester, niet alleen de toneelstukken maar ook de gedichten. Een heel hoofdstuk is gewijd aan het vertalen. In twee hoofdstukken Nachtleben toont de schrijver aan hoezeer Shakespeare in onze cultuur is doorgedrongen.

Wie was William Shakespeare?

Die vraag is moeilijk te beantwoorden daar de schrijver zelf geen enkele tekst heeft nagelaten, zelfs geen brief. Wat we wel weten is dat hij in 1564 werd geboren en al op achttienjarige leeftijd trouwde. Hij kreeg een dochter en een tweeling. In 1616 overleed hij, waarschijnlijk als gevolg van een drinkgelag. Zijn werk levert ook geen autobiografische gegevens op. De schrijver bekijkt eerst de sonnetten, die immers steeds aan een geliefde zijn gericht. 124 van de 154 sonneten zijn gericht aan een man. Oscar Wilde maakte een studie van de homo-erotiek in deze gedichten. Hoenselaars spreekt van een schijnbaar autobiografische vorm. Ook de toneelstukken leveren geen autobiografische informatie. Afbeeldingen van Shakespeare zijn er nauwelijks. Er is slechts het Chandosportret waarvan in Nederland een kopie wordt bewaard, dat bekend staat als het Soestportret.

Het theater

In het hoofdstuk De hele wereld is een schouwtoneel wordt niet alleen duidelijk gemaakt dat Shakespeare een theaterman was in hart en nieren. Hij werkte zijn leven lang op en rond de bühne en hij schreef ook 37 toneelstukken. Behalve over Shakepeare gaat het in dit boek ook over het toneel in diens tijd. Zo wordt er verteld over de theaters. In het begin waren er de theaters zonder dak, zoals het Globetheater en later de grotere overdekte schouwburgen. Veel aandacht is er voor het Globetheater dat op veel plaatsen in de wereld is gereconstrueerd. De enige afbeelding van een dergelijk theater bevindt zich in Utrecht, een tekening van het Swantheater. Jammer dat de auteur vergeet te melden dat in Diever sinds 2016 ook een Globetheater is verrezen.

Het theater in die tijd was aan veel regels gebonden. Zo was het vrouwen verboden om toneel te spelen. Vrouwenrollen werden door jongens gespeeld. De puriteinse overheid oefende strenge censuur uit. Het publiek moest beschermd worden voor wreedheid, incest, moord, bedrog, gore taal en hoererij.

De toneelstukken

In drie hoofdstukken bespreekt de auteur de hoofdgenres: de blijspelen, de koningsdrama’s en de tragedies. Shakespeare hield zich meestal niet aan de regels van het klassieke toneel. Er is nooit sprake van een mening van de schrijver, hij kiest geen kant en is niet belerend. In het hoofdstuk over de blijspelen wordt als voorbeeld heel uitvoerig De storm geanalyseerd. Heel helder en inzichtgevend. Wat taai is de bespreking van de koningsdrama’s. Interessant is het stukje over Hendrik de Vijfde en diens tegenspeler, de ongekroonde koning Sir John Falstaff. De treurspelen, waarvan Shakespeare er twaalf schreef, behoren tot zijn beroemdste werk. De bekendste Romeo en Julia, Hamlet, Othello, Macbeth en King Lear krijgen alle aandacht.

Vertalen en bewerken

Vertalen blijkt een gecompliceerde zaak. Aan de ene kant is er de brontekst die de de vertaler moet respecteren, maar aan de andere kant moet de taal begrijpelijk zijn en rekening gehouden worden met de veranderde cultuur. Naast de vertaler is er bij het toneel ook de dramaturg en de regisseur. Zij willen de tekst zo speelbaar mogelijk maken en gaan de tekst soms bewerken Het boek geeft een mooi voorbeeld met De koopman van Venetië. Louis Bouwmeester speelde Shylock in een vertaling van Burgersdijk. Na tweeduizend voorstellingen stond de taal veel dichter bij die van het volk. Soms houdt de vertaler rekening met de toneelspelers. Een voorbeeld daarvan is de prachtige vertaling van Martin Michael Driessen van Een midzomernachtsdroom. Helaas wordt deze vertaling niet genoemd. Tom Lanoye ging met zijn vertaling van de koningsdrama’s heel ver. Hij bewerkte ze tot één stuk: Ten oorlog.

Shakespeare Forever

In twee hoofdstukken Nachleben laat de schrijver zien hoe onze cultuur vol zit met citaten uit Shakespeare’s werk. Een voorbeeld is Denemarken, waar de regering juwelen van vluchtelingen in beslag wilde nemen: There is something rotten in the state of Denmark. Talrijk zijn ook de namen uit de toneelstukken die worden gebruikt, bijvoorbeeld voor hemellichamen: Cordelia, Ophelia, Bianca, Cressida, Desdemona.

De verder zo enthousiaste en optimistische auteur eindigt wat somber. Als Shakespeare uit beeld verdwijnt ligt het niet aan hemzelf, maar aan de voorkeur voor het verwezenlijken van technologische en commerciële dromen. Jammer dat de schrijver geen aandacht besteedt aan de Shakespearevoorstellingen in Diever die nog steeds populairder worden: 25 uitverkochte voorstellingen met 1000 toeschouwers per avond.

Een geweldig boek met alles wat je over Shakespeare wilt weten.

Ton Hoenselaars – Shakespeare Forever! Leven en mythe. Werk en erfenis. ISBN 978-90-284-2664-1, 431 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Geschiedenis, Literatuur. Bookmark de permalink.