Het probleem met bokken en schapen

Vermiste dame haalt drama van tien jaar geleden boven water

Twee tienjarige vriendinnen spelen voor detective.

In de zomer van 1976 verdwijnt mevrouw Margaret Creasy uit het dorp. Aanvankelijk wordt er gedacht dat ze er misschien een paar dagen tussenuit is, maar als haar verdwijning langer gaat duren wordt niet alleen haar man steeds ongeruster, maar nemen ook de dorpsroddels toe. Mevrouw Creasy is vast vermoord!

Echtgenoot John Creasy zoekt in alle hoeken en gaten naar sporen van haar vertrek. Wat moet hij zonder haar? Intussen houdt de tienjarige Grace het buurhuis-Creasy goed in de gaten. Zij en haar vriendinnetje Tilly staan vlak voor de zomervakantie en Grace bedenkt dat ze hun tijd gaan besteden aan het vinden en terugbrengen van Margaret Creasy. In de kerk heeft de pastoor toch gezegd dat God alles ziet en dat bij hem iedereen veilig is? Iedereen, dus ook mevrouw Creasy. Als zij nu God gaan zoeken komen ze er vanzelf achter. Want mevrouw Creasy is niet dood. De meiden zijn ervan overtuigd dat ze ergens in het dorp zit verborgen.

Het dorp heeft een ‘besmet verleden’. In 1967 heeft er, vlak voor kerstmis, in het huis van Walter Bishop een verdachte brand gewoed. Iedereen meende dat hij met zijn moeder op vakantie was, dus aanvankelijk heerste er weinig paniek. Totdat bleek dat Walter naar de apotheek was voor zijn moeder die doodziek in huis lag. Toen de brandweer daarvan hoorde, was het te laat voor de oude dame. Zij kwam om in de vlammen. Sinds die tijd staat Walter – die toch al niet vertrouwd werd vanwege ‘iets’ met kinderen – bij iedereen in een kwaad daglicht. En laat Grace nu Margaret Creasy, op de vooravond van haar verdwijning, naar binnen hebben zien gaan in Walters huis op nr. 11. Verzint ze dat of is het waar? Het is een onderzoek waard. Maar al was Grace nog een baby ten tijde van de brand, ze heeft van de volwassenen wel te horen gekregen dat ‘die man van nummer 11’ niet deugt. Ga dan maar eens op visite!

Auteur

Joanna Louise Cannon (1951) vertrok op haar vijftiende jaar van school, want ze had geen zin in leren. Vervolgens werd ze achtereenvolgens barmeisje, kennelmeisje en beheerder van een pizzatent. Toen ze dertig was had ze genoeg van deze carrière en ging terug naar school. Ze slaagde op het hoogste niveau, studeerde geneeskunde aan de universiteit van Leicester en specialiseerde zich in de psychiatrie. Tijdens haar coschappen begon ze met een blog over haar ziekenhuiservaringen. Ze debuteerde in 2016 met dit boek, dat na twee weken in de Bestsellerlist van The Sunday Times stond. De vertaalrechten zijn aan twaalf landen verkocht en het wordt verfilmd.

Snuiters

Tijdens het buurtonderzoek ontdekken Grace en Tilly dat in elk huis achter de gordijnen geheimen leven. Of, zoals een van de bewoners zegt; ‘Je hebt fatsoenlijke mensen en je hebt vreemde snuiters. Types die er niet bij horen, mensen die anderen tot last zijn en problemen veroorzaken.’ (….) ‘Bokken en schapen,’ zei Tilly. (…) Inderdaad. De vriendinnen ervaren hetzelfde op school, waar de een er wel bij hoort, maar de ander niet. Bij volwassenen gaat het dus niet anders. Wat de twee ook ontdekken is dat de verdwenen mevrouw Creasy kennelijk ook op onderzoek was en dezelfde dingen ontdekte als zij nu. Was dat de reden dat zij verdween? Staat hen dat nu ook te wachten?

Dit uiterst onderhoudende boek komt wat rommelig op gang doordat de hoofdstukken kort op elkaar van 1967 naar 1976 springen. Maar gaandeweg leert de lezer iedereen kennen en dan is dat euvel verholpen.

Een vermakelijk en boeiend boek, waaraan het uitzonderlijke uitgangspunt van de tienjarigen als speurneuzen een bijzonder tintje geeft.

Joanna CannonHet probleem met bokken en schapen. Vertaald uit het Engels (The Trouble with Goats and Sheep) door Elvira Veenings. ISBN 978-94-9208-648-8, 351 pagina’s, €19,95. Amsterdam: Uitgeverij Orlando 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller. Bookmark de permalink.