De dochter van de houtzager

Armoede in Zweden

Meisje van elf jaar is getuige van de eerste grote staking van houtzagers in Zweden.

Edvin en Frida zijn de ouders van Britta. Ze is elf jaar. Haar oudere broertje Marten stierf toen hij vier jaar was.  Johannes en Tilda leefden nog geen jaar. Moeder Frida kan geen kinderen meer krijgen.

Vader Edvin werkt op de houtzagerij in Svartvik vlakbij Sundsvall, zo’n 400 kilometer ten Noorden van Stockholm. Van het planken sjouwen is zijn borstkas helemaal ingedeukt. Hij doet nu wat lichter werk, uiteraard tegen lager loon. Gelukkig is Frida een harde werkster. Ze verdient bij als wasvrouw. Britta werkt als lattenmeisje ook al op de houtzagerij.

Ze maken lange dagen. Van ’s morgens half zes tot acht uur ’s avonds. Kinderen onder de dertien jaar mogen een kwartier eerder naar huis. Britta is daar blij om, want dat gebeurt niet overal op de werf. Ondanks het karig inkomen probeert het gezin er wat van te maken. Frida is bekeerd tot de Baptisten. Een geloofsgemeenschap die in Zweden tot voor kort verboden was op straffe van gevangenisstraf. Maar dat is gelukkig verleden tijd.

Zowel Edvin als Frida zijn geheelonthouder. Dat is op de houtzagerij beslist geen regel. Er wordt vaak en te veel gedronken wat tussen de door stoommachines aangedreven zagen en transportbanden tot heel wat ongelukken heeft geleid.

Edvin en Frida vertellen aan Britta over de armoede voordat ze geboren werd. Johannes en Tilda stierven omdat er hongersnood was en Frida’s borsten geen melk meer gaven. Kinderen werden hun voeten ingesmeerd met teer omdat er geen schoenen waren. Men kookte soep van zolen en riemen. Het behang werd van de muur gescheurd voor het zetmeel uit de lijm eronder. Ze zijn toen naar het zuiden getrokken, naar de houtzagerijen waar het bestaan iets beter is.

In 1879 worden de lonen van de arbeiders echter  met 2 kronen verlaagd. De export van hout stagneert. De regering in Stockholm stelt 30 miljoen kronen beschikbaar ter leniging van de armoede, maar de eigenaren van de houtzagerijen steken dit in eigen zak om er uitbundig feest van te vieren.

Op 27 mei 1879 komt het in Zweden tot de eerste grote staking van arbeiders in een houtzagerij. In Svartvik bij Sundsvall leggen 5000 mannen het werk neer.

Britta is er getuige van hoe de overheid met de blote bajonet en een zestal kanonneerboten de stakers weer in het gareel wil brengen. Hoever zal men gaan?

Auteur

Vibeke Olsson (1958) is een Zweedse schrijfster en predikant. Naast De dochter van de houtzager schreef ze meerdere historische werken en is Olsson columnist voor linkse tijdschriften.

Naast de meeslepende beschrijving van deze staking die in Zweden alom wordt beschouwd als het begin van de verbetering van de omstandigheden van arbeiders, geeft de auteur een podium aan de conflicten en vragen die onder de arbeiders leefden. Hoe kan God toestaan dat arbeiders in zulk een armoede leven? Heeft men het recht in opstand te komen tegen het gezag? Wat betekent solidariteit? Britta, de vroegrijpe dochter van Edvin en Frida verwoordt vaak de gedachten van haar ouders en is soms zelfs bereid ernaar te handelen.

Een indringende roman die in sommige opzichten helaas nog steeds bitter actueel is.   

Vibeke Ollson – De dochter van de houtzager (Vertaald uit het Zweeds (Sågverksungen ) door Lia van Strien. ISBN 978-90-239-5079-0, 368 pagina’s, € 19,99.  Utrecht: Uitgeverij Boekencentrum  2018.

Dit bericht is geplaatst in 'Faction', Alle Boeken. Bookmark de permalink.