Islamterreur als kankergezwel
Journalist ontkomt aan gevangenschap bij IS, vlucht naar Duitsland en ontdekt dat met de vluchtelingenstroom ook terroristen Europa binnenkomen.
De Koerdische journalist Masoud Aqil wordt in december 2014 bij een roadblock opgepakt door IS-strijders. Hij zal 280 dagen onder erbarmelijke omstandigheden in verschillende gevangenissen verblijven. De cellen missen elk denkbaar comfort. Ze zijn koud, vies en nat. Het wemelt soms van ongedierte. Praten met andere gevangenen is verboden. De bewaarders martelen veelvuldig. Niet alleen lijfstraffen, maar ook schijnexecuties zijn aan de orde van de dag. Regelmatig worden celgenoten meegenomen om te worden afgeschoten of onthoofd. Vaak zijn kinderen de beulen. Magere jochies die zwaaiend met een geweer of een dolk roepen dat Allah groot is.
Het enige vertier bestaat uit het (verplicht) lezen van de Koran. De straffen zijn streng. Zodra je schaamhaar hebt val je onder het volwassenenrecht. Een kind van veertien dat betrapt wordt op roken gaat naar de schandpaal of in een kooi en op diefstal staat amputatie van de hand. Een jongen van zestien wordt na een flirt onthoofd.
Masou Aqil boft, want hij wordt uitgeruild tegen een IS-gevangene. Eenmaal vrij vreest hij de jihadisten nog steeds en vlucht naar Duitsland. Na een tocht vol rampspoed over zee en land, uitgemolken door mensensmokkelaars, arriveert hij samen met zijn moeder in Duitsland. Daar verenigen ze zich met twee broers en een zuster. Het laat zich raden dat ook de eerste tijd in Duitsland gepaard gaat met de nodige aanpassingsproblemen.
Auteur
De Syrische Koerd Masoud (1993) moet tot zijn ontzetting vaststellen dat in Europa nogal wat jihadistische terroristen rondlopen. Hij probeert waar mogelijk hun identiteit vast te stellen en deze door te geven aan de autoriteiten. In dit boek geeft Aqil (1993) een analyse van de situatie in Syrië. Daarnaast wordt uitgelegd in welk historisch perspectief de jihadisten de Koran interpreteren en hoe zij tot hun gruwelijke daden komen. ‘Hoe meer hoofden we afhakken, des te dichter we bij Allah komen’.
Uit zijn onderzoek blijkt dat vrijwel alle terroristen van Europese origine een criminele achtergrond hebben. Kennelijk is het aantrekkelijk een misdadige carrière te vergoelijken door er een religieuze saus overheen te gieten. Maar nog merkwaardiger vindt Aqil het gedrag van vele vluchtelingen van wie naar schatting de helft de wetten van hun gastvrije land ondergeschikt ziet aan de Sharia.
Hij hoorde twee Arabische vluchtelingen spreken over Duitsland: ‘Het is een goed land, maar het probleem is dat de mensen hier ongelovig zijn. Het zou beter zijn als ze gelovig waren’. Hij mengt zich in de conversatie. ‘Jullie zijn gevlucht voor de gelovigen en nu hebben jullie bezwaar tegen de Duitsers die jullie hebben opgevangen? Je bent niet wijs. Eerst lopen jullie weg voor de gelovigen en nu verlangen jullie er naar terug!’
Dit boek is onthutsend, gruwelijk, informatief en helaas erg actueel. Buitengewoon de moeite waard om te lezen.
Masoud Aqil – De jongen die tegen IS strijdt. Vertaald uit het Duits (Mitten unter uns) door Jan Smit. ISBN 978-94-027-0049-7, 318 pagina’s, € 17,99. Amsterdam: HarperCollins Holland 2018.