Koreaan in Japan
Familiedrama over ontheemde generaties in Japan.
Pachinko is een Japans gokapparaat dat lijkt op de combinatie van een fruitautomaat en een rechtopstaande flipperkast. Ze staan doorgaans opgesteld in pachinkohallen en worden vooral door Koreanen uitgebaat. Omdat gokken voor geld in Japan illegaal is (contant geld wordt buiten de gokhallen ingewisseld) staat Pachinko vaak in kwade reuk.
Korea rond de eeuwwisseling. Hoonie wordt geboren met een hazenlip en een klompvoet. Via een koppelaarster huwt hij Yangsjin. Pas hun vierde kind, een meisje, blijft leven. Het is Sunja. Als Sunja dertien is sterft haar vader. Moeder en dochter drijven een klein pensionnetje en kunnen net rondkomen van wat eenvoudige commensalen wekelijks bijdragen.
Drie jaar later, in 1932, verschijnt een onverwachte gast. Zijn naam is Baek Isak. Hij ziet er deftig uit en heeft geen slaapplaats voor de nacht. Isak is dominee op doorreis. Hij kent Hoonie nog van vroeger, wat een aanbeveling is om hem een slaapplaats te bieden. Midden in de nacht blijkt Isak behoorlijk ziek. Hij lijdt aan tuberculose. De beide vrouwen ontfermen zich over de dominee en verplegen hem maandenlang tot hij genezen lijkt.
Ondertussen wordt Sunja op zeker moment vervelend lastig gevallen door Japanse jongens. Als ze handtastelijk worden, grijpt een passant, een zekere Koh Hansu in. Krachtig verjaagt hij Sunja’s belagers. Koh Hansu en Sunja zien elkaar in de weken erna regelmatig op een stille locatie. Er bloeit een liefdesrelatie met als gevolg dat Sunja zwanger raakt. Haar wereld stort in als Koh Hansu zegt niet met haar te kunnen trouwen, omdat hij al een vrouw en kinderen in Japan heeft. Ze voelt zich verraden.
Ook moeder Yangsjin is in paniek en ziet geen oplossing. Als een deus ex machina krijgt dominee Isak een goddelijke ingeving en doet het voorstel met Sunja te trouwen en hen mee te nemen naar Japan. Daar wonen ook zijn broer en schoonzus bij wie ze kunnen intrekken. En daarmee begint een fascinerende familiegeschiedenis van ontheemde Koreaanse generaties in een min of meer vijandig gezind Japan.
Auteur
Min Jin Lee (1968) won verschillende Amerikaanse literatuurprijzen. Gedurende vijf jaar woonde ze in Tokyo en deed onderzoek voor het onderwerp van dit boek, een majestueus geschreven drama over een ontheemde familie.
Sunja baart twee zoons. De eerste Noa, wordt uiteraard door Isak aangenomen als eigen kind. Na enkele jaren volgt Mozasu. Ze wonen in Kyoto, samen bij broer Yseb en schoonzus Kyunghee die kinderloos zijn.
Wanneer in 1944 Amerikaanse vliegtuigen Japan bombarderen en iedereen in angst verkeert, duikt tot ontsteltenis van Sunja haar vroegere minnaar Koh Hansu op, de biologische vader van Noa. Hij blijkt een rijk en machtig man en biedt aan de hele familie te evacueren naar het veilige platteland. Sunja, die nog altijd niets van deze verraderlijke minnaar wil weten, is in grote verwarring.
Deze familiesage over hoop op leven en wanhoop over lijden geeft een indrukwekkend beeld van mensen die zich staande moeten houden in een ongemakkelijke samenleving.
Een onthullende geschiedenis die zeer beslist het lezen waard is.
Min Jin Lee – Pachinko .Vertaald uit het Engels (Pachinko) door Ineke Lenting en Paul van der Lecq. ISBN 978-90-023-1047-4, 511 pagina’s, Amsterdam: Meulenhoff 2018.