Verwantschap tussen vrouwen in Zuid-Afrika en Nederland.
Tijdens een onderzoek naar zwangere vrouwen in de hongerwinter 1944-1945 ontdekt een jonge Nederlandse wetenschapper dat haar familie nauwer verweven is met slachtoffers van de Boerenoorlog in Zuid-Afrika dan ze gedacht had.
Iris Vermeer is als lid van het Epigenetica-onderzoekersteam betrokken bij het Hongerwinter-project. Het onderzoek richt zich op de gevolgen van de ondervoeding van vrouwen die tijdens de Hongerwinter zwanger werden en op de gezondheid van hun kinderen en kleinkinderen.
Als klein meisje is Iris op vakantie in Zuid-Afrika geweest om familie van haar moeder te bezoeken. Ze trok daar veel op met Roger en zijn tweelingzus Geraldine met wie ze later via de mail weer regelmatig contact heeft. Als Iris haar enthousiast vertelt over haar onderzoek wijst Geraldine haar op een vergelijkbare situatie tijdens de Boerenoorlog (1899-1902).
Dit trekt uiteraard haar belangstelling en ze krijgt toestemming om in Zuid-Afrika onderzoek te gaan doen. Ze neemt de uitdaging met beide handen aan, ook omdat ze net een miskraam heeft gehad die mede heeft geleid tot een breuk met haar partner. Ze bleek zwanger te zijn geweest van een tweeling.
Auteur
De Nederlandse Pauline Vijverberg (Tokio, 1964) woonde het grootste deel van haar leven in het buitenland en vestigde zich in 2000 in Johannesburg. Voor haar tweede historische roman Het suikervogeltje kreeg ze lovende kritieken.
Van haar moeder krijgt Iris een kistje dat tot de rand gevuld is met documenten. Hierin treft ze onder andere het dagboek van ene Anna aan, die haar leven in een concentratiekamp tijdens de Boerenoorlog beschrijft. Nadat haar echtgenoot George, kind van een Britse moeder en een Afrikaanse vader, het land heeft verlaten, wordt de boerderij waar Anna met haar tweeling Tony en Clara woont door de Britten platgebrand.
Ze zijn gedwongen, samen met zeer veel anderen die ook huis en haard verloren hebben, naar het interneringskamp Irene te gaan. De tenten waarin ze worden ondergebracht lekken, er is gebrek aan voedsel en vers water, het leven is er een hel.
Als Anna een relatie aangaat met één van de kampbeheerders, opdat ze wat extra’s krijgt voor haar en haar kinderen, raakt ze zwanger. Wanneer deze man naar een ander kamp wordt overgeplaatst ziet ze geen andere uitweg dan haar zoontje uit het kamp te laten ontsnappen om hulp te vragen aan de familie van zijn vader. Als Tony na lange tijd niet is teruggekeerd raakt Anna in een zware depressie. Clara krijgt de zorg voor haar kleine zusje Elisa, de oma van Geraldine.
Ruim honderd jaar later beseft Iris door haar onderzoek dat ook haar eigen familie het levende bewijs is van de stelling dat de ellende van hongersnood doorwerkt op de kinderen en kleinkinderen van de slachtoffers.
In deze roman worden de historische gebeurtenissen van de Boerenoorlog en de Tweede Wereldoorlog via Iris met de huidige tijd verbonden. De hoofdstukken over Tony en Clara worden afgewisseld met die over Iris. Doordat ze niet lang zijn pikt de lezer snel de lijnen weer op totdat de verhalen samensmelten.
De verschrikkingen die de tweeling heeft moeten meemaken doen denken aan de ontberingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook op hun nageslacht drukt de oorlog nog een stempel.
Een uitermate boeiend en goed geschreven historische roman.
Pauline Vijverberg – Onder de vlinderboom. ISBN 978-90-5429-478-8, 356 pagina’s, € 19,99. Schoorl: Uitgeverij Conserve 2018.