De Parijse salons in 1924
Een Engelse lady volgt een jaar lang schilderlessen in Parijs. Daarnaast beweegt ze zich in de Parijse society en ontmoet ze de liefde van haar leven.
Lady Helena Montagu-Douglas-Parr gaat naar Parijs en begint een nieuw leven als Helena Parr. Ze heeft een ernstige ziekte overleefd en haar verloving werd verbroken. Ze gaat wonen bij haar rijke tante Agnes. Een jaar lang gaat ze schilderlessen volgen bij maître Czerny. De roman heeft drie verhaallijnen. De eerste verhaallijn is die van haar tante. Met haar bezoekt ze salons en modehuizen. De tweede verhaallijn is die van de schilderlessen. Czerny is een veeleisende en heel onaardige leermeester. Veel vriendschap heeft ze van drie medeleerlingen met wie ze ook een atelier huurt. De derde verhaallijn is die van Sam Howard, een Amerikaanse journalist. Met hem ontstaat een moeizame liefdesrelatie.
Auteur
Jennifer Robson (1970) is een Canadese schrijfster. Ze studeerde Franse literatuur en Moderne geschiedenis in Oxford. Enkele jaren werkte ze als hoofdredacteur, maar nu is zij full time auteur. Ze heeft vijf boeken op haar naam staan die zich allemaal afspelen in de periode tijdens en kort na de twee wereldoorlogen. Dit is haar eerste in het Nederlands vertaalde boek.
De salons
Helena heeft echt twee levens. Thuis leidt ze een heel luxe leventje met personeel en verzorgde maaltijden. Met haar tante bezoekt ze salons waar ze soms bekende artiesten ontmoet. Bijvoorbeeld Gertrud Stein, Ernest Hemingway en F. Scott – Fitzgerald. De namen worden alleen maar genoemd, de schrijfster heeft daar verder niets mee gedaan. Tante Agnes geeft zelf ook een groot diner. Zij wil dat Helena zich voor die gelegenheid perfect kleedt, daarvoor gaan ze naar het beroemde modehuis Vionnel. De omslag van het boek met de taxi en de dame die daar instapt geeft een goede indruk hoe het in 1924 in de gegoede kringen van Parijs toeging.
Het schilderen
Al op heel jonge leeftijd was Helena aan het tekenen en schilderen, ze is heel talentvol. Op de academie Czerny worden echter hoge eisen gesteld. Bovendien is de maître heel streng en negatief. Toch mag zij met een klein groepje de lessen olieverf schilderen volgen. Die lessen en het schilderen in het atelier met haar vrienden zijn goed beschreven. Heel aardig is ook het stuk over het bezoek aan de Hallen, de nachtelijke markten waar groente, fruit, vlees en vis werden verhandeld. Ze is in gezelschap van haar vriend Sam. Ze maakt talrijke schetsen. Van één van deze schetsen maakt ze later een schilderij dat door Czerny uitgekozen wordt voor een expositie.
Dit prettig geschreven boek blinkt vooral uit door zijn goede beeldende beschrijvingen. Enkele voorbeelden zijn haar treinreis van Calais naar Antibes in een eersteklascoupé in le train bleu, het bezoek aan de Hallen en de couturier Vionnel. Ook de sfeer in de Parijse restaurantjes en cafés wordt heel treffend weergegeven. De beschrijving van de hoofdpersonen blijft wat oppervlakkig: weinig over hun voorgeschiedenis en hun diepere beweegredenen. Het verhaal verloopt traag en er is een wat zoet en voorspelbaar einde.
Een plezierige feelgoodroman.
Jennifer Robson – Aan de oever van de Seine. Uit het Engels vertaald (Moonlight over Paris) door Mieke Trouw. ISBN 978-94-027-0166-1, 334 pagina’s, € 17,50. Amsterdam: HarperCollins 2018.