‘Onze eigen Shakespeare’?
Kersverse biografie van Bredero met veel nieuwe informatie over zijn leven als burger in Amsterdam en als schilder, dichter en schrijver van toneelstukken.
Over het leven van Bredero is weinig bekend. Over zijn scholing, zijn maatschappelijk succes, zijn liefdes, zijn vriendschappen of over de oorzaak van zijn vroege dood weten we zo goed als niets. De meeste informatie komt uit zijn toneelstukken, liederen en gedichten. Ondanks het feit dat Bredero slechts 33 jaar werd heeft hij een omvangrijk oeuvre nagelaten: dertien toneelstukken, tweehonderd liederen en gedichten en ook veel gelegenheidswerk. Hij schreef in z’n vrije tijd, want zijn brood verdiende hij als schilder. De biograaf wijst op de overeenkomsten tussen Shakespeare en Bredero. Ze lijken op elkaar, zowel wat betreft hun leven als in hun toneelstukken.
Auteur
Literair historicus René van Stipriaan (1959) is gespecialiseerd in de Nederlandse cultuur van de Gouden Eeuw. Hij publiceerde eerder onder andere Ooggetuigen van de wereldgeschiedenis (met Geert Mak), Ooggetuigen van de Gouden Eeuw, Het volle leven en Lof der botheid over de culturele emancipatie van de Hollanders gedurende de Renaissance.
Levensloop
De eerste vier hoofdstukken beschrijven de levensloop van Gerbrandt Adriaensz. Bredero. Waarschijnlijk bezocht hij de school van rekenmeester Bartjens. Zelf was hij heel bescheiden over zijn opleiding. Gerbrandt was een eenvoudige Amsterdammer die maar een weynig kints-school-frans in ’t hooft rammelde. Hij miste dus een klassieke opleiding. De kunstschilder Badens leidde hem op voor zijn beroep. Hoewel hij een verdienstelijk schilder was is er toch geen enkele schilderij van hem bewaard gebleven. Hij werd lid van de schutterij, waar hij vaandrig werd. Gerbrandt bleef vrijgezel. In zijn vele amoureuze gedichten klinken vele namen, maar het blijft de vraag of het om concrete personen ging. Op 23 augustus 1618 overleed hij op 33-jarige leeftijd.
Dichter en toneelschrijver
Wanneer Bredero begon te schrijven is niet zeker. Na 1610 verschenen zijn gedrukte gedichten en wat later de toneelstukken. Hij was bevriend met P.C. Hooft, Coster en Telle.en maakte hij een spectaculaire ontwikkeling door. Hij volgde Hooft in het schrijven van lyrische poëzie, Coster onderwees hem in het schrijven van kluchtige toneelstukken en beiden leerden hem ook ernstige drama’s te schrijven. Hij was lid van de rederijkerskamer d’Egelantier. In dat gezelschap werden gedichten voorgedragen en toneelstukken opgevoerd. Hooft vond de sfeer er te gezellig. Hij schreef een nieuw reglement, maar dat werd niet geaccepteerd. Met Coster en Bredero verliet hij de rederijkerskamer en Coster stichtte de Nederduytsche Academie waar nog vele spelen van Bredero werden opgevoerd.
Shakespeare
De biograaf schat de kwaliteiten van Bredero hoog in, want hij vergelijkt hem enkele keren met Shakespeare. In het register treffen we maar liefst dertien verwijzingen naar Shakespeare. Hij heeft ook concrete voorbeelden van de overeenkomsten. In het toneelstuk Moortje van Bredero komt het personage Kackerlack voor. Deze lijkt op Iago uit Shakespeares Othello. Bredero en Shakespeare putten uit dezelfde verkleedkist. Ze tonen de hartstochten in hun meeslepende en corrumperende effecten. De belangrijkste overeenkomst van beide schrijvers is volgens de auteur dat hun stukken zijn opgebouwd uit subjectieve waarheden. Oude zekerheden van het geloof en de feodale orde telden niet meer.
Godsdiensttwisten
Heel veel aandacht is er voor het Amsterdam waarin Bredero leefde. Het gaat dan over kunst, godsdienst, politiek en handel. We krijgen een duidelijk beeld van de sfeer in Amsterdam die veranderde van verdraagzaam, libertijns naar streng wettisch. Dit kwam door de twist tussen twee richtingen in de kerk: de remonstranten en de contraremonstranten. Amsterdam veranderde onder invloed van het gereformeerde stadsbestuur in een intolerante stad. In deze sfeer kon de Nederduytsche Academie zich niet verder ontwikkelen. Bredero hield zich buiten de twisten, maar had toch een sympathie voor de remonstranten. Dit kwam duidelijk naar voren in het toneelstuk De Spaanschen Brabander.
Levenseinde
Lange tijd werd aangenomen dat Bredero was overleden aan een longontsteking. Hij was door het ijs gezakt en ziek geworden. IJs in augustus? Zeer onwaarschijnlijk. Vanuit het werk van Bredero valt te concluderen dat hij zelfmoord heeft gepleegd. Hij was serieus verliefd op Magdalena Stockmans. Zij koos echter voor een rijke koopman en vertrok met hem naar Napels. Gerbrandt schreef een lang gedicht voor haar waarin hij zegt dat hij niet begrijpt waarom ze voor een rijke partij heeft gekozen. Er kwam geen reactie. Het gedicht bestaande uit acht strofen is bewaard gebleven en staat volledig in de biografie. Het laatste niet voltooide toneelstuk van Bredero bevat aanwijzingen dat er sprake was van zelfmoord.
Ondanks het weinige materiaal waaruit de auteur moest putten is dit toch een zeer verhelderende biografie. Oude mythes over Bredero worden heel overtuigend onderuit gehaald. De vele citaten uit het werk van de dichter/toneelschrijver werken mee aan de geloofwaardigheid. Nuttig zijn de vertalingen van de fragmenten, want de zeventiende-eeuwse taal is soms lastig. Ook de illustraties zijn goed gekozen. Heel prettig is de stijl van de biografie, deze leest als een roman.
René van Stipriaan – De hartenjager. Leven, werk en roem van Gerbrandt Adriaensz, Bredero. ISBN 978-90-214-0952-8, 359 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: Em. Querido 2018.