Hilarische alledaagse gebeurtenissen
Realiteit en fantasie wisselen elkaar af in scherpzinnige verkenningen.
In het titelverhaal komt leenhond Bodhi op de leeftijd van acht maanden erachter dat hij een reu is. Wanneer de auteur hem uitlaat is dit een feest van geuren. Geen enkel teefje is veilig voor hem. Maar ja, als je aan de lijn zit, is er geen lol aan: aan zijn hondentestosteron kan hij niet toegeven. En dan wordt hij binnenkort ook nog ‘geholpen’. Vervuld van medelijden vraagt de leenbaas aan een stel met een gesteriliseerd teefje of Bodhi zijn driften één keer mag uitleven. Hij trekt er zelfs zijn portemonnee voor. Maar hij wordt vierkant uitgelachen.
Andere verhalen spelen zich af in de medische wereld. Ongelukkigerwijze moet de schrijver nog wel eens naar een arts. Hij vermoedt steeds meer een complot van vrouwen. De eerste die hij aan de telefoon krijgt is de doktersassistente. Zijn eigen huisarts wordt vervangen door een vrouwelijke stagiair. Ook de specialist naar wie hij wordt verwezen is een vrouw. Als hij moet worden geopereerd is zowel de chirurg als de anesthesist een vrouw. In de verkoeverkamer is de eerste die hij ziet… een vrouw. Wanneer hij na een aantal uur naar huis mag wordt hem dat meegedeeld door de verpleegster van de nachtploeg. Zelfs na zeven jaar is hij nog steeds overtuigd van zijn complottheorie.
Auteur
Theo van Rijn (1956) is als achtste van negen kinderen geboren in Leidschendam. Wars van autoriteit verliet hij op vijftienjarige leeftijd de school. Later heeft hij dat goedgemaakt door Nederlands Recht aan de Rijksuniversiteit van Leiden te studeren. Na jarenlang in de ICT gewerkt te hebben is hij nu schrijver bij en eigenaar van de uitgeverij LetterRijn. Dit is zijn vierde bundel. De aanleiding tot het zelf uitgeven was de wens van zijn ernstig zieke broer Adriaan nog een laatste bundel te publiceren voor hij overleed.
Hoe de schrijver met zijn welbespraaktheid mensen met de mond vol tanden kan laten staan wordt onder andere duidelijk in Het-bel-me-gerust-welregister. De telefonisten die bij een callcenter werken worden erop getraind het heft van het gesprek in handen te nemen. Pas na een lange tijd komen ze bij het uiteindelijke doel van hun telefoontje: iets laten kopen of doneren. Theo draait het om: Fijn dat ik u aan de lijn heb, mijnheer. U weet als geen ander hoe moeilijk het is om fondsen binnen te halen. Ik denk dat wij elkaar uitstekend kunnen helpen. Hij weet de man over te halen drie euro per maand te doneren voor het dierencrematorium voor Blup de goudvis, Piep de huismus en Stokkie de wandelende tak.
Deze en nog negentwintig andere korte verhalen doen recht aan wat op de achterflap staat: de auteur beschrijft zijn waarnemingen met een flinke dosis humor, scherpzinnige woordgrappen en de broodnodige zelfspot. Verder is het aan de lezer om te bepalen wanneer de realiteit overvloeit in ruime fantasie. Dan ga je toch denken over wat wel en wat niet waar is. Maar ik denk het te weten: in ieder geval is hij geen leek op het gebied van het Olympisch schaatstoernooi. Ik hoop dat hij zijn belofte aan het einde van deze bundel gestand zal doen: dan gaat Nederland op de volgende Olympische Spelen weer met de meeste schaatsmedailles naar huis! Een boekje om heerlijk van te genieten of met de feestdagen cadeau te doen.
Theo van Rijn – Het Tippelteefje en andere verhalen. ISBN 978-9-49-187560-1, 104 pagina’s. € 17,50. Leidschendam: Uitgeverij LetterRijn 2018.