Arbeidsintensieve wraak
Moordend spinnengif vergt slachtoffers. Het wemelt van mogelijke daders en beoogde slachtoffers.
In de zeventiende eeuw verkozen nog jonge vrouwen soms om voor de rest van hun leven te worden ingemetseld. Vaak in een minuscuul bouwsel met zelfs niet de ruimte om languit te liggen. Geen tafel of stromatras of gat om uitwerpselen of afval op te vangen. Er was alleen een klein venstertje, hoog geplaatst zodat de bewoonster er niet doorheen kon kijken of gezien kon worden. Door de betraliede opening ontving de levend begraven vrouw net genoeg pap, fruit, noten en water om te overleven. Vanwege de tralies was er geen mogelijkheid stro te verstrekken om ontlasting af te dekken. De kluizenaars stonden soms tot hun kuiten in een mengsel van drek en bedorven voedselresten. Meestal leefden ze kort. Ze werden ziek en verloren hun verstand, ondanks het aanroepen van Jezus. Een enkeling hield het dertig of zelfs vijftig jaar vol. In 1780 werden in Frankrijk de laatste van dit soort minikerkers gesloten en ontruimd vanwege de allesoverheersende giftige stank.
De Parijse commissaris Jean-Baptiste Arendsberg wordt getriggerd door een tweetal mysterieuze sterfgevallen. Twee oude mannen sterven in de buurt van de stad Nîmes aan het gif van de kluizenaarsspin. Op internet waren de discussies inmiddels al in volle gang. Er waren al zes, niet dodelijke, beten van kluizenaarsspinnen gemeld. Er werd angst gezaaid. Was de bruine kluizenaarsspin uit Noord-Amerika in Frankrijk opgedoken? Nu waren er door de spin doden gevallen. Voor Arendsberg alle reden om een onderzoek in te stellen.
Wanneer een derde sterfgeval wordt gemeld schakelt de commissaris met zijn team in een hogere versnelling. De kluizenaarsspin blijkt een raadsel. Het beestje is buitengewoon schuw, laat zich moeilijk vangen en het giftige speeksel heeft doorgaans te weinig capaciteit om voor de mens dodelijk te zijn. Hebben de drie mannen, die bovendien bejaard en zwak waren, misschien gewoon pech gehad? Of is er sprake van moord?
Het wordt een huiveringwekkende zaak als Arendsberg er achter komt dat zestig jaar geleden kinderen in een weeshuis door gif van de spin ernstig verminkt werden. Ledematen moesten worden geamputeerd. Bij nader onderzoek blijken anderen destijds jarenlang in volstrekte eenzaamheid opgesloten te zijn geweest. De politie opent een put vol horror.
Auteur
Fred Vargas (1957), pseudoniem voor de Franse schrijfster Frédérique Audouin-Rouzeau, is historica en archeologe. Haar vaste hoofdpersoon Jean-Baptiste Adamsberg is ook in dit boek de commissaris die leiding geeft aan het oplossen van de misdaad. Dit uitstekend zelfstandig te lezen boek is het elfde deel uit de reeks.
Het gif van de kluizenaarsspin tast niet, zoals bij de meeste giftige spinnen het zenuwgestel aan, maar het veroorzaakt necrose. Dat wil zeggen dat het vlees rond de beet overgaat tot ontbinding. Als gangreen. Met antibiotica is het te stoppen. Zestig jaar geleden was dit geneesmiddel in kindertehuizen echter nog niet voorradig. Alleen amputatie van voet, been, wang of testikel kon het gif stoppen. Hoe was het mogelijk dat er nu plotseling toch mensen aan het gif dood gingen? Of beter gezegd, met dit spinnengif vermoord werden?
Een mysterieuze thriller in een heerlijke Franse ambiance.
Fred Vargas – Een dodelijk venijn. Vertaald uit het Frans (Quand sort la recluse) door Rosa Pollé en Nini Wielink. ISBN 978-90-445-4009-3, 400 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Uitgeverij De Geus 2018.