Flirten met de ouderdom
Je wordt maar één keer ouder, geniet ervan.
Als Babette van Veen wordt geïnterviewd en vader Herman leest het verhaal valt hem plotseling op dat zijn dochter over hem in de verleden tijd praat, alsof hij er niet meer is. Zo zal het dus zijn later, later als je as bent. En je in een paar miljard stofjes verspreid over een grasveld ligt mee te luisteren naar de wereld, realiseert hij zich plots. Maar dochterlief mag dan over vader in de verleden tijd spreken, in dit boekje toont Van Veen aan dat hij weliswaar ouder, maar nog steeds springlevend is. Het springen gaat zijn ouder wordende lichaam wat minder soepel af, dat is waar. Maar onlangs, toen zijn gehoor werd getest, informeerde de KNO-arts of hij soms ‘vleermuizen in de familie had’, zulke hoge tonen hoorde hij. Dat stemde tot grote tevredenheid, oud maar niet afgeschreven.
‘Vanaf onze geboorte woont de ouderdom in ons,’ filosofeert de schrijver al in het voorwoord van zijn boek. Om vervolgens over zijn jeugd, zijn jongemannentijd, zijn liefdes en zijn levens in de diverse mooie rollen verder te mijmeren. Hij maakt zijn lezer deelgenoot van mooie en minder mooie tijden, om – opnieuw in het voorwoord, dat immers altijd na afloop geschreven wordt – tevreden mee te delen: Los van wat krakende onderdelen en het regelmatig kwijt zijn van namen, beschouw ik deze tijd, ook al ben ik minder jong dan gisteren, als de beste van mijn leven. Echt oud is Herman van Veen natuurlijk niet. Af en toe flirt hij met de ouderdom door zichzelf ouder voor te doen dan hij is. Zo lezen we in ‘Wat ijs vertelt’ over twee eind-twintigers die over muziek stonden te praten, ze waren euforisch over de cd Damn van Kendrick Lamar. De jongemannen gingen er blind van uit dat Van Veen nooit van deze muziek gehoord had. Tenslotte ben ik inmiddels bijna tachtig, overdrijft deze met zelfspot. Mooi dat hij Damn grijsgedraaid had. Maar de mens gaat niet lang mee, dat merkt hij ook, en zijn roem evenmin. Want Herman van Veen constateerde onlangs dat twintigers en dertigers nooit hadden gehoord van Toon Hermans. En evenmin van Ko van Dijk. Toen waren de grote twee echt dood.
Auteur
Herman van Veen (1945) is onder meer musicus, clown, tekstschrijver, alleskunner, theaterman en strijder voor de vrede, Goodwill-ambassadeur voor Unicef. Vele malen onderscheiden in binnen- en buitenland voor, onder andere, zijn consequente houding tegenover elke vorm van onrecht en zijn verdediging van het vrije woord. Hij heeft alles al gedaan. Nu wordt hij ‘Voor het eerst’ oud.
Een kleine gebeurtenis in de tijd van nu is voor Van Veen voldoende om weg te mijmeren in de tijd van vroeger. Geuren, kleuren, kleren, stemmen en oogopslag van een vreemde, een taal uit een ander land, het zijn allemaal aanleidingen en onderwerpen voor verhalen uit zijn rijke leven. Een leven dat in deze tijd, op zijn gevorderde leeftijd, wat ongemakken kent, dat is waar. Af en toe moest ik denken aan grootmeester Carmiggelt. Die schreef dat mensen elkaar, als ze jong zijn, in het café ontmoeten en als ze ouder worden bij de apotheek op de hoek. Van Veen maakt ons in de wachtkamer deelgenoot van medische ditjes en datjes. Twintig jaar geleden waren we waarschijnlijk niet zo uitgebreid op de hoogte gebracht van een blaasontsteking. Maar goed, hij houdt de zelfspot erin, dat maakt de plas verteerbaar. Spot, ontroering, mededogen, oprecht plezier, alles komt aan bod.
Tussen de verhalen door staan gedachten-gedichten. Lees ze ‘los’. Ze verdienen extra aandacht. Ontroering voert de boventoon. Instemming ook bij dit lied waaruit ik slechts enkele regels citeer. Alleen al voor deze eindzang moet u dit mooie boekje lezen.
Lieverd, mocht ik ooit, door wat dan ook, mijn verstand verliezen (….) rol mj dan niet naar zo’n tehuis waarop geschilderd staat ‘Carpe Diem’ (…) waar je als een cactus verzorgd wordt, in kinderwoordjes toegesproken (…) wil je me dan een Johnny Walker schenken met een overdosis Klaas Vaak (…) gun me dan een zachte dood (…) wil je me instoppen onder zachte aarde (…).
Herman van Veen – Voor het eerst, verhalen over ouder worden. ISBN 978-94-0040-163-1. 207 pagina’s. €19,99. Amsterdam: Thomas Rap 2018.