De verloren toon

‘Heideroosje’ gaf leven een andere wending

Jeugdherinneringen in teken van antisemitisme.

Als Lida één jaar is en haar zus Claudia zes overlijdt hun muzikale moeder. Daarna staat hun leven in het teken van goedwillende verzorgsters, familieleden en een onhandige vader in een wereld die, in een sfeer van toenemend antisemitisme, afstevent op de Tweede Wereldoorlog. Lida’s vader is halfjoods, daarmee is ze een Mischlinge. Ze wordt evenzeer verafschuwd als ‘volbloed-joden’. Vader hertrouwt met Annie, vriendelijk maar onopvallend. Als ze naar de stad verhuizen, heeft Lida hevige heimwee naar haar oude vertrouwde, ongecompliceerde kinderleventje. Gelukkig vindt ze troost bij het zingen. Ze zingt als een nachtegaal. Als klein meisje wilde ze tramconductrice worden, maar die droom ruilt ze in voor een andere. Nu is het haar allerliefste wens om operazangeres te worden. Ze krijgt zangles en gaat bij een koor.

Hitlers vindt navolgers in heel Europa. Ook Oostenrijk – en daarmee Wenen, Lida’s woonplaats – is in zijn ban. Vader Karl ziet dat zijn gezin gevaar loopt en besluit naar Frankrijk te verhuizen. Hij gaat met Annie vooruit, laat zijn dochters achter en belooft hen dat zij mogen komen zodra hij visa voor ze heeft geregeld. Lida en Claudia wachten. Alle joden uit Wenen vertrekken uit het land en verspreiden zich over de wereld. De twee zusjes blijven achter in Wenen. Intussen zingt Lida de sterren van de hemel. Haar sopraan is zo hoog en zo kristalhelder dat haar operadroom bewaarheid lijkt te gaan worden. Zij mag zelfs solo zingen, tijdens een feestconcert ter gelegenheid van de Dag van de Duitse Huismuziek: Heideroosje van Schubert.

Maar dan verschijnt de directeur van de school. Hij praat kort met de dirigente. Daarna krijgt Lida te horen dat haar optreden is geschrapt. Joodse kinderen, Mischlinge, zelfs tweedegraads Mischlinge als zij, behoren niet op te treden. Vanaf dat moment is Lida haar hoge G-toon kwijt, de allerhoogste noot uit Heideroosje. Hij komt nooit meer terug.

Auteur

Lida Winiewicz (Oostenrijk 1928) studeerde Engels, Frans, Italiaans en zang. Zij schrijft sinds haar 25ste toneelstukken en filmscripts voor de ORT, de Oostenrijkse omroep. Zij vertaalt veel boeken – onder meer van Graham Green, Alberto Moravia en Colette – , en schrijft ook teksten voor musicals. Haar werk is veelvuldig bekroond. Vorig jaar, kort na haar 90ste verjaardag, kreeg ze de Preis der Stadt Wien toegekend voor haar Lebenswerk, alles wat zij heeft gedaan.

 

 

 

De reis naar Frankrijk gaat niet door. Lida maakt de oorlog mee in het zwaar geteisterde Wenen. Ze leert er wat honger is, wat vriendschap en vijandschap betekenen, wanneer ze moet zwijgen en heel soms zingt ze zelfs nog.

Maar sinds Lida haar kostbare hoge toon is verloren is haar stem minder uitzonderlijk geworden. Zij realiseert zich dat. Daarom studeert zijn niet alleen zang, maar ook een aantal talen. Vervolgens vindt zij ook in het schrijven haar geluk. En concludeert tot slot: Het schijnt dat je ook kunt leven zonder zingen.

Deze jeugdherinneringen zijn zo mooi, zo puur geschreven dat je je al lezend mee-verwondert en mee-lijdt met het kleine meisje dat zo onverwacht kennismaakt met de hardvochtige wereld, nadat ze in haar eerste jaren kort geluk heeft gekend. Haar leven is niet licht, maar ook daarin zoekt zij de hoge tonen.

Waarom is Winiewicz’ werk nu pas voor ons vertaald? Dit is een schitterend en wijs boek, dat tegelijkertijd humoristisch en weemoedig is.

Een boek om te koesteren, om meer dan eens te lezen.

Lidsa Winiewicz – De verloren toon. Vertaald uit het Duits (Der verlorene Ton) door Elly Schippers. ISBN 978-90-2140-876-7, 192 pagina’s, €20,-. Amsterdam: Uitgeverij Querido 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie, Tweede Wereldoorlog. Bookmark de permalink.