In gesprek met een spraakgebrek

Leren communiceren is topsport

‘Voor de kinderen bestonden handicaps niet.’

Nadat Karen Hekking elf jaar geleden werd getroffen door hersenletsel met dysartrie – een spraakgebrek – stond zij plots aan de andere kant van haar geleerde leven. Ooit was zij  logopedist en leerde anderen spreken, nu was zij degene die zelf met een spraakgebrek kampte. En niet zomaar een spraakgebrek. Zij kon niet meer goed articuleren, sprak nasaal, te luid en te traag, moest regelmatig naar woorden zoeken. Kortom, zij spreekt ‘anders’. Maar zij weigert het stempel ‘patiënt’ te dragen, of het etiket ‘mensen met een communicatieve beperking’. Zij houdt het kortweg op ‘anders’ en nadat zij een lange weg heeft afgelegd en haar nieuwe stem heeft geaccepteerd als een gegeven wil zij hem niet meer kwijt. Deze spraak hoort bij haar, het klinkt misschien niet mooi, maar het is wel haar stemgeluid. Laat dat waardeoordeel dus maar achterwege, lieve luisteraar.

Hekking schreef een boek over de lange weg die zij aflegde. Ze begon als gelukkige partner van Amber, moeder van kleuter Mathilde, leuke baan, aardige donor waarvan zij net opnieuw zwanger was geraakt. Toen dochter twee in aantocht was werd er borstkanker geconstateerd. Amputatie en chemokuren volgden en de kleine Suus werd kerngezond geboren. Maar nee, dat was niet eind goed al goed. Karen at een broodje zalm met ei. En werd besmet met salmonella. Haar hele leven veranderde.

De bacterie vrat zich binnen in haar kleine hersenen en Karen kon niets meer, voelde niets meer, realiseerde zich niet hoe ernstig ze eraan toe was en lag als een onbeweeglijke, gedachteloze zombie in het ziekenhuisbed. Als Amber op bezoek kwam met Suus, kon zij haar baby alleen maar zachtjes aaien. Een dieptepunt.

Het pad omhoog was steil. De ene therapeut na de andere nam haar onder handen. Langzaam ging zij vooruit. Alleen die spraak, die was het niet en die werd het niet. Haar stem bleef haar parten spelen. Karen ging de strijd aan. Het verslag van die strijd valt in haar boek te lezen, maar de voormalig logopedist heeft haar verhaal tevens als handleiding geschreven. Zij vertelt de lezer punt voor punt hoe ze van min naar plus reist en zet een wegwijzer uit voor derden.

Auteur

Karen Hekking (1971) was logopedist en werkte als floor manager bij een grote bank toen ze werd neergesabeld door een salmonellabacterie. Ze schrijft met dit boek niet alleen een egodocument, maar ook een handleiding voor mensen die van niets weer tot iets moeten geraken. Ook partners, logopedisten en zorgverleners kunnen opmerkelijke uitspraken en adviezen vinden.

Na het eerste deel waarin ze haar persoonlijk verhaal vertelt is het tweede deel vooral zelfhulpboek. De auteur geeft echter adviezen die de spraak te boven gaan. Communiceren is topsport, schrijft zij ergens. Maar, bijvoorbeeld, opnieuw leren lopen, met een handicap leren leven – welke handicap ook – is ook topsport.

Voornaamste vereisten zijn doorzettingsvermogen, durven vragen, aanvaarden en nieuwe wegen zoeken en zelfspot op het juiste moment. Wat je nodig hebt, besluit Karen, is een enorme drive tot leren. En zij eindigt: Ik wens je een leerzaam pad. En als oppepper: Werk ze!

Een plezierig geschreven handleiding voor velen.

Karen HekkingIn gesprek met een spraakgebrek. Een goed gesprek heeft onthutsend weinig met spreken te maken. ISBN 978-94-9272-352-9. 122 pagina’s, €10,00 Zelhem: Het Boekenschap 2019.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Diversen, Non Fictie. Bookmark de permalink.