Een chaotisch Zuid-Afrika in de toekomst
Violiste Magriet Vos moet vluchten. In een toekomstig, Zuid-Afrika waar geen centrale regering meer is, maakt ze een reis van Kaapstad naar haar geboorteplaats, vijftienhonderd kilometer naar het noorden. Een levensgevaarlijke tocht.
Op de flaptekst staat dat de roman zich afspeelt een dystopisch Zuid-Afrika. Dystopisch is het tegengestelde van utopisch. Het gaat om een toekomst die er heel slecht uitziet. De schrijfster wil met deze roman waarschuwen voor een dreigende chaos in haar land. De hoofdpersoon is violiste bij de Westkaapse tiran Albino X. Door geheugenverlies wordt haar spel steeds slechter. Ze vreest voor haar leven. De gewoonte van Albino X is mensen te doden en ze als een dier op te zetten.
Auteur
Lien Botha (1961) is de dochter van politicus Roelof Frederick (Pik) Botha. Zij werd geboren in Gauteng, Zuid-Afrika. Ze studeerde talen aan de universiteit van Pretoria en werkte als persfotograaf. Ze is internationaal bekend als kunstenaar, fotograaf en curator. Dit is haar debuutroman. Ze ontving ervoor in 2016 de Jan Rabie-rapportprijs en in 2017 de Eugène Maraisprijs.
De roman bevat het reisverhaal van Kaapstad naar de streek Wonderboom bij Johannesburg. In het boek staat een kaartje met de route. Het reisverhaal wordt voortdurend onderbroken door herinneringen, vooral aan haar overleden echtgenoot. Er staan ook veel cursief gedrukte stukken tussen de tekst die nadere uitleg geven of dagboekfragmenten weergeven.
De leefomstandigheden van Magriet zijn uitermate slecht. Ze heeft geen huis. Van allerlei materialen heeft ze een soort nest gemaakt en eet ze wat de natuur oplevert. De eerste zin: Vandaag eet ze spreeuw. Het is maar een gore boel. Daarbij eet ze wat bietoubessen. Ze heeft geen auto en moet steeds meeliften. Soms wordt daar een seksuele dienst voor gevraagd. De enige normale maaltijden krijgt ze af en toe als ze ergens musiceert. De reis is heel gevaarlijk. Als ze in een klein gezelschap met een busje door de Molteno-pas rijdt, krijgen ze autopech. Ze worden overvallen door de Lemmers, meedogenloze plunderaars die eerst het hart uitsnijden en dan de slachtoffers slachten en opeten. Magriet wordt gespaard. Een absurd verhaal. Verwacht de schrijfster werkelijk dat er in de toekomst zulke toestanden gaan ontstaan in haar land?
De roman verwijst ook vaak naar de geschiedenis. Allerlei namen, plaatsen en gebeurtenissen worden genoemd. Voor Zuid-Afrikaners gaat het waarschijnlijk om bekende feiten, maar dat geldt niet voor ons Nederlanders. Gelukkig is daar in voorzien. Vele voetnoten geven uitleg. Met al deze voetnoten en de vele cursieve stukken die over het verleden gaan en de verhaallijn onderbreken is het lezen van dit boek een moeizame zaak. Wel moet gezegd worden dat de schrijfster heel beeldrijk en soms bijna poëtisch schrijft. Heel bijzonder is de fotocollage waarmee elk hoofdstuk begint. De voorwerpen komen in de tekst voor. Bij elk hoofdstuk bevat de collage weer een voorwerp minder. Bij het laatste hoofdstuk is de collage nagenoeg leeg. Door haar geheugenverlies herinnert ze zich steeds minder.
Een heel bijzondere roman die veel informatie geeft over Zuid-Afrika.
Lien Botha – Wonderboom. Uit het Afrikaans ( Wonderboom) vertaald door Robert Dorsman. ISBN 978-94-90042-15-8, 205 pagina’s, € 18,95. Amsterdam: Zirimiri Press 2019.