Weggejaagd
Een familiehotel in de DDR ligt vlakbij de grens met West-Duitsland. Het blijkt een fatale plek.
Hotel Waldeshöh werd in 1904 gebouwd. Het lag middenin het Thüringerwoud. In april 1945 verschijnen aanvankelijk Amerikaanse militairen. De familie die het in Jugendstil opgetrokken hotel beheert bestaat dan uit de oude Marie Bressel, haar zoon Arno en schoondochter Johanna. Werner, hun zoon, is dan tien jaar.
De Amerikanen blijven niet lang. Volgens afspraken in Berlijn komt het heuvelachtige en bosrijke gebied waar Waldeshöh ligt onder gezag van de Russen. De grens met het westen ligt maar enkele honderden meters van het hotel.
Aanvankelijk levert dit voor de bewoners weinig problemen op. Het is goed leven op Waldeshöh. In 1948 krijgt Werner een zusje, Elvira. Het duurt echter niet lang of het gebied waar de familie Dresser woont krijgt de status van sperrgebiet. Wie het terrein naar binnen wil, moet daarvoor een speciaal pasje kunnen tonen. Dit brengt de bewoners in een zeker isolement. Openbaar vervoer en postbezorging bereikt hen op termijn niet meer.
De grootste zorg van de familie geldt Arno die met een ernstige PTSS uit de oorlog is teruggekeerd. Op zeker moment doet hij een poging tot suïcide. Dit lukt niet, maar kost hem wel een been.
Nadat de autoriteiten het de familie steeds moeilijker hebben gemaakt worden de bewoners in de jaren zeventig op een kwade nacht weggevoerd. Ze hebben twee uur de tijd om hun persoonlijke bezittingen bijeen te pakken en worden vervolgens in geblindeerde vrachtauto’s weggevoerd. De volgende dag begint men onmiddellijk met de sloop van het hotel.
Dertig jaar later loopt een zekere Milla onderzoekend rond op de plek waar het hotel Waldeshöh moet hebben gestaan. Zij heeft als hobby het verkennen en lokaliseren van plaatsen en gebouwen die in de vergetelheid zijn geraakt. Met andere geïnteresseerden communiceert ze erover op Facebook.
Milla is er achter gekomen dat zich in het geheimzinnige Sperrgebiet langs de grens met de voormalige DDR een hotel moet hebben gestaan. Ze onderzoekt de plek en vindt tot haar stomme verbazing een luik dat toegang geeft tot een kelder met een adembenemende inhoud.
Ze meent dat het haar plicht is te zoeken naar de rechthebbenden. Wie van de familie Dresser zou er nog in leven zijn?
Auteur
Kati Naumann (Leipzig, 1963) studeerde Museologie. Ze schreef gedichten, teksten voor Rockbands en draaiboeken. Deze roman gaat over schurende familierelaties, geheime liefdes en bittere vriendschap in de periode van de DDR.
Het is de onderzoekster van verloren plekken, Milla, die de nabestaanden in 2018 wakker schudt uit hun pijnlijke herinneringen.
Hoewel ze hun best hadden gedaan kreeg de familie nooit een cent schadevergoeding voor het verlies. Ook niet na de Duitse hereniging. Ze gaven na serieuze pogingen gefrustreerd de moed op. Milla, werkzaam bij een advocatenbureau, werkt als katalysator om het er niet bij te laten zitten.
Kati Naumann – Heimweeland. Vertaald uit het Duits (Was uns erinnern lässt) door Jasper Mutsaers. ISBN 978-94-027-0336-8, 414 pagina’s, € 22,99. Amsterdam: HarperCollins 2019.