Portretten van elf Kamervoorzitters
Hoe leid je de parlementaire discussie in goede banen?
Het belangrijkste parlementaire orgaan van Nederland is de Tweede Kamer. De voorzitter daarvan heeft misschien geen directe macht, maar kan wel degelijk veel invloed hebben. Sommige van zijn of haar beslissingen kunnen trouwens verstrekkende gevolgen hebben. Zo viel tijdens de Nacht van Schmelzer het kabinet-Cals. Zou dat ook zijn gebeurd als Kamervoorzitter Van Thiel de beraadslagingen over de Algemene Beschouwingen in de loop van de avond geschorst had tot de volgende dag?
Khadija Arib is de elfde voorzitter van de Tweede Kamer sinds de Tweede Wereldoorlog. Na een inleidend hoofdstuk over de voorzitters tot 1940 portretteert de auteur hen allemaal, mede aan de hand van, indien mogelijk, interviews. Daarbij komen uiteraard de politieke ontwikkelingen en belangrijke conflicten uit het desbetreffende tijdperk aan de orde.
Auteur
Politicoloog drs. Gerry van der List (1961) schrijft sinds 1999 voor Elseviers Weekblad. Daarnaast schreef hij een groot aantal boeken, waaronder Alle 42 premiers. Hun leven en hun loopbaan (2010).
Uit deze verhalen valt te distelleren dat een goede Kamervoorzitter eigenlijk ‘onzichtbaar’ moet zijn (Frans Weisglas), gevoel voor humor moet hebben en veel zitvlees. Het voorzitten van vaak urenlange debatten vergt uithoudingsvermogen. Het is topsport (Gerdi Verbeet). Verder zijn van belang zelfbeheersing, uiteraard liefde voor de politiek, onverstoorbaarheid, mensenkennis en parlementaire ervaring.
Vroeger leverde in principe de grootste partij de voorzitter, hoewel vaak ook rekening werd gehouden met de politieke kleur van de voorzitter van de Eerste Kamer. Tegenwoordig kan in principe iedereen gekozen worden. De huidige voorzitter maakt deel uit van de PvdA, een fractie met negen zetels. Dat is best een belasting, want de Kamervoorzitter kun je natuurlijk niet inzetten voor ‘gewone’ debatten.
De meeste voorzitters verwierven zich gezag tijdens hun zittingsperiode, met uitzondering misschien van Piet Bukman en Annouchka van Miltenburg. De laatste was volgens de auteur de meest bekritiseerde voorzitter ooit. Ze maakte haar ambtstermijn dan ook niet af en hield de eer aan zichzelf.
Naast het voorzitten van de beraadslagingen van de Kamer is de voorzitter ook nog ‘werkgever’ van het Kamerpersoneel en vervult hij of zij een belangrijke protocollaire functie. De voorzitter kan door het staatshoofd om advies worden gevraagd. Vroeger was dit standaard bij kabinetsformaties.
In een korte epiloog wijst de auteur erop dat de aard van het voorzitterschap is veranderd van een rustig erebaantje tot een veeleisend ambt met aanzien…Dat is alleen al te zien aan de persoon met de hamer. Het hoeft geen jurist meer te zijn en zelfs geen academicus. Het geheel wordt afgesloten met een lijst van alle voorzitters sinds 1815, een literatuurlijst en een register.
Dit vlot geschreven boekje graaft niet diep. Het is veeleer anekdotisch, maar daar is op zichzelf niets mis mee. Zo maken we kennis met de (on)hebbelijkheden van de verschillende voorzitters, bijvoorbeeld van de betweterige schoolmeester Anne Vondeling. Dat soort zaken is altijd leuk om te lezen en interessant genoeg om belangstelling te wekken voor ons parlement.
Gerry van der List – Boven de partijen. De voorzitter van de Tweede Kamer. ISBN 978-94-6348-023-9. 184 pagina’s, € 19,95. Diemen: EW Boeken 2018.
Deze recensie is tevens gepubliceerd in ‘Bestuursforum’.